'Ajax is mijn passie en
mijn leven'
Ajax-trouw
Langs de Zijlijn
Jan Scholte:
Bruisende vreugde in het Ajax-shirt, dat zien wij graag. In het eerste jaar van haar bestaan veroverde het Ajax Vrouwen Talententeam
het kampioenschap. In de eindstrijd werd het KNVB Talententeam Zuid na penalties verslagen en dat zorgde voor feest!
Hoe is jouw liefde voor Ajax ont
staan?
Jan Scholte: 'Ajax werd met de
paplepel ingegeven en dat heb
ben wij (mijn vrouw en ik) door
gegeven aan onze kinderen. In
mijn jeugdjaren ging ik met
vriendjes uit de Jordaan met
tram 9 naar het Stadion De Meer
om daar de trainingen te kunnen
zien. Wij waren zo blij wanneer
wij soms ballen terug mochten
brengen. Soms mochten we de
auto's van spelers wassen'.
Ajax verhuisde naar de Johan Cruijff
ArenA. Hoe ervoer je dat?
'Het was een grote verandering.
Allereerst die gekleurde stoel
tjes. Het werd allemaal groter en
massaler. Maar mooi dat ik dit
mee mag maken.'
Hoe ben je vrijwilliger geworden?
'Ik ben begonnen bij Nico Smith
van de supportersvereniging.
Daar werkte ik samen met mijn
gezin (zoon Mike en dochter
Kelly werken nu bij Ajax) in de
verschillende regio's van de Sup
portersvereniging, waar activitei
ten voor supporters werden
georganiseerd en tijdens de open
dagen. Ik leerde Mark van Leest
kennen en voor hem regelde ik
de logistiek van 'Kick Off', het
programmablad dat bij iedere
thuiswedstrijd werd uitgegeven
voor de supporters in het sta
dion. Vrijwilligers deelden het
blad onder mijn coördinatie uit
bij de Johan Cruijff ArenA. Dit
stopte in 2015 door de digitalise
ring. Bij thuiswedstrijden hielp ik
mee met de pauzeactiviteiten: wij
zetten met een team het AEGON
doel neer, waarbij supporters,
die waren uitgenodigd, konden
scoren in een van de gaten.'
Je bent veel op de club te vinden.
Hoe ziet jouw Ajax-week eruit?
'Op zaterdagen bij de amateurs
en op vrijdagavond bij de Ajax
Vrouwen regel ik de facilitaire
zaken in het kleedkamergebied
en rondom veldbeheer. We zetten
koffie en thee voor de pauzes en
regelen alles voor de teams. Dit
doe ik samen met Hans de Jong,
Ronald Preng, Jan van Tusschen-
broek Kees van Haaren, Paul Mul
der, Adriaan Hoogervorst en Ron
Claassen. Ook begeleid ik de bal-
lenjongens en ballenmeisjes bij
de wedstrijden van Ajax I. Deze
jongens en meisjes ontvangen
we en leggen we alles uit. Met
Kerst ben ik de kerstman en
met Sinterklaas, samen met
Chris Dijkstra, de roetveegpiet.'
Tamara Schellekens
Wanneer Ajax en de Ajax-supporters ter sprake komen, is 'trouw'
doorgaans niet het eerste adjectief dat ter tafel komt.
Vaker heten we gloryhunters en gelden we als supporters die op
slechte dagen de eigen ploeg uitfluiten en tegen minder opwin
dende tegenstanders massaal de seizoenkaart ongebruikt op het
dressoir laten liggen.
Bovendien, hoor ik nog weleens, wordt de trouw van een Ajacied
ook niet zo vaak op de proef gesteld. Altijd goede spelers, vaak
goed voetbal, verliezen als relatieve zeldzaamheid. De spier van de
clubtrouw wordt bij Ajacieden niet zo zwaar belast, en wil daarom
nog weleens wat slapjes zijn. Toch?
In de meeste vooroordelen zit een kern van waarheid, maar er
is wel iets veranderd. Ajacieden zijn, volgens mij, trouwer gewor
den. Rond I992 stroomde De Meer vol en sindsdien is het Ajax-
stadion (ook het veel grotere van nu) nooit meer leeggelopen.
Er waren fluctuaties, wat meer of minder lege stoelen, maar het
Ajax-publiek is sinds I992 altijd massaal blijven komen.
En dat terwijl we onze portie teleurstelling wel gehad hebben.
Wat teleurstellend is, verschilt per club. De zesde plaats die voor
de ene club een topprestatie is, is voor de andere club een aan
fluiting. Teleurstelling ontstaat wanneer het gat tussen prestaties
en wat in redelijkheid verwacht mocht worden groot uitvalt.
Volgens die definitie hebben we bij Ajax onze portie wel gehad,
vooral sinds de overgang naar de Amsterdam ArenA. Afscheid van
de Europese top. Jaren van haast onbevattelijk Europees onder
presteren. Tussen I996 en 200I eindigde Ajax in vijf seizoenen tijd
als vierde, zesde, vijfde en derde van Nederland. Tussen 2004 en
20II noteerden we de langste periode van titeldroogte uit de
moderne clubgeschiedenis, een negatief clubrecord dat helaas
alweer in zicht komt als de schaalqueeste dit seizoen misloopt.
'We' hebben de laatste twintig jaar heus geleerd wat lijden is
(ook vorig seizoen nog, op een nog veel indringender manier),
het plezier was in sommige rampjaren werkelijk ver te zoeken,
maar het volk is altijd blijven komen.
Misschien hebben juist de slechte fasen en rampspoed van de
voorbije twintig jaar de Ajacieden wel trouwer gemaakt, een
vorm van omgekeerde klantenbinding waarin ik graag geloof.
Als dat waar is, beschouw ik de huidige, verrukkelijke chemie en
bijna tastbare affectie tussen elftal en publiek graag als een soort
beloning. Ik ben er al het hele seizoen dankbaar voor.
Menno Pot