Urï Coronel:
'Ajax is een bijzondere club en alles is mooi...'
Na in het vorige clubblad Michael van Praag als voorzitter
van het nieuwe bestuur te hebben geïntroduceerd, is het
dit keer een andere newcomer met wie ruimschoots is
gesproken over de toekomst van Ajax en dan met name op
het gebied van commercie, sponsoring en alles wat daarbij
hoort. Ongetwijfeld een uiterst aktueel onderwerp, niet al
leen voor Ajax maar in feite voor het totale betaalde voet
bal. Sponsering is niet meer weg te denken uit de sport in
z'n algemeenheid, maar in het gesprek met Uri Coronel
praten we natuurlijk primair over de commerciële aktivitei-
ten rond Ajax. Deze portefeuille ligt in handen van Ajax'
nieuwe man aangaande commercie en marketing. Hij zal
zich moeten gaan verdiepen in de mogelijkheden om voor
Ajax de nodige gelden binnen te halen en het produkt Ajax
aan de man te brengen. Want dat de club meer financiën
nodig heeft om het bereiken van de doelstellingen te reali
seren zal duidelijk zijn.
Uri Coronel (42) heeft reeds een duidelijk beeld voor ogen
om zijn doel te bereiken. Hij legt dat uit in het onderstaand
monoloog waar blijkt dat hij verbaal goed uit de voeten kan
zoals een goed commercieel man betaamt.
"Mijn vader was een Ajaxsupporter zoals er zovelen zijn:
Zolang ik mij dat kan herinneren was hij donateur van Ajax
en ging ik met hem naar alle wedstrijden op een kinder-
kaart van vijf gulden. Ik weet dat nog zo goed omdat ik
beschik over een goed geheugen wanneer het gaat om
voetbalgeschiedenis.
'M'n' eerste kampioenschap was op 26 mei 1956 in het
Olympisch Stadion tegen BVC Amsterdam. Het werd 5-1
voor Ajax na bij de rust met 1-0 te hebben achtergestaan.
Vier jaar later gebeurde op precies dezelfde datum hetzelf
de tegen Feyenoord. Inderdaad, ik zou wel met een quiz
mee kunnen doen. Het eerste elftal dat ik zag spelen was
met Ger van Mourik, Cor Geelhuyzen, Klaas Bakker en Gé
van Dijk. Ik was toen een jaar of zeven. Daarna vrijwel
geen wedstrijd overgeslagen, behalve als ik ziek, op reis of
op vakantie was. Maar verder alles gezien.
Later ook donateur geworden. Waarom?
Kijk, daar zijn een paar redenen voor. In de eerste plaats
kan je alleen maar lid van Ajax worden als je heel goed
kan voetballen. Nou, ik voetbalde wel maar niet goed
genoeg. Dat is trouwens op dit moment nog steeds een
probleem in de structuur van Ajax. Op die wijze kweekt de
club te weinig kader. Maar in ieder geval, als je dan Aja-
cied bent en je wilt dat laten blijken, die verbondenheid
met de club, dan is een donateurschap de enige oplossing.
Je krijgt dan alle informatie, het clubblad en noem maar
op. Goed, ik kwam er dus altijd maar ik had tot voor kort
nog nooit een bestuurskamer van binnen gezien. Je ging
gewoon naar de wedstrijd en na afloop gelijk naar huis. En
heel vroeger op zaterdagmiddag op de brommer naar de
betaalde jeugd kijken of naar het honkbal. Ik denk dat wij
behoorden tot een groep mensen die veel groter was en is
dan Ajax zich realiseert. Mensen die zich heel nauw Aja-
cied voelen, maar die zich door de structuur van Ajax nooit
hebben kunnen laten zien.
In het dagelijks leven ben ik werkzaam bij Bekouw
Mendes, makelaars in assurantiën, waar ik deel uitmaak
van de Raad van Bestuur en waar ik met drie collega's lei
ding mag geven aan 450 mensen. Ik ben daar verantwoor
delijk voor commercie en verkoop. Dat neemt meer dan 40
uur per week tijd in beslag. Dus zou de functie in feite niet
te combineren zijn met de werkzaamheden voor Ajax,
maar ik doe het toch.
Ik heb altijd in vele besturen gezeten. Acht jaar was ik
voorzitter van een scholengemeenschap. Ik ben voorzitter
van een bouwcommissie voor een bejaardentehuis, en ik
was penningmeester van een liefdadigheidsinstelling.
Ik heb dus altijd veel sociaal werk gedaan en dus eigenlijk
geen tijd voor Ajax. Toen Nico Gianotten samen met Henk
Timman mij dan ook bezocht en de vraag voorlegde plaats
te nemen in het nieuwe bestuur, stond ik niet te trappelen.
Maar na verloop van tijd begon het toch een beetje te
kriebelen. Ajax is toch een stuk van je leven. Daar hoef je
helemaal niet sentimenteel over te doen, maar het is wel
zo. Het is in ieder geval iets waar je ieder weekend bij
betrokken bent, waar je reizen mee maakt in binnen- en
buitenland, kampioenschappen, vreugde en verdriet, meer
vreugde dan verdriet.
Ik zei dus eerst "nee". Maar ze kwamen nog eens terug
en het begon me toch te kietelen, leder mens is ijdel en ik
geloofde ook dat ik iets voor Ajax zou kunnen betekenen,
omdat ik beschik over eigenschappen waar de club iets
aan heeft. Hoewel je dat natuurlijk moeilijk van jezelf kan
zeggen. Uiteindelijk zei ik toen tegen Gianotten: geen
voorzitter, geen penningmeester, maar als je een goede
ploeg bij elkaar kan brengen dan doe ik mee.
Die ploeg kwam, dus moest ik het doen. Ik zie het ook een
beetje als een jongensdroom. Ik ben zo vergroeid met die
club. En het is verschrikkelijk leuk. Maar het kost enorm
veel tijd en dat is momenteel wel hèt probleem. Je kan
Ajax niet alleen in de avonduren besturen. Je bent er iede
re dag mee bezig, maar dat zal in de toekomst wel minder
worden.
We hebben nu een uiterst goede ploeg. Dat wil nog niet
zeggen dat wij het ook goed doen. Een aimabele voorzit
ter, Arie van Ós hoef je financieel niets te vertellen, ik op
mijn gebied weet ook wel iets, André Kraan met z'n erva
ring, en van Hennie Henrichs moet je niet onderschatten
hoe belangrijk hij is omdat het jeugdvoetbal toch van
doorslaggevend belang is voor de toekomst van Ajax.
Mijn portefeuille in het bestuur betreft het aantrekken en
onderhouden van sponsors, de kontakten leggen en dus
zorgen voor gelden vanuit het commerciële circuit. Dat is
op dit moment het belangrijkste. En voor de rest alles wat
te maken heeft met de verkoop van Ajax naar de klanten
toe. Dus het stadion, de service aan het publiek, eventueel
een nieuw stadion, maar daar komen we straks nog wel
op. In zakelijke termen: commercie en marketing.
Op dit moment besteed ik alle tijd aan sponsoring, omdat
ik op heel korte termijn wil proberen aanzienlijk hogere op
brengsten te bereiken. Tja, hoe doe je dat? Eerst hebben
we geanalyseerd wat we nu hebben. Al onze sponsorkon-
trakten lopen nog twee jaar. Daar is dus weinig mee te
doen en er is geen sponsor die zegt: ik vind jou zo'n aardi
ge vent met je blauwe ogen, ik geef je nog een paar ton
extra. 33