WIE IS WIE?
Traditioneel is ook altijd de ereronde die alle jeugdteams in de rust van de wedstrijd maken voor het hooggeërde publiek. Het ene team loopt er wat
enthousiaster bij dan de ander. Het zou als mogelijkheid kunnen hebben dat het team geen Schaal of ander eremetaal heeft kunnen bemachtigen.
Naam: Younes Boultam
Leeftijd: 35 jaar
Functie: kok op de Toekomst
Bij Ajax: per 1 mei 2013
Hoe ben je bij Ajax terechtgekomen'Via een vacature in Misset
Horeca voor professionals.'
Waarom koos je voor Ajax? 'De club is mij met de paplepel inge
goten. Hoofdzakelijk door mijn buurman, maar ook wel door
mijn omgeving.'
Wat gaf verder de doorslag? 'Ik was ook op zoek naar een nieuwe
uitdaging waarmee ik mijn gezinsleven beter kon combineren.'
Wat deed je voor je bij Ajax in dienst kwam? 'Toen werkte ik bij
verschillende restaurants en hotels in Nederland en Engeland.'
Hoe anders is het werken bij Ajax als kok? 'Elke dag is anders. Vooral
lekker knallen en schakelen. Bij Ajax is het groter. Je werkt niet per
tafel maar per voetbalteam: het eerste elftal, Jong Ajax, de Ajax
Vrouwen en uiteraard alle jeugdelftallen.'
Koks zijn meetal zeer gedreven in hun werk, soms zelfs bezeten. Hoe
zit dat met jou? 'Dat klopt. Ik heb dat ook. Wat je aan gerechten
maakt, het moet altijd weer beter. Ik vind dat alle koks dat gevoel
moeten hebben.'
Wie zijn jouw grote voorbeelden? 'Alain Ducasse, Joël Robuchon en
Georges Blanc uit Frankrijk en Heston Blumenthal uit Engeland,
allemaal gerenommeerde topkoks die topsport bedrijven.'
Wat is jouw favoriete gerecht om te maken? 'Ik houd van slowly
roasted food.'
Wat doe je in je vrije tijd? 'Dan maak ik muziek in mijn studio. Daar
produceer ik EDM (Elektronische Dance Music) en Techno, een
andere elektronische muziekstijl.'
Je naam klinkt niet echt Nederlands. Waar komt die vandaan?
'Marokko. Daar komt mijn vader vandaan.'
Ik heb gehoord dat je de woorden 'mooie dingen' vaak gebruikt in een
gesprek. Waarom is dat? 'Waarom niet? Het klinkt lekker en het
houdt alles positief.'
Wat wil je nog kwijt? 'Mooie dingen...!'
Tijn Middendorp
In de betrekkelijke anoni
miteit van de Toekomst
speelden de Klassieke Vetera
nen van Ajax vorige maand
een wedstrijdje tegen ASC,
een club met historie.
De A van ASC staat namelijk voor
Ajax (de Ajax Sportman Combi
natie is, u begrijpt, een fusieclub),
en dat schept een band. De sug
gestie dat het Amsterdamse Ajax
zijn naam heeft ontleend aan het
Leidse, is mooi, maar het lijkt
onwaarschijnlijk dat het jongens
clubje in Amsterdam dat in 1893
de naam Ajax keus, erg onder de
indruk was van de in 1892 opge
richte Leidse cricketclub, die pas
drie jaar later ging voetballen.
Dat neemt niet weg dat de Leide-
naren in de beginjaren van het
voetbal een klinkende naam
waren. Toen Ajax bij de eeuwwis
seling serieus aan de slag ging,
waren de Leidenaren al eerste
klassers en bekerfinalist. Wie de
kranten uit die tijd doorbladert,
dient dan ook op zijn hoede te
zijn: als er over 'Ajax' wordt
geschreven, worden de Leidena-
ren bedoeld. De gestaag opklim
mende hoofdstedelingen worden
aangeduid als Ajax (A). En Leiden
had een international in de gele
deren: rechtsbinnen Koolemans
Bijnen was op 2 april 1899 de
eerste van een zestal clubgeno
ten, van wie Iman Dozy in 1907
het inmiddels officiële nationale
team haalde.
Ajax Leiden slaagde er in de com
petitie nooit in een echte hoog-
vliegersrol te spelen; na enkele
miraculeuze ontsnappingen degra
deerde de club in 1910. Jammer,
een jaar later promoveerde Ajax
Amsterdam naar de hoogste
klasse, en een ontmoeting tussen
beide clubs 'om het echie' zou
dan ook niet plaatsvinden.
De degradatie zou nooit meer
worden rechtgezet. In 1918
besloot de club samen te smelten
met stadgenoot De Sportman
(van 1896), en vandaar ASC.
Met gevoel voor geschiedenis: de
fraaie rood-zwarte kleuren bleven
gehandhaafd, evenals de naam
Ajax voor de cricketafdeling. Mis
schien daveren er rond de velden
in Oegstgeest wat minder juich
kreten dan in Amsterdam, maar
ASC floreert nu als derdeklasser
nog altijd in het amateurvoetbal.
Op 1 juni bestaan de naamgeno
ten 123 jaar. Daar drinken we een
glas op!
Evert Vermeer