Altijd Ajacied
Ton Pronk: 'Tonny maakte
van Eusebio een kunstparel'
Wat is jouw toekomstvisie voor
ACA?
Een drietal beelden uit het Ajax-leven van Ton Pronk. Op de linkerfoto als bewaker van de Portugese voetballegende Eusebio, in het midden
temidden der Ajacieden voor de Europacupfinale 1969 (derde van links) en rechts in zijn rol van Ajax-scout op de Toekomst-veranda.
vervolgens extern richting ande
ren iets te kunnen betekenen.
Altijd met drie mogelijke
opbrengsten: talent, kennis of
geld. Maar het is een misverstand
om ons alleen als een commerci
ële afdeling te zien. Eerst intern,
dan extern. Dat is de volgorde.'
Wat maakt de ACA uniek
'Wij onderscheiden ons echt op
de inhoud. Ten opzichte van
andere clubs weten wij ook
daadwerkelijk wat we doen,
omdat we op alle gebieden onze
kennis in kaart brengen. Het gaat
er vervolgens om dat je die ken
nis toepasbaar kan maken in ver
schillende situaties. Hoe kan je
daar anderen mee helpen, hoe
kunnen we daar onze partner
clubs mee helpen. Hoe kunnen
wij een club, coach of speler het
beste ontwikkelen. En ja, Ajax wil
heel graag internationaliseren.
Dus wij verkopen onze kennis
aan clubs over de hele wereld.
Alles vanuit het kader: wie zijn
wij en wat willen jullie? Jullie
huren ons in voor onze visie van
voetballen. Dat betekent zo veel
mogelijk op de helft van de
tegenstander voetballen, domi
nant spelen, vooruit verdedigen.
Daarvoor haal je ons binnen; het
oog van de timmerman. Wij
komen echt met een curriculum,
met een programma. Daar kun
nen we echt waarde toevoegen
voor Ajax. Wij geven niet een
aantal trainers een Ajax-trainings-
pak en dat is het dan. Wij leveren
elke keer maatwerk, en dat is
ook de kracht van onze mensen.
Wij komen met kwaliteit. Dat
past bij Ajax. We leiden graag op
en willen daarin ook de beste
zijn.'
Ben je nog betrokken bij de Ajax
Zaterdag?
'Ik zit in de werkgroep van de
commissie zaterdagvoetbal. Ajax
Zaterdag wil graag Ajax-spelers
met een Ajax-verleden de moge
lijkheid bieden om zich binnen de
club te ontwikkelen. Zo'n intern
opleidingstraject kan daarin heel
mooi faciliterend zijn, om (ex-)
spelers verder te helpen om ze
een volgende, nieuwe stap te
laten maken binnen de club.'
'Als wij ervoor zorgen dat er
voor elke afdeling een uitge
werkte opleidingslijn is, dan kun
nen we continu de beste mensen
intern houden én extern kwalita
tief goede mensen leveren. Mis
schien doen ze dat naar buiten
toe in een opleidingstraject om
zich nog verder te ontwikkelen,
om dan later weer intern terug
te keren. Als we dat voor elkaar
kunnen krijgen, als de club dat
echt gaat voelen... dan worden
we in dit onderdeel groter dan
welke club dan ook.'
Jan-Matthijs Harderwijk
Bijna vijf jaar geleden verloor Ajax een van zijn
trouwste zonen. Ton Pronk overleed op 26 augustus
2016 aan de gevolgen van de spierziekte ALS.
Oudere lezers van Ajax Clubnieuws weten natuur
lijk wie Tonny Pronk was. De jongere Ajacieden
zullen de verdediger wellicht kennen van de zwart-
witbeelden uit de jaren zestig en zeventig.
Pronk was een vooraanstaand Ajacied. Eentje die
vanaf zijn debuut in I960 tien jaar lang centrale ver
dediger was in Ajax I. De geboren Amsterdammer
maakte de opmars van zijn club richting de wereld
top van dichtbij mee. Tragisch genoeg was Pronk
nét geen Ajacied meer in de succesvolste periode in
de clubhistorie. Maar daarover later meer.
Pronk was een rots van een verdediger, die soms ook werd inge
zet als verdedigende middenvelder. Zijn middenveldtaak was duide
lijk: de spelmaker van de tegenstander onschadelijk maken. 'Tonny
maakte van Eusebio een kunstparel', complimenteerde Piet Keizer
zijn ploeggenoot ooit na een wedstrijd tegen Benfica. Eusebio was
dé wereldster van de Portugese topclub en bovendien drager van
de bijnaam 'de Zwarte Parel van Mozambique'. De loftuiting van
Keizer was veelzeggend. Het vertrouwen was groot in de kwalitei
ten van de niet bijster snelle, maar tactisch ijzersterke en altijd
dienend spelende Pronk.
Pronk was basisspeler in onze eerste Europacup I-finale, in 1969
tegen AC Milan. Ajax was in Madrid een forse maat te klein voor
het sluwere Milan. Die kansloos verloren finale luidde het einde
van de Ajacied Pronk in. Trainer Rinus Michels besloot door te
selecteren. Verdiensten uit het verleden, laat staan clubliefde, tel
den in dat proces niet mee. Pronk behoorde met zijn 338 duels
tot de prominentste slachtoffers. Zijn nieuwe rol als wissel en spe
ler van de B-ploeg sneed de clubman door de ziel. Pronk verliet
Ajax in 1970 om bij het kersverse FC Utrecht te gaan spelen.
Na zijn voetballoopbaan keerde Pronk als trainer en chef-scout
terug bij Ajax. In de jaren '90 had hij met het (mede-)scouten van
onder meer Jari Litmanen en Finidi George een aandeel in de suc
cessen die zijn club vooral in 1995 vierde. Dit keer was Pronk er
wél bij toen Ajax opnieuw Europa en de wereld veroverde.
De spierziekte ALS sloopte het ooit ijzersterke lichaam van Pronk.
Toch bleef hij tot het laatst de wedstrijden van Ajax bezoeken.
Zoon Robin was daarbij een steun en toeverlaat. Bij leven en wel
zijn had Tonny op 21 mei zijn tachtigste verjaardag gevierd.
Ronald Jonges