John Spaans:
trouw aan Ajax Vrouwen
WSWa'ti,txaapieg.l
Debuut en stagnatie
Langs de Zijlijn
DD
Volle tribunes en contact tussen supporters en spelers. Dat is waar we allemaal naar snakken, ook bij het vrouwenvoetbal
van Ajax waar de afstand tussen fans en spelers traditioneel heel klein is en de wisselwerking daardoor heel groot.
Hoe ben je betrokken geraakt bij
Ajax Vrouwen?
'Vroeger was ik assistent-
scheidsrechter bij een
damesteam van Fortuna Wor-
merveer dat in de Topklasse
speelde. Ik vlagde bij iedere
thuiswedstrijd en daar is mijn
liefde voor het vrouwenvoetbal
ontstaan. Helaas bestaat dat
team niet meer. Daarna ben ik
het vrouwenvoetbal van AZ op
de voet gaan volgen, maar ik had
altijd de hoop dat Ajax met een
vrouwenteam zou beginnen.
Vanaf 2012 houd ik alles bij van
Ajax Vrouwen.'
Welke wedstrijd blijft je altijd bij?
'De openingswedstrijd tegen
SC Heerenveen op 24 augustus
2012 met het doelpunt van Des-
iree van Lunteren, een goede
speelster. Ik ging naar alle thuis
wedstrijden tot corona begon. En
omdat we bij PSV en FC Twente
geen vlaggen en trommels meer
mee mogen nemen, zijn we
gestopt met de uitwedstrijden.'
Wie is je favoriete Ajax-speelster?
'Als eerste vond ik Claudia van
den Heiligenberg de leukste
speler. Ook Merel van Dongen
was favoriet. Nu kijk ik met veel
plezier naar Lucie Vonkova. Cait-
lin Dijkstra vind ik een goede
verdediger. Ze viel me op door
haar voetbaltechnische kwalitei
ten. Sinds dit seizoen speelt ze
op het middenveld, dat is even
wennen.'
En nu met corona, hoe volg je het
voetbal nu?
'Dit seizoen heb ik nog geen
thuiswedstrijd live gezien, maar ik
volg alles via de televisie,YouTube
en Flashscore. Ik mis de live wed
strijden en het sfeerteam. We
gingen altijd met z'n vieren: Berry
Arends, Patrick Hoogervorst,
mijn broer en ik. Hopelijk kun
nen we snel weer naar het sta
dion om de meiden en vrouwen
aan te moedigen!'
Tamara Schellekens
In het najaar van 2016 schreef ik op deze plek over mijn zoontje
Niek, destijds vier jaar oud. Ik rapporteerde triomfantelijk dat mijn
kleuter "enige belangstelling begon te tonen voor het fenomeen
Ajax".
Tijd voor een update. Niek is inmiddels acht en écht Ajacied
geworden. Eind 2018 merkte ik dat hij de spelers leerde kennen.
Hij noemde de meeste Ajacieden bij hun voornaam: Matthijs, Fren-
kie, Donny, Hakim. Onana noemde hij gewoon Onana, waarschijn
lijk omdat het zo'n leuke naam is om uit te spreken.
Op 10 maart 2019 vond ik de tijd rijp en nam ik hem voor het
eerst mee naar de ArenA. Ajax - Fortuna. Hij vond het aanvankelijk
vooral eng: al die mensen, het harde gejuich toen Dusan Tadic al
snel scoorde (ik wist zelf nog zo goed hoe hard dat in kinderoren
klinkt, als je het voor het eerst hoort).
Gelukkig voelde ik hem al snel ontspannen. Rode konen, fonke
lende ogen. Na mijn eerste stadionbezoek, in september 1983, was
ik voorgoed Ajacied; op 10 maart 2019 wist ik dat die geschiedenis
zich op het stoeltje naast me aan het herhalen was. Een lieve dame
van supporterszaken kwam hem een tasje brengen vanwege zijn
#Ajaxdebuut. Dat doet de club echt fantastisch.
Nieks verjaardag, in juli, valt meestal vlak na de onthulling van het
nieuwe uittenue, dat jaarlijks bovenaan zijn verlanglijst staat. Ik heb
hem lid gemaakt van de Ajax Kidsclub. Van Sinterklaas wilde hij dit
jaar een hoodie van Ajax. Hij heeft inmiddels een Ajax-boek gelezen
dat door zijn eigen vader werd geschreven.
In zijn 'debuutjaar' 2019 is Niek uiteindelijk vier keer met me mee
geweest naar een thuiswedstrijd. Hij ademt Ajax, Ajax, Ajax. En:
TABA, TABA, TABA, de amateurvereniging waarvoor hij zelf speelt,
in de O9-junioren.
Zo belanden we (er is geen ontkomen aan) toch weer in corona
jaar 2020, het jaar waarin vrijwel alles tot stilstand kwam. Zelfs
Ajax, in de eerste helft van het jaar.
Geen stadionbezoek, lege tribunes op tv, ik kan er niet aan wen
nen. Ik mis de geur, de geluiden, de club. Nieks fysieke Ajax-inwij-
ding is in maart abrupt gestagneerd. Hij zou dit jaar vaak met me
zijn meegegaan.
Alleen al daarom hoop ik dat we die ene gehate tegenstander, het
coronavirus, zullen uitschakelen en dat 2021 een beter, levendiger
Ajax-jaar zal zijn. Voor Niek, voor mijzelf, voor u allemaal.
Menno Pot