Andre Stuijf Langs de Zijlijn Sterker dan Milan Wat is de doelstelling van het tweede elftal? DD Over het gala van de Voetballer van het Jaar-verkiezing lag een diepe Ajax-glans. Frenkie de Jong (Talent van het Jaar), Dusan Tadic (topscorer en Bronzen Schoen) en Matthijs de Ligt (Gouden Schoen) vielen in de prijzen. Andre Stuijf (69) is sinds 2008 teammanager van Ajax Zaterdag 2. In Langs de Zij lijn praten we bij over de voorbereiding, de doelstel ling, het tweede elftal en André's lidmaatschap. Hoe kwam je bij Ajax terecht? 'Jan Fleijsman, met wie ik ooit op de kleuterschool zat, vroeg mij om bij Ajax te komen. We zaten samen in de scouting. Dit is mijn elfde seizoen als team manager van Ajax Zaterdag 2. Officieel ben ik twintig jaar lid, vanaf 10 jaar was ik lid-donateur' Wat zijn je hoogtepunten bij Ajax Zaterdag 2 tot nu toe? 'In mijn tijd als teammanager ben ik in negen jaar vier keer kampioen geworden, waarvan twee jaar achtereenvolgend. Met trainer Dennis van der Wal zijn we 26 maanden ongeslagen geweest. We speelden meestal in de reserve hoofdklasse, één jaar hebben we in de Topklasse gespeeld.' Hoe zag de voorbereiding eruit? 'Ieder jaar komen er veel nieuwe spelers naar het tweede. Een aantal spelers van het tweede stroomt door naar het eerste en een aantal naar het derde amateurelftal. Het is belangrijk om te blijven doorselecteren. Ik verwacht dit jaar weer een uitge balanceerd team te hebben. Alle posities zijn dit seizoen beter en dubbel bezet. De bedoeling is dat we met het eerste en tweede veertig spelers tot onze beschik king hebben, 22 voor de A-selec tie en 18 voor de B-selectie.' 'We willen spelers beter maken en laten doorstromen naar Zaterdag D, en zo ver mogelijk komen in de beker. In maart beginnen we met de stagetrainin gen, waar we ongeveer 80 aan meldingen voor krijgen. Van de 80 aanmeldingen blijven er drie over. Iedereen wil bij Ajax voetballen. Ongeveer de helft van de jongens begint in het tweede elftal en stroomt door, hetgeen bevestigt dat we een opleidingsteam voor het eerste amateurelftal zijn.' Wat doe je als teammanager? 'Op donderdagavond woon ik de trainingen bij. Ik regel alles voor de spelers, de wedstrijd op zater dag en de teambuildingsactivitei ten. Eén of twee keer per jaar gaan we uit eten en spelen we footvolley en ieder jaar gaan we drie dagen op trainingskamp in Hoenderloo'. Tamara Schellekens Van 14 september 1994 herinner ik me alles nog: de continue regen, de rode fakkels die desondanks goed brandden, de paraplu's die het zicht belemmerden ('omlaag met die krengen!'), het uitflui ten van Ruud Gullit. Ik kan de doelpunten nog voor me halen vanuit mijn perspectief van die avond, vanuit vak SS. Ze vielen helemaal aan de overkant. Ik keek Ronald op de rug toen hij stiftte, precies in mijn kijkrich ting. Het was ook toen niet moeilijk om te beseffen dat het een historische avond was. Eigenlijk hadden we op voorhand geen idee wat we moesten ver wachten. Geen Ajax-supporter kon goed inschatten hoe goed het elftal werkelijk was. Dat internationale glorie mogelijk was, wist mijn generatie inmiddels uit eigen ervaring: 1987, 1992, we hadden het intens beleefd. Maar de Europacup voor Landskampioenen, een paar jaar eerder omgetoverd tot UEFA Champions League, dat was toch iets anders. Ajax was in het voorjaar van 1994 overtuigend landskampioen geworden. De ploeg leek ijzersterk, maar waar stonden we pre cies in de pikorde der kampioenen? Ajax had op 2 oktober 1985 (bijna negen jaar eerder!) voor het laatst een wedstrijd in de Europacup I gespeeld: eerste ronde, FC Porto, exit, want zo ging dat elk jaar. Ajax-Milan was, om te beginnen, Ajax' rentree in een toernooi waarin het bijna een vol decennium niet had gespeeld. Jonge Ajacieden kunnen zich nauwelijks voorstellen hoe dat voelt, merk ik om me heen. Ik herinner me dat we een paar dagen later naar Kerkrade moesten, naar Kaalheide. Roda JC uit. Ik had bij de administratie in het Ajax-stadion een kaartje gekocht, dat door de meneer ach ter het loket van de rol werd gescheurd. In Kerkrade begeleidde de M.E. ons over een drukke autoweg, waar we hetzelfde deden als het jaar ervoor (en het jaar daar voor): met zijn allen gaan zitten, kont op het asfalt, zodat zich een lange, claxonnerende file vormde en de politie zich even geen raad wist met deze vreedzame sabotage. Zelfs daar, midden op de weg, ging het over de 2-0 tegen Milan. Na de wedstrijd (l-l) werden we terug naar het treinstation geëscorteerd en kon er maar één conclusie zijn: Roda was beter dan AC Milan. En het bleek geen incident: van Milan zou Ajax dat seizoen driemaal winnen, van het oersterke Roda tweemaal niet. Menno Pot

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 2019 | | pagina 11