ekker senti Altijd Ajacied 'In De Meer wist je alles' Het aloude Ajax-stadion, beter bekend als De Meer, dat tussen 1934 en 1997 het thuis van onze club was, speelt een bescheiden hoofdrol in dit Ajax Clubnieuws. Hierbij een paar sfeerimpressies van het stadion en haar bewoners uit vervlogen dagen. Misschien moeten we niet zo sentimenteel doen over De Meer, het oude en veel te klein geworden stadionnetje waar we ooit triomfen vierden, maar ik doe het lekker toch. De laatste paar jaar kwam ik er door de week regelmatig om even wat uit te zoeken voor een boek waar ik aan bezig was. Even melden aan de balie (niks inloggen of apps, als er wat was fietste je even naar De Meer), en dan liet Gerard Holsheimer, Nico Steur of Peter Hoefman je wel binnen. Het erfgoed bestond destijds uit één stalen archiefkast waar de ingebonden club- nieuwsen stonden, de jaarverslagen waar ik van Gerard niet in mocht kijken omdat er gevoelige informatie in stond (en waar ik vervolgens weinig schandaal in kon ontdekken). En, al dan niet gechaperonneerd door Wim Schoevaart, aan het bladeren in de perskamer of in het enige vergaderkamertje, tot we eruit verwijderd werden door Leo Beenhakker omdat het zijn kantoortje was. Vaak ging ik tussendoor even de wenteltrap op naar het spelershome, voor een bakje koffie bij Joan, die om half twaalf dan voorzichtig zei 'Ik wil je niet weghebben, maar eh Ik begreep wat ze bedoelde. De training liep op zijn eind, en Louis van Gaal zou me dan op barse schoolmeesterstoon wel ver wijderd hebben. Terecht, ik had niets te maken met wat er door de spelers besproken of bemopperd werd en was er gelukkig ook niet zo in geïnteresseerd. Het spelershome fungeerde na de wedstrijden trouwens als opvangcentrum voor iedereen die er niets te zoeken had: de pers, nadat de wedstrijdanalyse was afgelopen, bestuur, spon sors en hier en daar een speler. Je kwam mensen tegen die je anders nooit sprak. Louis zat meestal bij de deur met een baco'tje, tevreden zijn domein overziend. Natuurlijk kon het niet meer: het was veel te klein, je kon er je kont niet keren, en voor een Europese topper was het geen doen meer. Behalve de mensen die het ontvangen van rela ties belangrijker vonden dan het voetbal zelf, zat niemand er erg mee: Bobby Haarms vertrouwde me ooit toe het wel prettig te vinden dat hij op zijn teenslippers naar het hoofd opleiding, die zijn kantoortje in een container naast het stadion had, kon sloffen. Toen Ajax, een kwart eeuw geleden alweer, verhuisde, wist iedereen dat het nooit meer hetzelfde zou zijn: we gingen van ons flatje naar een echt huis, veel mooier maar niet half zo leuk. Na de afscheidsavond in De Meer, die met artiesten en oud-spelers omkleed was, zat ik op de tribune nog wat te praten tot de steward naar ons toe kwam: 'We gaan sluiten', zei hij. Die woorden klonken snijdender dan hij bedoelde. Evert Vermeer Ajax nam 25 seizoenen geleden afscheid van stadion De Meer. Een kwart eeuw na het laatste seizoen 1995-1996 vertellen ooggetuigen over de historische thuishaven en de club van toen. Deze aflevering: Nic Steur, manager salaris- en personeelsadministratie van Ajax. 'Toen ik op 15 april 1977 bij Ajax begon als administratief mede werker was nog sprake van een kleine organisatie. We zaten met z'n drieën op kantoor en deden alles. Van het versturen van de weekberichten, de distributie van de clubbladen plus de kaart- en seizoenkaartverkoop. Thuisduels in De Meer waren zelden of nooit uitverkocht. Sterker nog: we waren blij als het half vol zat. We verkochten tussen drie- en vier duizend seizoenkaarten, de rest ging via de losse kaartverkoop. Buiten de administratie om was er een conciërge-echtpaar, richt ten drie man zich op de velden en accommodatie en waren er natuurlijk de spelers en trainers van Ajax 1. Er was één fysio therapeut. Op Voorland liepen de jeugdtrainers rond. Zij waren parttime in dienst en trainden twee of drie elftallen. Nu is dat heel anders. We begonnen met typmachines, een adresseer- en stencilmachine. Er was nog geen computer in huis. Het gebeurde wel eens dat de hoofdtrainer bij ons op de administratie zat en de telefoon op nam. Was dan een gebbetje. De verbazing bij de beller was dan natuurlijk groot. In principe wist je alles, ook als er een belangrijke transfer speelde. Dat ging niet over ons bureau, maar we wisten wel: er is iets aan de hand. Ajax is veel groter geworden en dat is niet jammer. Zo fantastisch was het allemaal niet in De Meer, die accommodatie kon op het laatst niet meer, in 1995 knapten we er in De Meer volledig uit. Als Ajax niet naar een groter stadion was verhuisd, dan had de club niet meer bestaan. Ik ben 65 en ga op 1 oktober met pensioen. Je hebt een sterke band met de club. Het resultaat van het eerste elftal heeft wel invloed op je humeur. Je leeft mee met de ups en downs, en die zijn er genoeg geweest.' Ronald Jonges

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 2020 | | pagina 4