Menselijke strepen Langs de Zijlijn 'Is de Champions League winnen een utopie?' Johan Cruijff in brons voor de gevel van de Johan Cruijff ArenA! Ajax is een nieuw baken rijker in de vorm van het beeldhouwwerk van de Friese kunstenaar Hans Jouta. Frank Rijkaard en een afvaardiging Ajax-supporters onthulden het kunstwerk. Paul Mulder (70) werd twee jaar geleden tijdens de nieuwjaarsreceptie door voorzitter Hennie Henrichs geëerd met 'Het Kistje van de Voorzitter' als vrijwilliger van het jaar. Hij werd daarmee automatisch lid van de vereniging als dank voor zijn jarenlange vrijwilligerswerk als onder meer medewerker bij de kleedkamers en zijn werkzaamheden voor de Supportersvereniging Ajax. Hoe kwam je bij Ajax terecht? 'Als jongetje speelde ik in het oude stadion in De Meer. We konden overal komen en het was een mooie tijd. Ik was van jongs af aan fan van Ajax. Jaren later ben ik actief vrijwilliger gewor den bij de Supportersvereniging Ajax. Meehelpen met het Indoor Challenge toernooi, het sinter klaasfeest, de open dagen, zo ben ik erin gerold.' Wat doe je op dit moment voor vrijwilligerswerk? 'Op zaterdagen bij de amateurs en op woensdagmiddag help ik in het zogenaamde "kleedkamerge- bied". We regelen alle materialen, zetten thee in de rust, brengen dit rond en ruimen op. Bij Ajax Zaterdag I sta ik bij de opkomst bij het veld en ik assisteer bij de jeugd op woensdagmiddag. Door de huidige situatie (corona, red.) is het anders. De amateurwed- strijden worden gespeeld bij Only Friends. Ook daar spring ik bij. Afgelopen zondag ben ik voor het eerst sinds lange tijd op de Toekomst geweest, bij de wedstrijd Ajax Vrouwen tegen FC Twente. Iedereen had een eigen zitplaats en er waren I50 mensen aanwezig. Toch bijzonder om in deze tijd zo'n wedstrijd te volgen.' Wat is je mooiste Ajax-herinnering? 'Het kampioenschap van 20II de wedstrijd tegen FC Twente, blijft voor altijd in mijn geheugen. Ik hoop dat Ajax de Champions League nog eens wint, maar dat is (denk ik) een utopie. En de wed strijd van Ajax Zaterdag I tegen Stedeco om het kampioenschap zal ik niet snel vergeten.' Tamara Schellekens I2 Sommige doemdenkers menen dat het coronavirus nooit meer zal verdwijnen. Dat het 'Nieuwe Normaal' de definitieve toestand zal blijken die door de naam al enigszins gesuggereerd wordt: een wereld zónder handdruk maar mét mondkapje, zoals we het sinds maart in een aantal gradaties hebben ervaren. Ik geloof daar niets van. Alle virussen uit de moderne tijd verdwe nen van het toneel: óf ze werden geëlimineerd door een vaccin, óf ze verloren hun angel en daarmee hun impact. Ze werden minor problems. Pandemieën worden vroeg of laat herinneringen. Denk aan de Spaanse griep van I9I8 of zelfs het verwoestende hiv-virus uit de jaren tachtig: geen vaccin, nooit verdwenen, maar tóch klein bier geworden. Dat is het lot dat ook COVID-I9 te wachten staat. We moeten ons nu even aan wat afspraken houden, maar winnen zullen we. Het 'Oude Normaal' keert altijd terug. Wie dat gelooft, kan heel anders kijken naar de vreemde toestan den in voetbalstadions in het algemeen en onze Johan Cruijff ArenA in het bijzonder. Natuurlijk sta ook ik bij voorkeur met 53.000 Ajacieden in een ramvol stadion en val ik na een belangrijk doelpunt het liefst jui chend mijn vrienden in de armen, alsof we 'm er zelf in hebben geschopt. In die zin is dit een klotetijd. Maar met de overtuiging uit de eerste drie alinea's in het achter hoofd wordt 'omdenken' mogelijk. Voor je het weet herken je in de manier waarop de fans nu hun plaatsen innemen een unieke, beheerste publiekschoreografie. Die rondscharrelende groepjes Ajacieden rond het stadion, wach tend op hun 'tijdslot': het kwartiertje waarin ze het stadion mogen betreden. Die zee van rode stoeltjes, waarin zich naarmate de aftrap dichterbij komt een patroon van keurig rechte, menselijke strepen vormt: verticale linten van supporters op de tribunevak ken, met steeds dezelfde afstand ertussen. Het is een unieke aanblik die straks - als het virus opgehoepeld is en het 'Oude Normaal' teruggekeerd - een curieuze herinnering zal worden aan een gek voetbaljaar. Wél kijken en applaudisseren; niet juichen en zingen. We beleven een voetbaljaar dat anders is dan alle andere. Voor Johan Cruijff was voetbal een spel van ruimtelijk inzicht: lij nen, ruimten en het inschatten van afstand. Zo beschouwd is de discipline waarmee wij Ajacieden 'coronaproof' voetbal gestalte geven een meetkundig eerbetoon aan de meester. Hij zou trots zijn geweest. Menno Pot

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 2020 | | pagina 12