Bob
1
Bob Haarmslaan, Oost
HET AJAX-GEVOEL VAN..?
Voetbaltrainer 1934-2009
Donderdagochtend 20 augustus werd in Amsterdam Oost onder grote belangstelling de Bob Haarmslaan en bijbehorende tramhalte officieel in gebruik
genomen. Op de voormalige Kaap Kotweg op het Zeeburgereiland blijft onze clubicoon, samen met zijn standbeeld bij de Arena, voor eeuwig in gedachten.
Naam: Jaap Stam
Geboren: 17 juli 1972, Kampen
Debuut: FC Kopenhagen - Ajax 1-2 (9 augustus 2006)
Laatste wedstrijd: Ajax - NEC 0-0 (20 oktober 2007)
Totaal: 52 wedstrijden 2 doelpunten
Ik heb hem wel gezien, hoor. Hij
stond wat achteraf, bij een lanta
renpaal - er waren nog geen
bomen. Hij stond er een beetje bij
zoals vroeger na een wedstrijd in
de perskamer. Met dezelfde blik,
een beetje norsig en tegelijk wel
willend: hij vond het allemaal een
beetje onzin, maar tegelijkertijd
was hij ook wel trots.
Het was ook een wat vreemde
situatie: zijn leven lang had hij
gedaan wat hij leuk vond, bij een
club waar hij van hield, zoals zo
veel mensen in het hele land. Dus
waarom nou per se voor hem,
familie, spelers, zijn oude fanclub
en de wethouder op een doorde
weekse ochtend laten opdraven
voor een bordje met zijn naam
erop. Het was maar voetbal. Maar
ook: dat bordje stond er dan toch
maar, met Leo Horn aan de over
kant en Faas Wilkes om de hoek.
En dan ook nog een standbeeld
voor de ArenA - niet gek voor
een assistent-trainer, en best
reden om trots te zijn.
En een tramhalte, zodat zijn straat
geen anonieme achterafstraat zou
worden. De belangstelling was
ook wel een glimlach waard: de
genodigden hadden zich bij begin
punt IJburg verzameld, en stapten
op de vier dagen eerder in
gebruik genomen halte uit, waar
zijn schoondochter met het
doorknippen van een lint voor
de officiële doop zorgde.
Even verderop, bij het straat
naambordje, luisterde het groepje
naar enkele welgemikte woorden
van wethouder Litjens, die als
neef van de befaamde hockeyer
ook wat sportgeschiedenis mee
bracht, en vervolgens van zoon
Bob, die zijn vader vergeleek met
Nelson Mandela en John F. Ken
nedy - nou ja, een beetje overdrij
ven mocht wel op een dag als
deze. Het IJburg-college had voor
een groep jeugdsporters gezorgd,
die oefeningen uitvoerden op het
pleintje bij Haddock, waar de
gasten aan de koffie gingen en nog
even de wereld verdeelden in het
zomerzonnetje. In de verte zag ik
hem wegkuieren, misschien om
nog even naar zijn tramhalte te
kijken. Het was een onwennig
gezicht: Bob Haarmslaan, als sym
bool voor de schaduwwerkers in
de sport. Een vreemd gevoel ook,
om nu echt geschiedenis te zijn
geworden.
Evert Vermeer
Jaap Stam: 'Ik tekende in 2006 een tweejarig contract in de ArenA.
Liever was ik eerder in mijn carrière naar Ajax gekomen. Als kleine
jongen was ik al Ajax-supporter. Vooral vanwege het mooie voetbal
en de prestaties. Als je vervolgens zelf carrière maakt en via kleinere
clubs de Nederlandse top bereikt, is de vraag: welke club komt
langs? Ajax zat daar destijds niet bij.
Gelukkig lukte het in 2006 alsnog. In het seizoen 2006-2007 streden
we mee om het kampioenschap en wonnen we onder meer de
beker. Mooie momenten. In mijn tweede seizoen zorgden gevoelens
en gebeurtenissen ervoor dat ik mijn loopbaan eerder heb afgeslo
ten. Je moet als sportman altijd het maximale geven. Ik kon me niet
meer focussen. Het ging ten koste van mijn eigen spel. Ik heb zelf
de keuze gemaakt. Ajax heeft daarin goed meegedacht. Ik heb mijn
spelerscarrière als Ajacied afgesloten.
Voordat ik bij Ajax begon hoorde je sommige mensen praten over
een kille club. Geneuzel. Eenmaal bij Ajax begonnen, merk je dat de
mensen open en warm zijn. Dat had ik bij het Nederlands elftal ook
al gemerkt. De internationals van Ajax waren hartstikke normale
gasten. Je gunt elkaar ook het beste resultaat. Dat hoort erbij voor
zowel club als sportman. Mijn ervaringen met de Ajacieden bij
Oranje werden bevestigd. Ajax is een prettige club om bij te werken.
Qua prestatiedrang en topsportklimaat is er weinig verschil tussen
Ajax en de andere topclubs waar ik heb gespeeld. Zelf wil je ook
elk seizoen kampioen worden. Die aspecten zijn, nu ik als trainer
op de Toekomst werk, niet veranderd. Zelf voetballen blijft het aller
mooiste; ook als trainer heb je plezier en overtuiging nodig. In mijn
spelerstijd trainden we nog bij de ArenA. Prima dat alle elftallen nu
op de Toekomst zitten. Er is meer verbinding en een sterkere
onderlinge band. Trainers kunnen onderling makkelijker informatie
delen en elkaar advies geven. Je krijgt ook meer mee van de jeugd.
Het is altijd goed dat jong en oud kunnen sparren.'
Ronald Jonges