Felix Gasselich:
'Eigenlijk zijn voetballers
artiesten
De ontwikkelingen van Felix Gasselich bij Ajax zijn zeker op
vallend te noemen. Bij zijn komst, nu anderhalf jaar geleden
van Austria Wien, waren de verwachtingen bij velen hoog
gespannen. Het grote talent uit Oostenrijk zou bij Ajax z'n
kunnen laten zien. ledereen was vol verwachting maar het liep
enigszins anders. Ogenschijnlijk lukte het allemaal niet zo erg.
Het tempo leek voor Felix veel te hoog, de 'sturm und drang',
dat altijd maar willen winnen ontbrak bij de flegmatieke
Oostenrijker die er in eerste instantie maar niet in slaagde te
overtuigen van z'n voetbalkunsten. Een tegenvaller dus, zou je
denken, ook voor hemzelf. Dat laatste is niet het geval.
Trouwens, tegenvallen deed de Oostenrijker steeds minder
wat mag blijken uit de stijgende populariteit bij het kritische
publiek. En nu, na anderhalf jaar, lijkt Felix op weg te zijn naar
een vaste plaats in de Ajax-hoofdmacht. Hoewel, hij weet het
ook, de concurrentie is groot. Altijd maar presteren, hard
trainen en altijd willen proberen beter te zijn dan de anderen.
Hij weet precies wat van hem verwacht wordt en laat dan ook
niets na het hoogste te willen bereiken. Maar vooral alles
gebaseerd op techniek. Dat is het voetbal waar hij vooral in
Oostenrijk enorm goed mee uit de voeten kon. Daar was dat
voldoende om te schitteren, hier bij Ajax wordt echter meer
van hem verlangd. Zoals b.v. meeverdedigen, je tegenstander
volgen, afstoppen en nooit afzwakken, tot de laatste minuut er
bij blijven. Hij heeft dat allemaal moeten ervaren, had natuur
lijk een 'wenningsperiode' nodig, werd ongelukkigerwijze nog
getroffen door de ziekte van Pfeiffer, woonde niet geheel naar
wens, heeft nu een aardige 'stek' gevonden in Bovenkerk waar
de familie Gasselich inclusief de paar weken oude zoon
Christoffer (z'n benen maken nu al aardige trapbewegingen)
nu wat meer aanspraak heeft met buurtbewoners.
Daarbij is het ook bij Felix opvallend hoe snel iemand de
Nederlandse taal machtig is. Niet alleen Denen hebben taal
gevoel, ook Oostenrijkers zien toch kans na 14 maanden ruim
2 uur lang in de Hollandse taal te praten over voetbal bij Austria
Wien, Ajax, Europa Cup en tal van andere zaken die min of
meer met het vak te maken hebben. Felix Gasselich, 29 jaar, in
solo na anderhalf jaar Ajax:
'Met Christoffer gaat het uitstekend. Niet echt rustig, huilt
regelmatig omdat hij vaak honger heeft. Hij eet erg veel, was bij
de geboorte maar 4 pond en dat is nu al verdubbeld.
Maar het gaat wel. We wonen hier veel beter dan op de
Nassaukade. Al die trappen op met de boodschappen etc.
Verschrikkelijk. En weinig aanspraak. Eigenlijk met niemand.
Hier in Bovenkerk gaat dat veel beter. Voor m'n vrouw is dat
ook veel leuker. Bovendien woont Johnny Bosman hiervlak bij
en ook Johnny van 't Schip. Ja, dat is veel leuker. Ik was wel
eerder in Amsterdam geweest. In 1970 of daaromtrent speel
den we een vierstedentoernooi en maakte ik deel uit van de
Weense jeugdselectie. Dat tournooi werd ergens in de buurt
van het Olympisch Stadion gespeeld. Eigenlijk ben ik pas laat
in een club gaan voetballen. Toen ik 15 was bij Austria Wien.
Daarvóór speelde ik alleen maar op straat met m'n vriendjes.
Vond ik veel leuker. Ik heb ook nooit gedacht nogeens prof
voetballer te worden. Gewoon alles doen met een bal. Dat was
veel aardiger. Techniek. Altes leren. Dat was het einde.
Vóór m'n 15e deed ik zelfs wel eens mee met wedstrijdjes
tegen veel oudere spelers. En als je dan pas 10 of 12 bent kan je
een grotere vent alleen maar op techniek voorbij gaan. Daar
door leer je al heel jong veel bewegingen en kan je veel met die
bal doen. Of ik was ballen jongen bij Austria Wien. Je weet wel,
de bal uit de sloot halen wanneer het eerste elftal aan het
trainen was. Maar op een gegeven moment vroeg een 2 jaar
jonger vriendje of ik niet als 'Jugend', zeg maar B-junior, bij
Austria Wien wilde komen spelen. In Oostenrijk heb je:
'Knaben' 10-12 jaar, 'Schüler' 12-14 jaar, 'Jugend' 14-16 jaar,
Junioren 16-18 jaar. Ik was dan ook nog 'Jugend', maar kon na
een paar wedstrijden al een jeugdcontract tekenen wat inhield
dat je tot je achttiende jaar niet naar een andere club kon gaan.
Dat tekende ik. Daarna ging het erg snel. Eerst de Weense
selectie, na 5 wedstrijden de Oostenrijkse jeugdselectie. Ik
maakte het eerste seizoen 45 doelpunten. In het 2e jaar ging ik
naar de junioren, maar trainde al vaak mee met het eerste
elftal. Mocht dan ook al soms invallen bij vriendschappelijke
wedstrijden, om maar vast aan dat spel te wennen. Er kwam
toen ook een nieuwe trainer die vooral de jeugd liet spelen. Ik
speelde dan ook al snel m'n eerste buitenlandse wedstrijd
tegen Slavia Praag. We wonnen met 1-0. Vanaf 1976 speelde ik
in het eerste elftal van Austria Wien. Tot 1983. Toen naar Ajax.