DAVID
Erfgoed
Piet van Os
Stilte
16
Op 19 januari overleed voormalig eerste elftalspeler Ger van Mourik. Hij speelde meer dan driehonderd wedstrijden voor Ajax. Acht dagen later
overleed ook Wim Anderiesen jr, generatiegenoot van Van Mourik en 159 keer eerste elftalspeler. Uit eerbetoon voetbalde Ajax met rouwbanden.
Op maandagochtend
23 januari 2017 kwam er
op de Erfgoedafdeling
een telefoontje binnen
van mevrouw Van Os.
Zij vertelde dat zij,
tijdens het opruimen
van haar huis, een aantal
objecten van haar vader
had gevonden. Haar
vader, Piet van Os, bleek
een Ajacied van het eer
ste uur.
Na enig zoeken in de
Erfgoed-archieven troffen
we links en rechts de nodige
gegevens over Piet van Os aan.
Zo speelde hij in het seizoen
1902-1903 als verdediger in een
elftal met andere mannen van
het eerste uur, zoals Hermann
Stallmann, Roelof Dijkstra,
George Graf, Willem Lamp,
Chris Holst, Henk Alofs, Gerard
Ziegeler, Piet van den Broecke,
WG. van Dam en Louis Seijlhou-
wer. Maar Piet van Os was niet
alleen speler. Hij bekleedde ook
een bestuurs-functie als tweede
secretaris. Daarnaast zat hij in de
jeugd-commissie en was hij leider
van een Ajax jeugdelftal. We kun
nen dus gerust stellen dat hij een
toegewijd 'verenigingsdier' was,
dat zo nu en dan zelfs bijdragen
leverde aan het Ajax Clubnieuws.
In het clubnieuws van juni 1940
staat een artikel van zijn hand
over het Ajax Diploma.
Het is onnodig te zeggen dat wij
bijzonder geïnteresseerd waren
geraakt door (het telefoontje
van) mevrouw Van Os en reeds
diezelfde maandagmiddag waren
wij bij haar te gast.
Het is altijd leuk en interessant
om de verschillende Ajax-verhalen
en herinneringen te horen van
personen die 'de oude tijden' nog
hebben meegemaakt. Zo sprak
mevrouw Van Os over de zoge
naamde parkeerproblemen als
Ajax thuis in de Meer speelde.
'Soms liepen we uren te zoeken
naar de auto'.
Ook bekeken wij de objecten.
Het ging om een set originele
foto's van onder meer Ajax Jeugd-
teams uit 1933, documenten gere
lateerd aan verschillende jubilea,
een tweetal oorspronkelijke
brieven en een originele Ajax-
vaan van het 50 jaar-jubileum.
Het was 'mevrouw Van Os' uit
drukkelijke wens om deze objec
ten aan Ajax te schenken en zo
keerden wij opgetogen terug naar
het Erfgoedkantoor, met opnieuw
een aanvulling op de clubgeschie
denis van Ajax.
Bij dezen willen wij mevrouw
van Os nogmaals hartelijk danken
voor deze schenking.
Rianne van de Wetering
Een grote organisatie, zoals Ajax dat in voetballand is, is gebonden
aan het nemen van beslissingen, groot en klein. Dat is minder
makkelijk dan menigeen denkt. Diverse overwegingen dienen in
ogenschouw genomen te worden en dat is niet eens allemaal
afhankelijk, laat staan 'de schuld' van een beursgang. Er wordt ver
gaderd, er wordt gewikt en gewogen, belangen worden in acht
genomen. Onmogelijk is het iedereen naar de zin te maken, tege
moet te komen aan de vele wensen die naar voren komen vanuit
de diversiteit van een bedrijf, dat ook voetbalclub is en dus meer
dan een gemiddelde organisatie 'last' heeft van de onnavolgbare
noemer 'emotie'. Alle begrip voor de complexiteit, begrip ook
voor de kogel die soms door de kerk moet.
Het hierboven getoonde begrip, geboren vanuit een poging tot
inleving, is met opzet wat breed uitgemeten. Maar wanneer u mij
vraagt: 'deed het pijn dat het overlijden van volbloed clubmannen
als Ger van Mourik en Wim Anderiesen jr niet werd bedacht met
een minuut stilte in het stadion?', dan kan ik niet anders dan ant
woorden 'ja, het deed pijn'.
Het is slechts een persoonlijke beschouwing, gebouwd op de
behoefte om eer te doen aan Ajacieden die meer dan alleen voet
ballers - ooit - van Ajax waren. Op de geëigende dag, de wed
strijddag Ajax - ADO Den Haag, voetbalden de jongens van nu
met rouwbanden. Voorafgaande aan de wedstrijd toonden de sta-
dionschermen de beeltenissen van beide mannen die ons ontvie
len. Er was voor een andere vorm van eerbetoon dan de stilte
minuut gekozen. Daarover is overlegd, gediscussieerd en besloten.
Naar eer en geweten. Nogmaals, ik weet het, het valt niet mee. Er
zal, begreep ik, gezocht worden naar een parameter: wanneer wel,
wanneer niet dat ultieme, door de massa gehonoreerde moment
van zinvolle eerbetrachting, in stilte beleefd. Leeftijd speelt wat mij
betreft geen rol. Kerels die, zo anders dan de voetballers van nu,
ook na hun loopbaan hun club zwaar trouw bleven, deel uit maak
ten van een generatie waarin die term 'trouw' werkelijk betekenis
had, verdienen de ultieme eer. Mannen die deel uitmaakten van
een, door hun beleving van clubgevoel, unieke generatie spelers.
Dat vindt deze columnist die niet meer wenst te zijn dan dat.
Door stil te staan wordt de kracht van de club (bedrijf én vereni
ging) onderstreept. Er wordt blijvende waarde aan ontleent. Ik
neem hier de ruimte voor mijn minuut stilte: