De aanloop:Weense sferen
Historie
Evert Vermeers historische vervolgverhaal over het Champions League-seizoen 1994-1995 is aan zijn slothoofdstuk toe.
De foto-impressie toont beelden uit de op 24 mei 1995 gespeelde finale waarin Milan met 1-0 werd verslagen.
Het leek een beeld van vroeger,
waarvan we niet hadden gedacht
het ooit nog mee te maken: 22
jaar geleden speelde Ajax zijn
laatste finale om de belangrijkste
Europese beker. Prachtige verha
len waren het, van inmiddels
oudgedienden die erbij waren
destijds, in Madrid, Londen, Rot
terdam of Belgrado, of gewoon
op het Leidseplein.
Ajax kon nog steeds veel, won
zelfs nog twee Europese bekers,
maar die ene, de échte Europa
cup, die leek ver verwijderd in de
tijd van grote budgetten en Euro
pese supermachten die in de
jaren negentig al was aangebro
ken. Ajax was een club geworden
van uitschieters in Europees ver
band, maar de beker der bekers
weer in handen hebben leek
toch een brug te ver. En nu, in
mei 1995, was het er opeens
weer: Ajax was nog één stap ver
wijderd van de mooiste prijs van
allemaal. In Wenen, in het Ernst
Happelstadion; alles leek erop
dat er een cirkel rond gemaakt
moest worden, dat de band met
het verleden moest worden aan
gehaald, en Litmanen, de Boertjes
en Overmars de brug naar Cruijff,
Swart en Keizer moesten slaan.
En dat in Wenen, de zwierige stad
waar het zwierige walsverleden
nog altijd rondspookte, maar ook
het reuzenrad stond uit de film
The Third Man, over het grim
mige, bijna sinistere koudeoor-
logsgevoel dat later de stad in
zijn greep had. En de snel verva
gende herinnering aan het won-
dervoetbal dat Rapid Wien ooit
speelde, en bijvoorbeeld Ajax
zijn grootste nederlaag ooit
toebracht: 16-2! Alles ademde
geschiedenis, maar weinigen had
den er oog voor, het ging immers
om de 90 minuten van vanavond.
Het was een militaire operatie
iedereen naar Wenen te krijgen,
met vliegtuigen, bussen en auto's,
en straks weer allemaal terug. De
tegenstander, Milan, was al twee
maal verslagen. Driemaal zou dus
scheepsrecht kunnen zijn, aldus
de cynici. Maar ook: Milan was
een grootheid, maar niet meer
de ploeg van enkele jaren eerder.
Toen speelde Rijkaard bij hunnie
en nu bij ons.Van Basten en
Gullit waren ook verdwenen bij
de Milanezen. En Ajax? Ajax had
weer een mooi elftal opge
bouwd, met Louis van Gaal als de
nieuwe Rinus Michels, en hoefde,
in de woorden van oorlogspresi
dent Roosevelt, nergens angst
voor te hebben dan voor de
angst zelf. Ondanks de wedstrijd
zenuwen bij de supporters was
de sfeer opperbest in Wenen: het
weer was prachtig, de aanhangers
van beide ploegen wilden er een
mooie dag van maken; op het
parkeerterrein werd zelfs een
potje gevoetbald. Iedereen had er
wel zin in. Het zou best eens een
boeiende wedstrijd kunnen wor
den, met in alle gevallen een
waardige winnaar, zo leek de stil
zwijgende afspraak.