"Wie ik ben? Nou eh... ik ben Sien van Spellen van het spelershome. Ja, wat nog meer... Ik ben geboren op 31 augustus 1936 in Halfweg. Na de school eerst kleuterleidster, daarna wat huishoudelijk werk, nogal vroeg getrouwd (20), daarna nog in een bakkerszaak in Amsterdam gewerkt. Toen zijn we naar Muiden verhuisd, naar de brug die hier is, en mijn man werd brugwachter. Toen was het inmiddels 1975 en onze buren waren René Notten en zijn gezin. Natuurlijk heb je dan contact met el kaar, de kinderen liepen toen al in en uit. Zij kwam wel eens gezellig een koppie koffie drinken en op een gegeven moment vroeg René aan mij of ik niet bij Ajax wat wilde doen. Een broodje maken, koppie koffie inschenken en zo, je weet wel! Eerst voelde ik er niet zoveel voor. Maar ja, René bleef een beetje aandringen, het hoefde niet elke dag. Al'~ *n maar als ze trainden. Nou ja, ik zou een keer tje met m mee gaan om eens te kijken. Ik dus met René naar het spelershome. Dat bestond eigenlijk pas drie maanden. Kijk, ze hadden eerder wel een jongen uit Die- men gehad, maar die was kelner geweest en dat is toch heel iets anders dan het een beetje gezellig maken voor de jongens. Toen ik daar kwam was de vrouw van Barry Huls- hoff ook boven, gelijk gezellig een kopje koffie, je weet hoe dat gaat. Maar toen gingen de jongens trainen en wij tweetjes bleven zitten. Een beetje praten en zo. De boel was al een beetje smerig geworden, dus zijn Hilda en ik gaan schoonmaken. Zodoende ben ik daar eigenlijk begon nen en het is uitgegroeid van een broodje smeren, tot het bereiden van hele sportmaaltijden, omdat ik er nu dagelijks ben. En dat doe ik nu al zo'n 15 jaar. Vroeger ging ik met de tas met broodjes en een paar flessen melk met de bus naar Ajax. Later is dat natuurlijk helemaal veranderd. Nu heb ik een autootje. Ik begin 's morgens om 9 uur met een ander vrouwtje, die nu ook in vaste dienst is bij Ajax. Dan neem ik alle bood schappen mee. Iedere dag. Elke dag verse broodjes, vers vlees. Alles moet vers zijn. Dat koop ik hier in Muiden. Ook wat fruit en zo, en als ik dan bij Ajax ben is Bob Haarms er meestal ook al. Ik ga dan gelijk wat broodjes maken. Want kijk, vroeger hadden die oudjes gewoon thuis hun ontbijt, dus die aten niet gelijk. Maar tegenwoordig die jonge jongens, volgens mij stappen ze zo uit hun bed, gaan naar Ajax en moeten dan nog wat eten. Tante Sien, broodje hagelslag', hoor je dan. Dus ik maak 's morgens al gelijk zo'n 15 broodjes klaar, en die worden dan achter de bar gezet en die gaan dan op. En dat is dan vóór tien uur. Als ze dan gaan trainen gaan wij soep koken, sinaasappels persen. De ene keer maken we nasi, dan weer bami of ma caroni. En dat doen we dan meestal samen. Hoewel die andere mevrouw meestal kookt, en ik doe al het werk er omheen. En vergeet de administratie niet. Dat moet ik ook allemaal bijhouden. Inkopen en zo. We proberen altijd van half elf tot elf uur even pauze te nemen met een lekker kopje koffie en vanaf elf uur gaan we alles klaarzetten voor de jongens. Vandaag hebben we vis. Nou, dan maken we allerlei broodjes klaar met makreel, haring en noem maar op. En zo moet je eigenlijk elke dag wat verzinnen. Na de lunch hangt het er vanaf of ze twee keer trainen of dat ze 's middags vrij zijn. Als ze twee keer trainen blijven ze wat hangen, doen een spelletje, leggen een kaartje en gaan om twee uur naar beneden. Dan gaan wij opruimen en dan naar huis. Wanneer ik dan thuis ben om een uur of half vier drink ik eerst even een kopje thee, en dan stap ik op de fiets om de bestellingen te doen voor de volgende dag, maar ook voor de sportmaaltijden als de ploeg thuis speelt. Want dat verzorgen wij ook. In het begin deed ik zo'n beetje alles. Ook op zaterdag werken. Dan was ik eigenlijk alleen op woensdag vrij. Maar dat werd natuurlijk een beetje teveel. Ik kreeg last van ho ge bloeddruk. Nu ben ik wat meer vrij doordat er wat meer hulp is. Maar we hebben heus wel veel werk te doen. We zeggen wel eens: we moeten inkopen, we koken, we bren gen het de jongens, we maken het allemaal schoon, we ruimen op. En dan moeten we af en toe het spelershome nog schoonhouden. Ramen lappen, stofzuigen. Dat doen we er dan maar een beetje tussendoor. In het weekeinde hebben we het nu zo geregeld dat ik za terdags tot half drie er ben, en zondags wat later kom. Want anders zou je op zondag van half tien tot 's avonds acht uur in de weer zijn en dat is wel een beetje lang. Dus ik kom op zondag wat later, de anderen wat eerder en die gaan dan van alles voorbereiden. Vroeger at iedereen bij de sportmaaltijd een biefstuk. Nu niet meer. Alleen maar kip. En allerlei vleeswaren en zo, je weet het wel. De jongens blijven dan zeker tot één uur boven. Dan mag er ook niemand in. Ik kom dan zo rond half twee en dege ne die dan vroeg gekomen is gaat zo rond half vijf naar huis. Of ze blijft nog even om te helpen. De wedstrijd kunnen wij nu volgen via dat TV-circuit, maar ja, in de rust moet er weer koffie en thee zijn, en ja, na de wedstrijd komt iedereen naar boven en is het soms hard werken hoor. Maar we staan dan wel met z'n viertjes en om ons heen nog wat andere hulp. Maar weet je wat het is, ze vinden het allemaal gezellig. Kijk, het is allemaal heel anders geworden. Toen ik er kwam werken deed ik al les samen met Joop, m'n man, en een hulpje. Toen had den we nog gewoon kratjes bier en zo. Nu gaat dat alle maal veel beter. Ja kijk, meestal is het zo rond half zeven de laatste ronde. Dus vóór iedereen weg is, is het wel kwart over zeven, en dan moeten wij nog alles opruimen want de volgende ochtend, op maandag, moeten wij er weer in want dan wordt er weer getraind. Dan zijn we nog gauw een uur bezig om alles weer netjes te maken. Vroeger hielp Joop me ook erg veel. Hij repa reerde van alles en hielp ook wel met bedienen. Nu is dat niet meer zo. Ja, die reparaties. Het is nu een beetje improviseren. Meneer van Praag zegt altijd:"Je krijgt een nieuw stadion". Maar ja, dat duurt nog wel even. En ik sta er nu 15 jaar en dan gaat er wel eens wat stuk. Maar het lukt allemaal wel. Meneer van Praag zegt wel eens:"Sien ik ben zo bang". Zeg ik:"Waarvoor bent u nu bang?" "Ja", zegt hij dan,"dat het in het nieuwe stadion niet meer zo gezellig is". "Dat zal wel meevallen", zeg ik dan. Kijk in het begin deden de jongens het zelf: Ruud Geels, Piet Schrijvers, Stuy, die deden dat spelershome en dan was het zaterdags: jongens, allemaal afrekenen. Dan kwa men de jongens allemaal aan de bar om af te rekenen.

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1991 | | pagina 11