V. De Burgemeester van Amsterdam de heer Ed van Thijn opende het Congres officieel. Hier is hij in gesprek met Ajax-clubarts A. B. Stibbe, technisch directeur de heer R. Michels, Johan Cruijff, Prof. Greep en de voorzitter van het bestuur van de St. Lucas-stichting Mr. R. Cornelissen over de problemen waarmee hij te maken heeft in het nationale elftal. Er is nogal wat psychologie bij nodig, begreep ik. Hij bleef toch twijfelen aan het nut van een specialist-psycholoog. De trainer-coach is het belangrijkste en moet de hoofdrol blijven spelen. Duidelijk is dat bij het voorkomen van blessures de training belangrijk is. De afgelopen langdurige strenge winter dwong de trainers om veel binnen te werken. Om wat afwisseling in de training te brengen had Cruijff wat touwtjes gekocht. Tot zijn verbazing mislukte zijn opzet omdat vier van zijn 22 profs niet konden touwtje springen. Werken met stokken ging ook niet en tot zijn verbijstering kon vrijwel niemand een koprol maken. De oorzaak is volgens hem de achteruitgang van de school- gymnastiek. Bij de jeugdteams is dat al te zien. De jongens en jongetjes, zoals hij ze noemt, zijn niet lenig meer. 'Zitten licha melijk slecht in elkaar', waardoor ze veel meer gevaar lopen op blessures. Ook het eten is een probleem. Gevarieerde voeding is er niet bij; ze eten hamburgers en drinken cola. Slechte hygiëne, onverstandige voeding en gebrek aan nacht rust. De competitie en de stress als gevolg van de dwang om prestaties te leveren zijn evenzovele problemen voor trainers. Dat geldt voor jeugdelftallen en ze worden erger in de profes sionele top. Isaan dit sombere beeld dan niets te veranderen? Natuurlijk is blessurepreventie heel goed mogelijk. Dit bewees de Zweedse sportarts Hans Ekstrand in 1982 al in zijn proefschrift. Door nauwkeurige voorschriften over voorbereiding voor een wed strijd, een goede warming-up, een zorgvuldige cooling down, goed schoeisel en passende beenbeschermers kon bij zes teams in een heel seizoen de prestaties opvoeren en de blessu res tot een kwart verminderen. Opheffen van de extra controle deed de blessures na een jaar weer tot het viervoudige toene men, waarmee hij bewees dat voetballen op zichzelf niet ge vaarlijk is. Overlijden Natuurlijk kwam het overlijden tijdens een wedstrijd ook op het congres ter sprake gekomen. Hoe groot is de kans dat je aan voetballen dood gaat. (En dat geldt natuurlijk ook voor trimmen en enkele andere inspannende sporten.) Deze drama tische ongelukken zijn gelukkig zeldzaam. In 80 procent van de gevallen is een hartdode; in 90 procent zijn het mannen. Het bleek dat er meestal vooraf toch wel vaak tekenen waren. Het advies is dan ook om ook bij vage klachten een medisch onderzoek te vragen. Dit dient dan meestal ook een ECG- onderzoek (hartfilmpje) en röntgendoorlichting te omvatten en soms een echogram. 11

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1986 | | pagina 13