Wat doen we met het
erfgoed?
DAVID
Erfgoed
P S G
12
De bekerwedstrijd op 24 september tegen JOS/Watergraafsmeer (0-9) had een hoog nostalgisch gehalte. Menno Pot refereert in zijn column aan de mooie
herinneringen aan deze voetbaltempel, een monument dat bij Ajax hoort. Historie schreef ook Arkadiusz Milik die in één wedstrijd zes keer scoorde.
Onder aanvoering van het erf
goedcomité werkt een kleine
ploeg vaste medewerkers en
stagiaires aan het Ajax-erfgoed.
Ook enkele vrijwilligers doen
enthousiast mee. Hennie Schuur
man leidt het fotoarchief én bege
leidt het immense digitaliserings
proces. Jack Spijkerman en Menno
Pot ordenen respectievelijk de
verzameling wedstrijdvanen en de
bibliotheek. Kortom, het Erfgoed
gebouw komt in de steigers te
staan.
Menigeen stelt dan de vraag: 'Wat
gaan we uiteindelijk met het Erf
goed doen?' Welnu, als er weer
een vervolg komt op het museum,
is dat natuurlijk dé plaats voor de
topstukken uit de collectie: de
Europacups, de Wereldbekers,
de kampioensschalen. Daarnaast
zijn talloze clubcadeaus, shirts
en memorabilia te zien op de
Toekomst en in de kantoren in
de Arena.
Een andere bestemming is het
tijdelijk ter beschikking stellen van
collectiestukken voor presentaties
van anderen. Zo is het clubvaandel
uit 1925 tot 6 januari 2015 te
bewonderen in de tentoonstelling
Voetbal Halleluja! in het Amster
dam Museum (Kalverstraat 92).
De tentoonstelling gaat over
helden, rituelen en (bij)geloof in
het voetbal. Het vaandel is er
een van de topstukken.
Een vaandel, aangeboden
door de ereleden
Tijdens het eerste lustrum schon
ken de ereleden het vaandel. Het
kwam te hangen in het bestuurs-
huisje van het Houten Stadion en
later in de bestuurskamer van
De Meer. Dat was een rokerige
omgeving die het materiaal -
fluweel, zijde en gouddraad -
beslist geen goed deed.
Het vaandel is gemaakt van rood
en geel fluweel, met in het midden
een medaillon van groengrijze
zijde. Ook het hoofd is van zijde,
dat is opgelegd met gouddraad.
Dat gouddraad is zwaar en daar
door los geraakt. Een restaura-
trice heeft die loszittende delen
weer vastgezet en ook de vele
gaatjes die in het vaandel zaten
met zijde opgevuld.
Recent is het vaandel nog een
keer onder handen genomen en
dankzij deze opknapbeurten kan
het nog jaren mee. De aantastin
gen van het fluweel blijven wel
zichtbaar, maar het is eigenlijk
een wonder dat het vaandel de
achterliggende negentig jaar
überhaupt heeft overleefd.
Carel Berenschot
Niet alleen door de wondere spelingen van het lot kwam het er
tot dit seizoen niet van dat Ajax in een officiële wedstrijd tegen
Paris Saint Germain, kortweg PSG, speelde. Het lot had meestal
geen keuze want Parijs mag dan de magnifieke mondaine uitstra
ling van een metropool bezitten, een topclub met allure bezat
het niet. De gevestigde Franse clubnamen zijn verbonden aan
Marseille, aan Saint Etienne, aan Bordeaux. En als we ver terug
gaan in de historie aan Stade Reims, in de oertijd van de Europa
Cup twee keer finalist. Maar Parijs? Dat had andere dingen dan
voetbal aan zijn hoofd. Een enkele keer was er een impuls. Zoals
in het voor ons glorieuze jaar 1995 toen Paris Saint Germain in
de halve finale van de Champions League werd uitgeschakeld
door AC Milan. Een uitzondering. PSG kleedde zich wel met
de glamour van zijn stad maar kon het op het veld zelden waar
maken. En geen Parijzenaar die daar onwel van werd.
De wereld is wat graden gedraaid. Woestijngeld stuift op aan de
Champs Elysées en dat dwarrelt als een hallucinante bundel naar
het stadion, het Parc des Princes, de thuisbasis van PSG waar,
zoals het een club in een wereldse stad betaamt, vooral buiten
landers voetballen. Het zijn niet de minsten want het woestijn-
geld lokt grootheden en trekt vervolgens kampioenstitels naar
zich toe. Voetbal in Parijs is opeens modieus. De bleke traditie
wordt gevloerd door het heden, waar Ajax de briljante traditie
nodig heeft om het heden te schragen. PSG als favoriet tegen
Ajax. Niemand sprak het tegen, men heeft zich bij het draaien van
de graden neergelegd. Een gelijkspel in eigen huis wordt als een
gunstig resultaat beschouwd.Wees eerlijk, dat doet pijn.
Gelukkig is er een schaduwtoernooi waar het net iets minder
om geld en net iets meer om opleiding en inventiviteit gaat. Don
derdag 18 september op de Toekomst. De oudste Ajax-jongelin-
gen spelen in de namiddag tegen hun Parijse tegenvoeters. De
verhoudingen zijn nog niet in ernstige mate economisch bevuild
en de rood-witte Ajacieden daveren wervelend over hun vak
broedertjes uit Frankrijk heen. Het moet ook voor de trainers
van PSG een hallucinante gewaarwording zijn. De einduitslag, 6-1,
vertelt het halve verhaal. Dat zijn cijfers die de ware aard van de
wedstrijd vertelt, van briljant spel, van kleine en grote uitblinkers
tegen machinaal en fantasieloos voetbal vol onmachtige fysieke
kracht.