Na Haarms' overlijden op 6 juni 2009 was Ajax in rouw gedompeld. Op de Toekomst vond een drukbezochte
afscheidsceremonie plaats. Met een fakkelsaluut van de supporters werd de trainer naar zijn laatste rustplaats gebracht.
Henk Voors
(hoofd operationeel
preventief supportersbeleid
'Wanneer je mij vraagt om iets
over Bob te zeggen, raak ik al
geëmotioneerd. Ik heb er geen of
teveel woorden voor. In zijn laatste
levensjaren stonden wij heel dicht
bij elkaar. Bob was voor mij alles,
een onvergetelijke Ajax-man.'
Paula Heersping
(voormalig beheerster spelershome)
'Bobby, een gedreven man, soms
een mopperkont maar vooral
een geweldig lieve collega. Zoveel
herinneringen... Elke dag begon hij
met:"Hoi meiden, we gaan er weer
tegenaan, vandaag!" En voor de
wedstrijd vroeg hij:"Paul, heb je een
klein nippie voor me?", vaste prik.
Prachtig toch?
Pim van Dord
(medisch manager Ajax,
Ajax jeugd- en eerste elftalspeler
tussen 1963 en 1980
'Bob, de man van houten schepen
ijzeren kerels. Hij was zo'n ijzeren
kerel. Als weinig anderen kon hij je
scherp houden. Merkte hij dat je
wat minder geconcentreerd was, zei
hij: "Alle ogen zijn gericht op Kwatta,
kleine". Dat was zijn manier je te
waarschuwen. Hij bezat de gave,
het enthousiasme om het maximale
uit iemand te halen, bijvoorbeeld
bij de hersteltraining, die ik later
van hem overnam'
Paul Lonhard
(jeugdspeler Ajax tussen 1969 en
1974)
'Onder elkaar hadden wij het over
"Bob", maar dat zeiden we nooit
tegen hem. Het was "Meneer
Haarms". Zijn invloed op ons jeugd
spelers was groot. We keken tegen
hem op, je ging niet tegen hem, de
strenge voetbalvader, in. Toen in de
wedstrijd tegen FC Den Haag mijn
tegenstander met een kopbal in
duikvlucht scoorde, was hij daar
heel uitgesproken over. Hij zei:"Ik
had zijn kop eraf geschoten!" Daar
stond ik wel van te kijken ja.'
Raymond Bouwman is auteur en programmamaker. Samen met Michel
Sleutelberg schreef hij de biografie van Bob Haarms 'Tussen hemel en
hok, dat bij uitgeverij Thomas Rap werd uitgegeven en werd geredigeerd
door Adriaan Jaeggi.
Ik moest me bij u melden, meneer Haarms.
'Dat klopt, snuit. Wat je doet, is dat je naar beneden gaat, en dat
je dan rondjes gaat lopen om het trainingsveld. Tot ik zeg dat je
klaar bent. Dat veld waar Cruijff en Suurbier liepen, Rijkaard en
Van Basten. Daar mag jij, als eerbetoon, omheen lopen. Niet erop,
want dat moet je verdienen. Dan moeten wij er eerst zeker van
zijn dat je behalve goed kunt voetballen, ook weet dat je voor
Ajax I discipline nodig hebt.'
De naam van de jeugdspeler die straftraining had verdiend heb ik
nooit geweten. Wij begonnen aan onze wekelijkse interviewsessie
voor Bobs boek. Iedere woensdagmiddag, in het verder verlaten
spelershome van De Meer, verhaalde Bob over zijn schier-einde-
loze avonturen bij zijn Ajax. Til en Jon, de gastvrouwen van het
spelershome, zorgden er altijd voor dat er voldoende kaas en
verse leverworst in de ijskast klaar lag. Bob had er lol in om daar
zelf kloeke blokken en dikke plakken van te snijden. Tot half drie -
stipt - werd er geen alcohol gedronken. Vanaf half drie heel veel.
Balantine's. Bob en mijn vriend en mede-auteur Michel Sleutelberg
waren geoefende drinkers. Ik niet. Ik kon er niet tegen, maar
dorst dat niet toe te geven.
Het ging die middag heel lang over de knie van Jan Mulder, waarin
het vocht net zo regelmatig terugkeerde als het tij op het strand
van Schiermonnikoog. En waar Bob na eindeloze sessies herstel
trainingen ten einde raad op advies van een briefschrijver uit het
oosten van het land klei smeerde die hij zelf uit een iets diepere
laag uit de sloot aan Diemenzijde had gewonnen. Waarna het
'blind op me ogen' eb werd in Jans knie.
'Jezus Bob, je bent die jongen vergeten,' schrok ik.
We waren ruim anderhalf uur verder. Bob draaide zich om op die
krakende skai-leren bank. 'Verdomd, hij loopt nog braaf rondjes,'
zei Bob. Hij schoof het schuifraam open. 'Je bent klaar, snuit! Je
kan naar binnen.'
Afgepeigerd sjokte de groeibriljant naar binnen.
'Zou jij hebben doorgelopen,' vroeg Michel me op de terugweg in
de 9.
'Zeker weten,' zei ik. Zwaar beneveld.
Ter nagedachtenis aan Bob
Haarms (I934-2009), maar
ook aan Michel Sleutelberg
(I958-20I5), uitgever Thomas
Rap (I933-I999) en redacteur
Adriaan Jaeggi (I963-2008).
Raymond Bouwman