Max Flam
Langs de Zijlijn
Ajax-ontbijt
Tussen foto's en
Hjnentrekkers
De leefomstandigheden van vandaag de dag zorgden ervoor dat de uitreiking van de Abdelhak Nouri-trofee op ongewone wijze geschiedde.Winnaar Devyne
Rensch (inmiddels gedebuteerd in Ajax 1!) kreeg de trofee voor de Beste Jeugdspeler van de Toekomst met inachtneming van de 1,5 meter-regel uitgereikt.
In deze Langs de Zijlijn
aandacht voor Max Flam,
een man met een diep-
gelaagd Ajax-hart die de
club ondersteunt met
de digitalisering, het
beschrijven en het taggen
van het fotobestand.
Vanwaar jouw connectie met Ajax
'Met mijn oom ging ik vroeger
naar De Meer. Hij kende de sup
poosten en "regelde" dat ik zon
der kaartcontrole naar binnen
kon, een knaak of een reep cho
cola volstond! We zaten op vak
C bij Meneer Schipper, van de
sieradenzaak aan de Heiligeweg.
Een uitgesproken Ajacied. Tijdens
een kampioenswedstrijd tegen
AZ, in het Olympisch Stadion,
kwam er een reclamevliegtuigje
overvliegen met aanmoedigende
tekst van zijn zaak. Hij wees naar
boven: "We gaan winnen!" was
de strekking van de tekst en Ajax
won en werd kampioen. Dat
maakte diepe indruk op mij, als
kleine jongen.
In die tijd ging ik mee naar de
bestuurskamer en daar trof je
bekendheden als Ron Brandste-
der en Freek de Jonge... Wacht,
een andere anekdote uit die tijd:
Harry Sacksioni had een sigaren
winkel en verkocht kaartjes. Hij
had er twee voor een Europese
wedstrijd, Juventus geloof ik,
maar hij had ze ergens tussen de
honderden pakjes sigaretten
weggestoken en toen ik ze kwam
halen, 's middags voor de wed
strijd, waren ze zoek. Paniek! Hij
sloot prompt de winkel en we
zijn pakje na pakje gaan zoeken,
duurde anderhalf uur! Uiteinde-
lijk kwamen ze tevoorschijn,
maar wat een spanning. Ach
Harrytoen hij niet meer zelf
standig naar het stadion kon, heb
ik hem jarenlang opgehaald en
thuisgebracht, tot zijn overlijden.'
Wat doe je voor onze club?
'Ik zit bij de afdeling Erfgoed.
Enkele jaren geleden begonnen
we met het digitaliseren van
foto's en het eerste project
waren de foto's uit de gouden
jaren. Nu ben ik bezig met foto's
uit 2013. Ik controleer en ik tag,
gemiddeld tien uur per week.
Het is een gigantisch archief,
maar gelukkig is het makkelijk
van huis uit te doen, zoals onder
zoeken en beschrijven van de
levensloop van jubilarissen. Een
paar jaar geleden heb ik met
Evert Vermeer voor de film "Een
Prachtige Daad" de research
gedaan. We zijn in de archieven
gedoken en hebben materiaal
opgesnord voor de film, over de
jongetjes van Ajax en andere
Amsterdamse clubs uit Amster
dam die tijdens de Hongerwinter
naar Heerenveen werden
gebracht.'
Tamara Schellekens
David Endt meldde het bijna terloops in het vorige nummer: Ajax
stopt met het uitgeven van het officiële Ajax Jaarboek. Mijn hart
begon te bloeden toen ik het las. Dat mag niet. Dat kan niet.
Terugdenkend aan de winst van de Intercontinental Cup, een
kwarteeuw geleden in Tokio, greep ik instinctief in de boekenkast
naast mijn bureau, waar die prachtige rij rode jaarboeken staat.
Ik zie Edgar Davids, op het omslag. Hij kust de trofee. Naast de
gouden bal van de bokaal zien we de gemillimeterde coiffure van
Michael Reiziger: geblondeerd, in zekere zin nóg een gouden bal.
In het boek zelf tref ik een fout aan: de wedstrijd tegen het Brazili
aanse Grêmio wordt gedateerd op 6 december. Het was ruim een
week eerder, op 28 november, kwart over elf 's ochtends, Neder
landse tijd. Ik heb de datum al eens met pen verbeterd, zie ik: een
kleine imperfectie in een perfecte boekenreeks.
De film van mijn persoonlijke herinneringen start. Een bont gezel
schap Ajax-vrienden en studiegenoten verzamelde zich bij mij thuis
aan de Willem de Zwijgerlaan.
Iedereen moest iets meenemen voor het Ajax-ontbijt. De meesten
hadden voor een fles 'bubbels' gekozen. Teut voor het middaguur,
tegen tweeën officieus de beste voetbalclub van de planeet, dat
waren nog eens tijden. De rest van de dag hoefden we toch niks.
De rest van de week (en het jaar) waarschijnlijk ook niet veel.
De beslissende strafschop van Danny Blind. Zijn kuchje. De
problematische terugvlucht uit Tokio: het toestel moest boven
Siberië rechtsomkeert maken omdat de vluchtpapieren niet in
orde waren. Daar heb je dus een verenigingsnaslagwerk voor.
Frank de Boer zei ooit in een interview, tot mijn verbazing, dat hij
de winst van de wereldcup hét hoogtepunt van die gouden tijd
vond: de ultieme kroon op het werk.
Nou nee. Die wereldcup was natuurlijk niet het hoogtepunt. De
Champions League was een veelvoud belangrijker en emotioneler.
'Tokio' was een officieuze prijs, geen officiële 'wereldcup', want de
kampioenen van slechts twee werelddelen mochten meedoen.
De adrenaline, de immense spanning, de euforie en de tranen van
24 mei bleven op 28 november achterwege.
In plaats daarvan genoten we gewoon. Wéér een Ajax-triomf, al
was dit een wat bloedeloze. Wéér een in alcohol gedrenkte Ajax-
dag om te onthouden en misschien, over een jaar of 25, nog eens
een stukje over te schrijven. Het begon een beetje te wennen.
Menno Pot