De shirts van Herman Pinkster DAVID 12 Voetbalouders Het toernooi om de ABN Amro Future Cup werd tijdens de paasdagen onverwachts overschaduwd door het overlijden op 24 maart van Johan Cruijff. Desondanks werd er op de Toekomst volop gevoetbald met Arsenal als winnaar en toonden alle teams hun medeleven bij het gemis van deze unieke speler. ZLA r«Af Een paar nummers geleden kon u lezen hoe het Erfgoed vorige zomer met zijn hele collectie verhuisde van het voormalige spelersgebied naar het Rainbow- gebouw, aan de Zuidkant van de Arena. Het was een ingewikkelde operatie, maar die hebben we ook benut door meteen de her inrichting van alle kasten en vitri nes aan te pakken. Daarnaast zijn we doorgegaan met de registratie van de collectie in Adlib en nu kunnen we met een gerust hart stellen dat we behoorlijk op orde zijn. Dat is natuurlijk cruciaal voor de collectie maar het is ook belangrijk om erachter te komen wat we nog niet hebben of in de loop der tijden zijn kwijtgeraakt. De collectiestukken die we mis sen kunnen we dan vervolgens proberen op te sporen en te ver werven op verzamelaarsbeurzen, via veilingsites én van oud-spelers en verenigingsleden.Vooral die laatste groep heeft vaak een groot arsenaal aan Ajax-spulletjes die na verloop van tijd ergens achter in een kast of op zolder zijn beland. Een van de objectcategorieën waarvan er veel hiaten in onze verzameling zitten zijn de wed strijdshirtjes. In het beleidsplan dat enkele jaren geleden voor het Erfgoed is geschreven staat de wens geformuleerd om van elk seizoen van het eerste elftal ten minste één shirt in de collec tie op te nemen. Het blijkt dat we vandaag de dag nog heel ver verwijderd zijn van dat doel. We hebben weliswaar een flink aantal soms hele fraaie exemplaren, maar we zijn bij lange na niet vol ledig. Dat inspireerde de onver moeibare Thijs Lindeman om een intensieve zoektocht te begin nen. Hij is inmiddels met verschil lende oud-spelers en -vereni gingsleden hierover in gesprek, en hij heeft al een flink succes geboekt bij Herman Pinkster. Herman heeft vanuit zijn huidige positie als assistent teammana ger/spelersbegeleider de afge lopen tien jaar intensieve contac ten met de spelers van Ajax I onderhouden.Van velen onder hen kreeg hij een wedstrijdshirt voor zijn verzameling. Zo bouwde hij gestaag aan een flinke collectie en Herman bleek bereid een aantal shirts van enkele zéér gerenommeerde spelers af te staan aan het Erfgoed. Een uniek en hartverwarmend gebaar dat grote dank verdient én waarvan wij hopen dat het anderen inspi reert zijn voorbeeld te volgen. Carel Berenschot 'We zijn geen filantropische instelling...' Het was helemaal waar en toch klonk de vaak terugkerende opmerking zurig, in elk geval wat liefdeloos in de oren. In de kleedkamer spraken we erover. We waren A-junioren en dat het om resultaat, centen ging, zeker vanuit de club bezien, dat hadden we ook zonder 's mans opmer king inmiddels door. We stonden op de drempel van de grote wereld. Creatief bezig zijn, plezier hebben in het spel, kracht en beleving putten uit winstdrang, was een middel, geen doel. Vertoevend op De Toekomst, kwam de tekst van de toenmalige leider terug in mijn herinnering. Ajax is geen WV-HEDW, De Meteoor of SDZ. Ajax is een opleidingsinstituut en daar is niets mis mee want de posities en doelstellingen zijn duidelijk. Net als toen. Hetgeen niet betekent dat je als jeugdspeler geen lol kunt hebben. Net als toen. Een verschil is dat er tegenwoordig geen leider nodig is om met zo'n opmerking jonge voetballers de ogen te openen. Al veel jonger beseffen voetballertjes hoe het in elkaar steekt. En doen zij dat onverhoopt niet, dan leeft het realiteits besef wel bij de ouders. Veel meer en intenser dan ooit. In de vijf jaar dat ik bij Ajax speelde, zag mijn vader mij alleen in de kampi oenswedstrijd met Jong Ajax. Dat is overdreven weinig. De meeste andere ouders kwamen regelmatig maar zaten er toch iets afstandelijker in dan nu. Tegenwoordig leven vaders en moe ders en aanverwanten zowat het leven van die meer of minder begenadigde kinderen. Het meeleven, de zorg, de bezorgdheid, kent obsessieve kanten. Er wordt veel van de ouders gevraagd en ze leggen zich veel op. Groot deel van het dagelijks gezinsleven staat dankzij zoonlief in het teken van voetbal. De weekenden en de doordeweekse voetbalmomenten worden dicht op de huid beleefd, er komt van alles op ze af. Voetbal is dermate doel geworden, dat afstand nemen teveel gevraagd is. De grens tussen zorg en angst is amper waarneembaar. Zorg over invloeden van buitenaf. Angst dat 'het' niet zal lukken, angst dat zelfbepaalde doelstellingen niet worden gerealiseerd, angst die ongemerkt ver krampend en blikvernauwend werkt. Voetbalouders. Hun kinde ren kunnen spanning op het veld van zich af voetballen, de papa's en mama's zijn veroordeeld tot onmachtig toeschouwen. Ik zie ze, allemaal het voetbal van hun zonen belevend, meelevend, inlevend, projecterend. Ze wórden hun zoon, die daar op het veld staat. En meer nog dan zoonlief beseffen zij dat Ajax geen filantropische instelling is.

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 2016 | | pagina 12