DAVID
Erfgoed
Stadion De Meer
16
Ajax in Indonesië
De kenmerkende neonletters AJAX sierden na de uitbreiding van het Ajax-restaurant de gevel van stadion De Meer. Na de
afbraak van het stadion werden de letters teruggevonden en kregen een plekje boven de portiersloge van de Johan Cruijff ArenA.
Ons aller Ajax heeft sinds de
oprichting op 18 maart 1900 in
een aantal iconische stadions zijn
thuiswedstrijden mogen spelen,
van het Houten Stadion tot en
met de Johan Cruijff ArenA.
In dit artikel besteden we
speciale aandacht aan Stadion
De Meer, volgens velen nog
steeds hét Ajax-stadion.
Iedereen heeft wel een bijzon
dere herinnering aan het stadion
aan de Amsterdamse Middenweg
in stadsdeel Oost. Dat begint
al met de weg ernaartoe, met
tramlijn 9 en vervolgens het
laatste stukje te voet, gezamenlijk
in een lange stoet Ajacieden. Of
stiekem zonder toegangsbewijs
naar binnen, over een slootje en
dan nog even door het hek.
Als we 'De Meer' als zoekop
dracht intikken in de zoekbalk
van het digitale Ajax-archief, dat
nu voor iedereen toegankelijk is
(ga naar www.archief.ajax.nl)
dan krijgen we meer dan 40.000
zoekresultaten. Het grootste
deel bestaat logischerwijs uit
verwijzingen naar het stadion in
de vele programmaboekjes. Maar,
er zijn door Ajax-kenners als
David Endt en Carel Berenschot
ook historische stukken geschre
ven voor het Ajax Magazine e.d.
De Meer werd ontworpen door
Daan Roodenburgh voor een
bedrag van 300.000 gulden. Hij
was twintig jaar eerder trouwens
ook de architect van Het Houten
Stadion. Roodenburgh wilde nu
voor Ajax een mooi huis in een
grote tuin realiseren. Dit lukte
aardig, door de lange oprijlaan en
de gazons met daarin rododen
drons.
Het stadion werd officieel
geopend op 4 december 1934.
Bij de opening was het muziek
korps van Verkade aanwezig als
mede tientallen hoogwaardig
heidsbekleders, die allemaal een
praatje hielden. Ajax speelde een
wedstrijd tegen Stade Franpais.
Het bleek al snel, na het eerste
doelpunt van Bob ten Have, dat
die tegenstander een maatje te
klein was. Ajax trof vijf keer het
vijandige doel. Eindstand 5-1.
Een belangrijke eyecatcher van
De Meer waren natuurlijk de
Ajax-Letters die vanaf de jaren
zeventig op het dak van het toen
uitgebreide restaurant stonden.
De neonletters waren enkele
jaren zoek, maar zijn door onver
moeibaar speurwerk van Thijs
Lindeman teruggevonden. De
letters zijn nu weer netjes opge
hangen aan het huis van de club,
boven de ingang van de Johan
Cruijff ArenA Servicedesk.
In De Meer, dat officieel trouwens
simpelweg Ajax-stadion heette,
hebben heel veel spelers van
grote naam geschiedenis geschre
ven. Gelukkig dat er in Amster
dam-Oost, de Johan Cruijff ArenA
en op het trainingscomplex van
de Toekomst nog genoeg verwij
zingen naar dit beeldbepalende
stadion en die bespelers te zien
zijn. Stadion De Meer blijft in de
harten van heel veel Ajacieden
altijd een speciaal plekje behou
den.
Rianne van de Wetering
In de linker had hij een meer dan brandend schot, zijn passing was
van hoge kwaliteit én hij droeg een brilletje. Dat brilletje is een
kenmerk dat je heden ten dage op het veld niet meer tegenkomt,
maar in Robbie's tijd zag je ze wel meer: bebrilde voetballers
binnen de lijnen. Ongewild maar onvermijdelijk gaf het hem een
wat intellectuele uitstraling maar Robbie Alberts was toch echt
vooral een voetbaljongen, al waren zijn beide ouders musici die
zich in een heel andere wereld ophielden.
Goedlachs maar gemotiveerd voetbalde hij zich bij Ajax een toe
komst in, nadat hij zijn eerste schoten, loopjes en passeerbewegin
gen bij Rivalen had geoefend. Wij speelden met elkaar in het elftal
Onder 19 jaar dat toen nog 'Al' heette, gingen gezamenlijk over
naar Jong Ajax, dat toen onder de noemer C-elftal door het leven
ging, totdat Robbie in 1975 de weg van het avontuur koos en ons,
teamgenoten, licht verbijsterd en mild jaloers achterliet door naar
het buitenland te gaan. Buitenland, dat was dè droom naast de
Grote Droom speler van Ajax l te worden. De moeilijkheidsfactor
was aanzienlijk, het eerste elftal was van mondiaal gehalte en 'door
stroming van de jeugd' was meer op toeval dan op beleid gefun
deerd.
Het bescheiden Clermond Ferrand, waar ook voormalig Ajacied,
international Klaas Nuninga voetbalde, was slechts een eerste
etappe van Alberts. Nóg avontuurlijker was zijn oversteek naar
Canada waar hij bij Vancouver Whitecaps de brandende linker
en de kwaliteitspassing ten beste gaf. Na een paar jaar Noord-
Amerika belandde onze linkshalf in Zweden, leek daar gesetteld,
maar die kwalificatie paste Robbie niet en, inmiddels trainer
geworden, ging het veel verder, naar Azië. Maleisië, Singapore,
Zuid-Korea, Indonesië, inmiddels is in die contreien de naam
mister Robert Alberts een bekende- en bovendien één die al
een kwart eeuw resultaatgarantie biedt.
Verandering en de daarbij horende aanpassing aan andere culturen
passen bij Alberts' leven, maar wat een vaste waarde blijft, is Ajax.
Waar hij ging of stond en staat in de wereld, overal was dat etiket
een deuropener en een waarborg dat hij slim hanteerde. Het voegt
slagroom toe aan zijn zelf verworven status.
Wat ook bleef was ons contact dat mij een inkijkje verschafte in
zijn werelden en hem een lijntje bood met de Nederlandse voet
balwereld, Ajax voorop. Robbie draagt geen brilletje meer en is,
met zijn avontuurlijk leven als rijke bagage, nu trainer van Persib
Bandung in Indonesië waar Ajax onveranderd zijn extra referentie
is.