ontwikkeling. Gewoon door gebrek aan trainingen. Dat kan ook niet anders. Je ziet toch vaak gebeuren dat spelers bij full-profs beter gaan voetballen omdat hun ontwikkeling verder gaat. Ton Harmsen zei altijd dat iedere speler bij Ajax 25% beter gaat voetballen. Niet alleen omdat hij met betere voetballers speelt, maar ook omdat hij meer kan trainen. Het kan natuurlijk altijd voorkomen dat een elftal of een speler een mindere periode meemaakt. Daar zijn altijd wel redenen voor aan te wenden. Bij Ajax maak je niet zo gauw mee dat een elftal langduring minder presteert. Er kan te hard of te langdurig getraind zijn. Dan moet je dus iets terugnemen, zodat die frisheid weer terugkomt. Het kan ook voorkomen dat de ploeg wat veel wedstrijden moet spelen en dan een negatief resultaat behaalt, dat werkt nog even door met twee gelijke spelen, maar in z'n alge meenheid moet ik zeggen dat zoiets toch nooit erg lang duurt bij ons. ledereen is toch weer gauw op scherpte. Ook individueel kan een speler minder presteren. Maar daar zijn wel honderd redenen voor te bedenken. Dat kunnen faktoren thuis zijn, dat kunnen faktoren onderweg zijn, dat kunnen faktoren"zijn bij spelers die liever stappen dan voetballen, een trainer die een keer te keer gaat, onderlin ge problemen met andere spelers. Dat kan van alles zijn. Spelen met een halve blessure. Het is allemaal zeer indivi dueel. Inderdaad zijn er altijd wedstrijden die moeilijk zijn. leder jaar weer. Maar het weten, dat zo'n wedstrijd moeilijk kan worden, geeft al een bepaalde spanning aan. Die spanning kan zich wel eens vertalen in 5 of 10% minder functione ren. En minder overtuigend overkomen..Zo'n thuisclub heeft dan altijd dat eigen ikkie, die eigen vertrouwde omge ving waar men zich lekker voelt en waar men wel eens wil laten zien voor eigen publiek, waartoe men in staat is. Dat was in mijn tijd al zo. Toen ik bij MVV speelde, wonnen wij ook met 1-0 van Ajax. Alleen al door die sfeer lukte alles beter. Ajax had toen net een Europa Cupwedstrijd gespeeld, en ja, dat gaat zoJe kan als trainer in de da gen voorafgaand aan zo'n wedstrijd proberen die sfeer te veranderen. Op de dag van de wedstrijd kan dat niet meer. Dan zit zo'n sfeer er helemaal in. Als je zo'n angst tegenstander krijgt, moet je wat relaxter te werk gaan. Maar of het geholpen heeft weet je pas na de wedstrijd. In de wedstrijd zelf een bepaalde sfeer ombuigen naar een andere is het moeilijkste wat er is. In mijn tijd zagen wij daar wel kans toe omdat we beschikten over een aantal er varen spelers, die dan wel kans zagen, zoals wij dat noem den, in de bus te blazen. En die trokken die anderen dan weer mee. En dat waren bij ons dan niet altijd dezelfden. Nu is dat wat minder omdat het aantal ervaren spelers minder is en vaak altijd dezelfden de kar moeten gaan trekken. En op een gegeven moment werkt dat ook niet meer. Die spelers worden het dan een beetje moe, iedere keer weer te gaan buffelen. Een trainer kan alleen in de rust nog wat doen. Je kan dan nog wel een bepaald sfeer tje ten goede veranderen. Maar tijdens de wedstrijd is de invloed van de trainer minimaal. Dan kan je eigenlijk niets meer doen. Voor de wedstrijd kan je wel zien hoe het sfeertje is. Het beste is ontspanning. Gewoon alle dingetjes doen die gedaan moeten worden in een rustig sfeertje. Veel gelach is een slecht teken. Te rustig betekent ook vaak te veel spanning. Wat ook belangrijk is, is dat bij zo'n voorbereiding van een wedstrijd niet te veel mensen aan wezig zijn die er niet thuishoren. Die verstoren alleen maar de voorbereiding. Die missen die spanning vooraf. Dan is er natuurlijk de warming-up. Ook die moet goed en gecon centreerd gedaan worden. Dus niet bezig zijn met mensen op de tribune, nee, goed en geconcentreerd bezig zijn. Dat is heel belangrijk. Dan rest nog dat praatje vlak voor de wedstrijd om nog net iets een bepaalde wending te geven. Dan het veld op en voor de trainer is het dan afgelopen. In de rust kan je dan nog wel wat doen en zodoende krijg je soms twee totaal verschillende wedstrijden. Natuurlijk sta je wel eens voor verrassingen. Het voetbal zit vol verrassin gen. Incidenteel komt het nog wel eens voor dat in mijn ogen de voorbereiding slecht was, maar dat er toch goed werd gespeeld. Dat zijn incidenten. Op langere termijn kan dat nooit goed gaan. Meestal zorgt de tegenstander voor de verrassingen, want de faktor tegenstander heb je uiter aard niet in de hand. Dus kan de uitgestippelde taktiek bin nen vijf minuten weg zijn. Een elftal moet dat dan zelf zien op te lossen. Als je dat van de kant moet doen duurt dat meestal te lang. Je wekt ook gauw onbegrip omdat de spe lers het in het veld anders ervaren. Minder erg dan jij het ziet van de zijlijn. De faktor geluk speelt toch wel een redelijk grote rol in het voetbal alhoewel wij er altijd vanuit gaan dat je de faktor geluk afdwingt door je instelling in het veld. Je probeert de geluksfaktor ook zoveel mogelijk uit te schakelen door je zo goed mogelijk voor te bereiden op de wedstrijd, dat je alles naar je hand zet. En dat kan bij Ajax gemakkelijker door je kwaliteit aan spelers. Je probeert gewoon op je kunnen die wedstrijd te winnen. Als je een spits hebt die op een bepaalde manier gemak kelijk scoort, probeer je die spits zo aan te spelen dat hij eenvoudig die goal kan maken. Dus die geluks- of toevals- faktor probeer je toch zoveel mogelijk uit te schakelen, of te beperken. Helemaal uitschakelen kan niet. Voetbal is altijd heel langzaam in ontwikkeling. Er gaan jaren overheen voordat er wat veranderingen komen. Er wordt al zovaak geroepen over spelregelverandering. Nou, hoeveel spelregels zijn er de laatste 20, 30 jaar veranderd? Heel weinig! Met de keeper is er een keer wat gebeurd, dat ze de bal niet meer mogen oprapen, als die niet buiten het strafschopgebied is geweest. Zulke dingen. En ontwik kelingen op het technische vlak zijn er ook mondjesmaat. Wat je wel steeds meer ziet in Nederland is dat steeds meer één tegen één wordt gespeeld. Twee elftallen tegen elkaar en over het hele veld een-tegen-een. En dat is toch wel een interessante ontwikkeling. Die, moet ik eerlijk zeg gen, Ivic al tien jaar geleden voorspelde. Ivic zelf was geen voorstander van dat systeem. Zijn visie was altijd, wat ik noem, de piramide: achterin 2 ausputzers, daar 4 man voor, en 3 man daarvoor met 1 spits. Dat is een beetje de fensief, maar het levert wel resultaten op. Natuurlijk telt het resultaat maar ook het spel voor het publiek. Bij Ajax stre ven we naar beide. Leuk attractief spel met een goed re sultaat. Niet of of, maar en en. Dat maakt het werken bij Ajax zo moeilijk. Het is Ajax eigen: attractief spel en goede resultaten. Als ik een spelregel zou mogen veranderen, zou ik wel iets willen bedenken om wat meer snelheid in het spel te brengen. Snellere blessure behandelingen, het sneller ingooien van de bal, een regel tegen het teveel te rugspelen op de keeper. Het werkt allemaal zeer vertra gend, maar ook irriterend voor spelers en publiek. Daar moet men zich toch eens over buigen. Spelvertragende ak- ties moeten aangepakt worden. Het spel moet sneller en attractiever gemaakt worden. Het is zelfs zo dat men jonge spelers al steeds vroeger gaat aantrekken. PSV trekt al spelers aan van 14 en 15 jaar voor hun internaat. Wij gaan nog niet zover. Toch zul len wij ook op dit punt de concurrentie aan moeten gaan

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1988 | | pagina 9