Hard Als assistent-trainer maakte Bob Haarms al het wel en wee van Ajax mee. Ook werkte hij met een keur aan trainers. Op de foto's zien wij hem met Johan Cruijff, Leo Beenhakker, Barry Hulshoff, Spitz Kohn, Gerard van der Lem en Louis van Gaal. Het was een harde dag. Een harde dag met een harde avond, zoals je die kunt hebben, eind november. Dat was ook in 1969 al zo. De hele dag had het gewaaid met af en toe een bui. Loodgrijze lucht, een avond die al snel viel. Zoals wel vaker liet ik het huiswerk voor school voor wat het was (vaak had ik geen idee) en met mijn met grote zorg ingepakte voetbaltas in de hand stapte ik naar de halte van tramlijn 1. Jekker dichtgeritst, kraag omhoog, de capuchon werd pas afgeschud toen ik eenmaal tussen de zwijgende massa mensen in de tram stond. Natuurlijk: geen zitplaats vrij. En dat bleef zo tot aan de uitstaphalte op het Koningsplein. Ik zei al: het was een harde dag. Overstappen op Koningsplein, daar was Lijn 9, ook al mudjevol mensen met al hun door het regennat versterkte geuren. Pas na de Wijttenbachstraat kwam er een stoeltje vrij, het was de moeite van het zitten bijna niet meer waard. Ajax. Daar was Ajax, bestemming bereikt. Wij speelden met ons schoolvoetbalteam een oefenpotje tegen de A1 van Ajax, dat had onze leraar Duits, tevens elftalleider, mooi voor elkaar gekregen. De regen viel nu gestaag en het veld was loodzwaar. We kregen ongenadig hard op ons flikker. Alsof het geen oefenpotje maar een competitiewedstrijd betrof gin gen de Ajacieden tekeer. Dat kwam door de trainer van Ajax. Die stond parapluloos aan de zijkant en eiste, vaak met luide stem, het maximale van zijn spelers. Het was bijna spookachtig: die schorre bulder van Bob Haarms in de stromende regen onder het kunstlicht dat naargeestig werd omlijst door de zwarte avond. Soms een streep licht van een passerende tram over de Middenweg. Ik kende de man wel, en niet. Ja, Bob Haarms, een van de assistenten van Rinus Michels. Een echte Ajacied, wist je. Maar op die harde novemberavond (het werd 7-0) leerde ik hem een beetje beter ken nen. Hij maakte indruk met zijn houding, de manier waarop hij zich Sören Lerby (spelersmanager,Ajax-speler tussen 1975 en 1983) 'Verslappen was er niet bij, met Bob in de buurt. Hij had meteen door wanneer je het even wat makkelijker op nam. Dan kon hij tekeer gaan: "Denk nou niet dat je er bent, dat je iets voorstelt!" Hij had natuurlijk ook die imposante verschijning, grote mooie kerel, en die stem he, ja, dat hielp mee om indruk te maken.' Marcio Santos (wereldkampioen met Brazilie 1994, Ajax-speler tussen 1995 en 1997) 'Oooh... die eerste dagen bij Ajax. Bobby maakte mij af. Eén op één training. Ik verstond hem niet, maar begreep hem wel! Dat deed hij om mij beter te laten worden, terug in vorm te krijgen. Het deed pijn, en zo had ik het nog nooit meegemaakt, maar achteraf was het fantastisch'. Danny Blind (lid Raad van Commissarissen, o.a. speler Ajax 1986-1999) 'Bob? Ras-Ajacied en met zijn ervaring complementair aan het duo Van Gaal- Van der Lem. Was je geblesseerd, dan bracht Bob je op de van hem karakteristieke wijze weer terug. Onvergetelijk: "Oké snuit, nog drie keer!" Kwam je langs Bobby, dan wist je dat je er klaar voor was. En voor de dinsdag training, drie tegen drie scherp "Daar gaan we! Bloed aan de paal, darmen in het net!". En daar gingen we.' Herman Pinkster (teammanager Jong Ajax, voormalig amateurspeler bij Ajax) 'Meneer Haarms was mijn trainer toen ik in de amateurs speelde. Ik keek tegen hem op, hij was een instituut. Het ging er even hard aan toe als toen hij bij het eerste elftal trainde, de mentaliteit stond voorop. "Dooie boel hier", kon hij roepen. En dan schaamde je je. Maar wanneer hij zei: Goed getraind, snuit", dan was je trots.'

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 2019 | | pagina 8