De verhuizing DAVID Erfgoed 12 Volgens mij is er binnen Ajax geen afdeling die zo vaak is verhuisd binnen de ArenA en op de Toekomst als die van het Erfgoed. En dan gebeurt dat ook nog op de meest ongelegen momenten wanneer de halve afdeling met vakantie is of gaat. Nu zit het Erfgoed in het Rainbow gebouw, bij de SVA, maar voor hoe lang? Het gerucht ging al een tijdje en in het voorjaar werd steeds dui delijker dat het werkelijk waar was: het Ajax Erfgoed moest verhuizen. Weer eens verhuizen. Omdat de Amsterdam ArenA een van de stadions is waar in 2020 wedstrijden om het Europees Kampioenschap worden gespeeld, moet het ingrijpend gemoderni seerd worden. En dan vooral het spelersgebied en juist daar bevin den zich ook de erfgoedruimte en de twee kantoren voor de erfgoedmedewerkers. Het was lastig dat het alsmaar niet helder werd wanneer de verhuizing zou moeten plaatsvin den en vooral: waar naar toe. Deadlines verstreken en intussen naderde de vakantieperiode. Om aan alle onzekerheden een einde te maken besloot Thijs Lindeman, voorzitter van het Erfgoed Comité, samen met de verant woordelijken bij Ajax om dan maar te kiezen voor drie aan elkaar grenzende ruimtes in het Rainbow gebouw. Dat staat pal tegen de ArenA geplakt en ook de SVA is er gevestigd. Het Ajax Erfgoed op reis. Als gezegd, naderde de vakantie periode, maar gelukkig was erf goedmedewerker Rianne van de Wetering samen met stagiairs en vrijwilligers al ruime tijd daar voor begonnen met het inpakken van de pakweg 1600 voorwerpen die staan opgeslagen in de erf goedruimte. De definitieve beslis sing dat de verhuizing doorging kwam medio mei, nota bene één week voordat Thijs Lindeman én ondergetekende met vakantie gingen. Een slechter moment was bijna niet denkbaar, maar desondanks slaagde Rianne er in om, samen met de trouwe Hennie Schuurman en met de zeer gewaardeerde hulp van Jack Spijkerman, de lastige en zware verhuisoperatie tot een goed einde te brengen. Vijftien rol- kasten werden gedemonteerd en in een andere kamer opnieuw in elkaar gezet. Nieuwe kasten voor het fotoarchief kwamen net iets later dan verwacht was, maar toch moest het kostbare archief zeker gesteld worden. Zo'n veertig karren vol dozen met uiterst kwetsbare objecten erin moesten vrachtwagen in en vrachtwagen uit. De vracht wagens waren trouwens van de firma Saan, waarvan de mede werkers ook een pluim verdie- Het heeft nog een dikke week geduurd voordat alles weer enigszins op orde was, maar inmiddels is alles weer bijna bij de oude. Maar wel in een fantastische, nieuwe en goed geoutilleerde omgeving! Carel Berenschot Het zal in 1984 zijn geweest dat Ajax startte met het fenomeen teammascotte. Een spelertje uit de E-junioren, toen het jongste jeugdteam, begeleidde voorafgaande aan de wedstrijd de aanvoer der van Ajax I bij de publiekspresentatie. Een prachtige navel streng tussen de profs en de jeugd. Samen op de foto. Het leverde, zeker achteraf bezien, mooie plaatjes op want een flink aantal werd zelf grote voetballers. De kleine mannen in Ajax-shirt werden door de vele jaren heen opgevangen en bijgestaan door hun leider. Door die gelukkige kruisbestuiving tussen jong en oud leerde ik die man kennen. Een sterke, vriendelijke maar ook heel directe kerel. Zeg maar gerust no-nonsense. Recht door zee. Houdend van zijn club zonder daar mee kritiekloos te worden. Van het soort dat de kracht van een vereniging bepaalt. Henk van Teunenbroek. Wat bijzonder opviel was zijn betrokkenheid, nee grote liefde voor die kleine mannen die hij zonder enig onderscheid maar met een fantastisch inle vingsvermogen bij stond op hun Grote Moment. Hij stelde al die kereltjes op hun gemak met zijn aangeboren gevoel voor de juiste toon, de passende opmerking op het goede moment. Bij de één was er een kwinkslag nodig, bij de ander een dolletje en bij num mer drie een stevig arm om de schouder en een aanmoedigend, vertrouwen gevend woord. Niets aangeleerds, van nature. Hij zal wel eens afwezig zijn geweest, door ziekte, een verplichting, maar in mijn beleving was Van Teunenbroek er altijd. En dat gevoel zul len die jonge gassies ook hebben gehad. Niet alleen voor zo'n gastrol bij het eerste, maar ook op zaterdag bij hun competitie wedstrijden, bij de trainingen. Henk van Teunenbroek was hun meest betrouwbare baken, een rots van een Ajacied, meer nog: een rots van een mens. Je had niet veel nodig om je te realiseren dat er achter die ribbenkast een gouden hart klopte dat boven dien rood-wit gekleurd was. Het karakter verloochent zich niet, het houdt niet op bij het lei derschap van een juniorenteam, bij het met groot menselijk ver mogen en wars van enige poeha onder de hoede nemen van jong talent. Een Ajacied uit één stuk, niet te beïnvloeden door mode grillen, of stromingen, heel simpel zichzelf. En daarin groots. De buitenwereld die graag etiketten plakt op mensen in de schijnwer pers, benoemt graag 'Echte Ajacieden' of 'Misters Ajax'. Anderen benoemen zichzelf. Het zal wel. Er zijn er bij wie het écht diep zit en dus die werkelijk recht hebben op zo'n titel. Hij is er één van: Henk van Teunenbroek.

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 2015 | | pagina 12