DAVID
Het belteam
Erfgoed
mm
16
Surrealisme
Gevoetbald werd er niet in de Johan Cruijff ArenA, maar de stille periode werd zo goed mogelijk benut, onder
meer met aanpassingen van de tribunes. Zo zijn de open hoeken van het stadion aangepast tot zitplaatsen.
Beste lezer, uw laatste bezoek aan
de Johan Cruijff ArenA is alweer
van enige tijd geleden, maar er
gloort hoop want er is inmiddels
iets meer duidelijk geworden over
wat voor ons ligt. Hopelijk kan de
bal snel weer gaan rollen.
Het niet kunnen bezoeken van
een voetbalwedstrijd is natuurlijk
voor iedere Ajacied zwaar. Wel
licht is het voor sommige nog
zwaarder vanwege hun leeftijd
en hun fysieke en mentale
gezondheid. Ten behoeve van
deze groep is er vanuit Ajax
Fancare een initiatief gestart.
Het zogenaamde 70+ belteam.
Het team bestaat uit zo'n 25
Ajax-medewerkers, die in een vrij
uurtje telefonisch contact opne
men met Ajacieden van het eerste
uur. Zo hebben spelers als Klaas
Jan Huntelaar en Kelly Zeeman,
maar ook Ajax-directeur Edwin
van der Sar al met verschillende
seizoenkaarthouders gesproken.
In eerste instantie gaat het daarbij
om gezellige gesprekken, maar
de leden van het belteam polsen
ook of alles nog goed gaat. In de
meeste gevallen waren er geluk
kig geen schrijnende gevallen,
zoals vereenzaming of een gebrek
aan (medische) hulp.
Ook ondergetekende heeft
enkele leuke en mooie telefoon
gesprekken gevoerd. Veel Ajacie-
den die ik sprak hebben het
Gouden Ajax volop meegemaakt
en ik was reuze benieuwd naar
wat hun mooiste Ajax-herinnering
was. Een veel genoemd antwoord
was dé mistwedstrijd tegen Liver
pool. Het is bijzonder om te
horen hoe iedereen deze histori
sche match heeft ervaren.
Naast het ophalen van Ajax-her-
inneringen heeft één telefoon
gesprek zowaar gezorgd voor
bijzondere bijvangst voor de Erf
goedcollectie. Na mijn introductie
van het Erfgoed en het Oral
History-project, vertelde de moe
der van een Ajax-jeugdspeler uit
de beginjaren '80 dat ze samen
met haar man veel wedstrijden
heeft gefilmd van jeugdtoernooien
in het buitenland waaraan haar
zoon heeft deelgenomen. Het
gaat allemaal om bewegend beeld
van Ajax-junioren.Tijdens ons
telefoongesprek vertelde ze
prachtige anekdotes over de
Ajax-jeugd en het reilen en
zeilen van De Meer in die tijd.
Omdat het Erfgoed bezig is met
het verzamelen van historische
beelden vroeg ik of zij wellicht de
banden in bruikleen wilde geven
om de beelden te laten digitalise
ren voor het Ajax-archief. Hier
reageerde zij enthousiast op. We
hopen de beelden spoedig te
kunnen digitaliseren en toe te
voegen aan het archief!
Rianne van de Wetering
Een paar weken geleden bracht ik een bezoek aan de Johan Cruijff
ArenA. De vrij normale dinsdagochtend kreeg een extra glans
door de emotie die ik voelde bij het oprijden van de fly-over. De
vanzelfsprekendheid van de route had de vele jaren van afwezig
heid overleefd. Dat niet Ajax de bestemming was, maar de burelen
van het stadionmanagement, deed daar niets aan af. Hoeveel stap
pen ik daar had gezet en hoe had, na een krakend begin vol nostal
gie naar De Meer, de liefde voor deze plek bezit van mij genomen.
Het was een coronastille dag, enkele medewerkers waren aanwe
zig, anderen werkten noodgedwongen thuis. De gewoonlijke
bedrijvigheid was beperkt tot hier en daar wat arbeid, maar de
ontvangst was hartelijk en ik kreeg gelegenheid om even het veld
op te gaan. Daar lag het veld, prachtig groen en heerlijk gladge
schoren. Niet betreden, natuurlijk niet, dat is een vorm van heilig
schennis en daar wilde ik mij, zeker in de rol van gast, niet aan
bezondigen. Het stadion is in de loop der jaren steeds meer en nu
vrijwel volledig een stadion van Ajax geworden, van de club en van
de fans. De aangebrachte veranderingen hebben stuk voor stuk
goed uitgepakt. De kleurstellingen werden van neutraal naar partij
dig. Was er ooit een gracht? Die leek noodzaak toen de ArenA
werd gebouwd, nu is het idee alleen al hopeloos achterhaald.
In de open hoeken van het stadion was men bezig die te vullen
met tribunes: weer een stap vooruit, opnieuw een nu logisch
lijkende aanpassing op weg naar het ideale stadion. Ik keek om mij
heen en stelde mij het stadion in volledige bezetting voor, mét
die opgevulde hoeken. Hoe imposant, hoe fantastisch! Maar tegelij
kertijd wist ik dat de stilte van nu, op deze vrij normale dinsdag
ochtend, niet zomaar zou veranderen. De huidige wereldsituatie
staat misschien wel een wedstrijdje toe, maar houdt de ambiance
die daarvan meer dan de helft is, niet toe. Voetballen in een leeg
stadion zorgde, ongeacht het motief, altijd voor een surrealistische
ervaring waarin de verhoudingen niet klopten.
De verhoudingen kloppen binnen en buiten het stadion niet. Voet
balmensen smachten naar het spel én het spel met elkaar beleven,
dat is de essentie. We worden op de proef gesteld, maar moeten
volhouden. Op een mooie dag stappen we weer in drommen de
trappen op, vullen de tempel en onze harten, inhaleren voetbal
zoals het hoort en verslaan het surrealisme!