VAN DE VOORZITTER |T!|
Filosofie
Trots
Eenmaal teruggekeerd in de kleedkamer gingen de meeste spelers en de trainer rechtstreeks naar het zwembad om, in aanwezigheid van een flink aantal
fotografen en media, een traditionele duik te nemen, waarbij altijd wel iemand een nat pak oploopt door al dan niet vrijwillig in het water te worden geplonsd.
partijen, worden door ons op
gepakt. Die hebben een waarde
binnen de club. Daarnaast kijken
we ook naar het vrijwilligers-
beleid, de nieuwe leiders, en we
spreken geregeld met Derk de
Kloet en Ruben Jongkind over
de voortgang in de vereniging en
voor het voetbal belangrijke pun
ten. In de topsport zeggen ze wel:
op het moment dat je blijft doen
wat je deed, dan krijg je wat je
kreeg. Dan ga je niet vooruit. Dus
je moet continu zorgen dat je dat
wat je deed, beter doet. Natuur
lijk zijn er af en toe dingetjes die
je moet oplossen: dat hoort bij
het besturen van een vereniging,
dat is helemaal niet erg. Maar dat
gebeurt wel vanuit vertrouwen,
plezier en verbondenheid met
elkaar. Wat dat betreft leer ik
veel, want ik kom natuurlijk niet
uit de voetballerij. Het is wel een
heel bijzondere tak van sport.'
Kijkend naar de voetbalafdeling, wat
is dan jouw aandachtsgebied?
'Dat is voornamelijk de jongste
jeugd. Ik heb regelmatig contact
met de leiders en trainers en
probeer elke zaterdagochtend
op de Toekomst te zijn om naar
alle wedstrijdjes van die jongetjes
te kijken. Dan zit ik in of sta ik
naast de dug-out en praat met
de leiders en trainers zo twee
uur weg waarin je het over van
alles en nog wat hebt.'
Geef je dan ook, vanuit jouw achter
grond als bewegingswetenschapper,
bijvoorbeeld concreet advies aan die
leiders of sta je wat dat betreft meer
op de achtergrond?
'Nee, geen advies, maar op het
moment dat je met elkaar in
gesprek raakt merk je wel dat er
een dialoog ontstaat waarin je
vragen kunt stellen als 'trainen
jullie die achterste linie nu anders
dan de middelste en de voorste?'
en dat zij dan uitdrukkelijk kun
nen aangeven van 'dat doen we
om die en die reden'. Waar ik de
leiders en trainers ook bijzonder
goed in vind, en dat is heel belang
rijk in die leeftijdsfase, is dat ze
die jonge kinderen gewoon met
plezier laten voetballen. Niet vol
stoppen met opdrachten, maar
vrij laten spelen. Dat is de basis
van de sport.De drive is de
vreugde in het spel. Bij Ajax zie ik
dat terug in de wijze waarop de
jongens opgeleid worden - niet
zozeer als leidraad, maar wel in
de manier waarop leiders en
trainers met die jonge kinderen
op het veld staan.'
Wat is jouw ideaalbeeld van de
vereniging?
'Ik zeg altijd: als iedereen fluitend
naar z'n werk komt, dan hebben
we het goed gedaan. Dat zal nooit
gebeuren, want daarvoor is het
een ideaalbeeld, maar als dat
gebeurt dan hebben we het heel
goed gedaan met elkaar. En: als
sfeer maar niet alleen afhankelijk
is van een kampioenschap. Dat we
ook in slechte tijden nog steeds
met plezier naar de club gaan.
Misschien wat minder fluitend,
maar wel gewoon in die auto
stappen en denken: 'ha, ik heb zin
om naar de Toekomst te gaan.'
Jan-Matthijs Harderwijk
Tijdens de laatste ledenvergadering van 20 maart jl. kregen wij een
rondleiding in onze sporthal van het adidas miCoach Performance
Centre. Hier werd ons duidelijk gemaakt hoe de spelers van onze
jeugdopleiding anno 2013 individueel worden begeleid in hun
fysieke ontwikkeling. Deze bij Ajax nieuwe ontwikkeling is een uit
breiding op het bestaande opleidingspakket, waar wetenschap ten
dienste staat van de sport.
Het is een logische stap om onze opleiding verder te ontwikkelen,
te ondersteunen en naar een hoger niveau te brengen, naast het
benodigde vakmanschap van het trainen van voetbal vaardigheden
en sociaal-maatschappelijke begeleiding van onze jeugdspelers.
Tevens is het een voorbeeld hoe wij als club opnieuw het pad van
vernieuwing volgen, zoals wij in het verleden vaker hebben bewan
deld, in onze pogingen andere clubs een stapje voor te blijven. Aan
de geïnteresseerde reactie van de aanwezigen viel te merken dat
zij dit inkijkje in onze 'opleidingskeuken' zeer konden waarderen.
Al deze inspanningen hebben natuurlijk ook een doel: het moet
uiteindelijk leiden tot beter opgeleide spelers die daardoor sneller
en probleemloos de stap naar het 1e elftal kunnen maken. Dat is
geen doelstelling op zich, maar een essentieel onderdeel van onze
voetbal- en opleiding filosofie, die de afgelopen jaren prominent en
succesvol tot uiting is gekomen.
Aan onze historische successen is op zondag 5 mei jl. in de
Amsterdam Arena het 32e landskampioenschap van ons eerste
elftal toegevoegd, in een jaar waar onze club in rustiger vaarwater
terecht is gekomen. Dit 3e kampioenschap op rij is in onze histo
rie niet vaak eerder voorgekomen. We moeten terug naar de
periodes 1966-1968 en 1994-1996 toen deze bijzondere trilogie
ook werd behaald. Met deze prestatie voegt Frank de Boer zich
bij illustere trainer-coaches als Rinus Michels en Louis van Gaal,
die deze unieke prestatie in het verleden ook hebben volbracht.
De rust die Frank samen met zijn staf bleef uitstralen, gekoppeld
aan het rotsvaste vertrouwen in de voetbalfilosofie, is de basis van
dit succes geweest.
Het is een prestatie van formaat, die bij alle voetballiefhebbers in
Nederland maar ook buiten onze landsgrenzen opnieuw respect
heeft afgedwongen, en geeft ons Ajacieden voor de derde keer op
rij een bijzonder warm gevoel van trots.
Hennie Henrichs, Voorzitter