Verliefd, verloofd, getrouwd Henk Medik Bob Haarms op het veld aan het werk (met o.a. Piet Schrijvers en Ferdy Vierklau). De eisen die hij aan zijn spelers stelde, stelde hij ook aan zichzelf: onvoorwaardelijke en volledige inzet om het beste resultaat te behalen. niets aantrok van de weersomstandigheden en de dwingende wijze waarop hij zijn jongens in het veld van de eerste tot de laatste minuut alles uit henzelf liet persen. Ik zou Bob Haarms beter leren kennen. Een paar jaar later was hij mijn trainer hetgeen een directe confrontatie met de factor hardheid betekende. Maar ook met begrippen als loyaliteit, karakter, inzet. Wat hem betreft was Ajaciedschap gebaseerd op volledige overgave voor je sport. Zonder het element sportiviteit te negeren betekende Aja ciedschap: alles, maar dan ook alles er aan doen om te winnen, te tonen dat je de beste was. En dat ging niet zonder offers. Dat ging niet zonder pijn. Soms, vaak, was het hard. Het moest helemaal uit jezelf komen, maar wanneer het moest, stond Bob je bij in de strijd. Nee, meedogenloos was hij niet. Weer een levensfase verder werden Bob en ik collega's. Hij monu mentaal staflid, ijkpunt voor de mensen om hem heen, punctueel, accuraat en steevast ambassadeur van Ajax. Hier en daar een whiskey. Soms een verschil van mening, harde woorden af en toe, norse kop pen en koppigheid, dan weer op een gelijk spoor. Op het werk, op het veld, in de kleedkamer, in de trainerskamer, op reis voor en met zijn club, daar was Bob in zijn element. Dat Ajax zijn leven was, wisten we en het effect daarvan zagen we toen hij 'met pensioen' ging. Dat kraakte zijn leven omver, dat was hard voor hem. Hard en meedogenloos, Bob was zijn kompas kwijt. Machteloos toezien hoe een geliefde kerel uit ons midden afbrokkelt is hard. Pogingen hem als levend symbool bij de club betrokken te houden waren goedbedoeld maar uiteindelijk surrogaat. Om hem, nu tien jaar geleden, op een zonovergoten windstille dag op de Toekomst in het bijzijn van een volledige Ajax-familie uitgeleide te doen, werkte sentimenten los. Het was een harde dag maar de wijze waarop die dag werd beleefd betoonde hem eer. We stonden stil bij het heengaan van een bijzondere kerel, een speciale Ajacied: Bob Haarms. David Endt Dela Mackay (coördinator Back Office Ajax) 'Een attente man die elke dag met hart en ziel voor Ajax bezig was en nog steeds wordt gemist.' Leo Beenhakker (Ajax-trainer 1978-1981 1989-1991) 'Bob zit vast verankerd in mijn hart.' Ole Tobiasen (Ajax-speler tussen 1997-2002, winnaar Bobby Haarms Trofee 1999) 'Ta-ta-ta-ta-taa, nog maar dertig seconden, ga door: ta-ta-ta..."Bob Haarms kon je afmatten, voor je eigen voordeel. En hij hield je onafgebroken scherp. "Hou focus en kwaliteit, laat je niet afleiden... je zit niet meer bij de amateurs!... Volhouden jongen, je kan het!" Ik vergeet die man nooit.' We schrijven 7 februari 1993. In De Meer sloeg Ajax zes gaten in defensie en doel van Sparta: tussen Frank de Boer en tweeling broer Ronald twee keer Dennis Bergkamp, twee keer Marciano Vink. De straten vulden zich met euforie, net als de 'relaxruimten' van het stadion, waaronder het spelershome van Tante Sien. Daar ont dekte ons vaste groepje een 'gat' aan de kop van de bar. Bobby Haarms ontbrak, met z'n glas whisky en de sigaret tussen de vin gers. Navraag bij clubarts Piet Bon leerde dat het boegbeeld van alles wat Ajax is, plots in het ziekenhuis was opgenomen vanwege hartklachten. Als in een flits ontstond een initiatief bij ons - Rimco Haanstra, Jaap Stobbe, Hans Melissen, Ineke Provily en ondergete kende, met Bert Haanstra het vaste groepje na een thuiswedstrijd immer om Bob geschaard. Vooraf aan een Europese wedstrijd stuurden we een geluksfax aan Bob. Nu stuurden we een fax dat we een fanclub hadden opgericht als ondersteuning van herstel. Een fanclub van alleen ons groepje, als geintje. Maar diezelfde namiddag wilden mensen die er van hoorden zich aansluiten. We konden niet meer terug, het werd kond gedaan. Oud-spelers meldden zich. Johan Neeskens uit Zwitserland als eerste. We vroegen 50 gulden contributie; hij stuurde een check, die we nooit verzilverd hebben, maar ingelijst. We moesten een maximum stellen op 200 leden. Er kwam een clubblad, Het Bobblad; er volgden feestelijke gala-avonden, waarop Bob een mentaliteitsprijs uitreikte aan spelers die dat in zijn ogen verdienden: Blind, Overmars, Litmanen, Silooy en als laatste Ole Tobiasen. Wat was dat toch, dat de enige fanclub ter wereld voor een assistent-trainer zo'n aantrekkingskracht had? Het geheim naar mijn mening: omdat Bob net als wij doodgewone tribuneklanten, eens op het mooiste rood-wit verliefd was geworden. Bob was ook verloofd en uiteindelijk getrouwd geraakt met de club. Dat is met velen gebeurd, maar vaak gingen verlovingen uit, werden huwelijken verbroken. Bij Bob nimmer, die bleef in die oerstaat van de liefde, waarin wij eenvoudige stervelingen verkeren. Voor altijd verliefd en dat schiep een oerband. Bob was en bleef een fan, net als wij. Klaas Vos Henk van Santen (Ajax-scout,Ajax-jeugdspeler en A-selectie 1974-1975) 'Bob Haarms was mijn trainer, streng en hard. En gaf mij een heel belangrijke levensles. 'Henkie', zei hij, 'je moet het helemaal alleen doen'. Waarmee hij mij bewust maakte van hoe voetbal en het leven in elkaar zit' (leider Klassiek Ajax, Ajax-speler tussen 1969 en 1974) 'Voor meneer Haarms, onze trainer, deed je alles, voor hem had je alles over. Omdat je wist dat hij dat ook voor jou zou doen. Karakteristieke kerel met een Ajax-hart, dat wil je niet weten!'

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 2019 | | pagina 9