EERSTE STER WIE IS WIE? 10 Woensdagmiddag 4 april waren honderden kinderen afgekomen op de finaledag van de Ajax Kids Tour op de Toekomst. Uiteraard werd er gevoetbald, getraind en kon iedereen een clinic volgen in de MiCoach hal. Voor de meeste kinderen was de Meet and Greet met de Ajax-selectie het hoogtepunt van de middag. Daags na Ajax - VVV realiseerde ik me - door mijn kater heen - dat het 31e landskampioenschap van Ajax een persoonlijk jubi leum markeerde. Mijn tiende landstitel. Mijn eerste ster als sup porter, zou je kunnen zeggen. Ik viel voor Ajax' charmes toen ik acht was, in 1983, maar het kampioenschap van 1985 was het eerste dat ik bewust meebe leefde. Ik was tien en volgde nagelbijtend de kampioenswedstrijd via Langs de Lijn: Roda - Ajax, 2-3, ik heb het moeten opzoeken. De volgende dag ging mijn Ajax-sjaal mee naar school: zo'n glad, dun kreng van nylon, zoals je ze toen had. Kampioenseuforie: ik ken het gevoel sinds 25 mei 1985. Het is niet bij elke titel even sterk. De ene triomf is nu eenmaal mooier dan de andere. Ik vond 1990 prachtig: een titel met mini male cijfers aan het eind van een zwart seizoen, veroverd door een jong en wispelturig Ajax, na vier lange jaren van PSV-suprema- tie. 1995 was schitterend vanwege de overmacht en de ongesla gen status en 2002 was een beetje als 1990: het bebloede en gescheurde shirt van Cristian Chivu stond symbool voor een wankele voorsprong in zenuwslopende slotweken. Andere titels maakten toch minder in me los. In 1996 was kam pioen worden gewoon geworden, té gewoon misschien, en in 1998 was dat eigenlijk nog steeds zo: ik liet zelfs de huldiging aan me voorbijgaan, iets waar ik in de akelige seizoenen daarna steeds meer spijt van kreeg. De twee jongste kampioenschappen zullen onvergetelijk blijken, dat weet ik zeker. Natuurlijk: wie spectaculair wil inhalen, moet eerst een spectaculaire grote achterstand oplopen. Die gewoonte moest Ajax maar snel afleren. Niettemin: als u op de nieuwjaars receptie van 2046 een grijze Ajax-jubilaris (veertig jaar lid!) over de wederopstandingen van 2011 en 2012 hoort oreren, weet u alvast dat ik het ben. We beleven memorabele jaren. Op 15 mei 2011, toen FC Twente was verslagen, riep ik tijdens een euforische groepsknuffel op vak 127: 'Deze titel verlost ons van een trauma, maar kan een toevalstreffer zijn. Als we volgend jaar wéér kampioen worden, dan zijn we écht terug.' We zijn echt terug. Vooral daarom straalt mijn eerste ster zo prachtig. Menno Pot Met deze column neem ik trots het stokje over van Klaas Vos, met dank voor zijn bijdragen 'Vanaf de Brabantse wal'. Naam: Jan Tusschenbroek Leeftijd: 67 jaar Beroep: 'Manusje-van-alles' op de Toekomst Bij Ajax: vanaf 2006 Wat doet een Manusje-van-alles op de Toekomst? 'Van alles. Doorde weeks de voetbalschoenen poetsen van het eerste elftalspelers en trainers, zeg maar: het werk van Sjaak Wolfs, op zaterdag scheids rechters ontvangen, toezicht houden op de kleedkamers, de schoonmaker wat helpen, zorgen voor flesjes drinken in de rust. Ik maak ook deel uit van de Parkeer- en Kassacommissie voor het werk bij de slagboom.' Hoe ben je daar zo in verzeild geraakt? 'In 2006 overleed mijn vrouw aan leukemie, drie dagen voor mijn pensionering. Veel jaren had ik mijn vrouw verzorgd. Maar nu had ik niets meer. Rene Enthoven en Ruud Haarms wisten dat ik vroeger 30 jaar de 'materialen' deed bij OVVO. Zij vroegen mij of ik niet dat soort werk op de Toekomst iets wilde doen. Dat kwam als geroepen.' Hoe ziet jouw zaterdag eruit? 'Ik begin 's morgens om half negen 'beneden' bij de kleedkamers. Spelers, scheidsrechters en tegen standers worden ontvangen en wijs ik de kleedkamers, doe die ook op slot als zij naar het veld gaan en weer open als zij van het veld komen, en ik zorg voor flesjes drinken in de rust. Je bent de hele dag bezig. 'Boven' in de kantine kom ik nooit, alleen om een broodje te halen. Ik blijf liever wat op de achtergrond.' Hoe kwam dat schoenenpoetsen erbij? 'Via Richard Wilhelm. Hoe vaak ik dat doe hangt af van de trainingen van het eerste elftal. Meestal is dat vier keer per week. Dan ben ik er 's middags om drie uur en poets ik zo'n dertig paar voetbalschoenen.Tot vijf uur, dan ga ik naar verzorgingshuis De Diem voor mijn warm eten. Ik woon op mijzelf, maar kook niet.' Je staat ook nog bij de slagboom. 'Ja, in weer en wind. Daar maak je echt van alles mee, maar helaas niet allemaal even leuk.' Je doet dus van alles. Nog een voorkeur? 'Alles is leuk, vooral het werk op zaterdag.' Wat doe je op zondag? 'Zoals altijd, naar Ajax.' Tijn Middendorp

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 2012 | | pagina 10