werper aangelicht en onze koers verlegd. Hierna gaf hij door
dat volgens zijn 'plotten' op de radar, wij nu geheel vrij waren
om onze koers te vervolgen. Hetgeen wij inmiddels zelf ook op
de radar hadden gezien. Na het beëindigen van het gesprek
werden we in gebroken Nederlands opgeroepen door een
Zwitsers schip, waarop het gezag werd gevoerd door een Belg.
Hij dacht dat we op ongeveer 1 mijl afstand waren: in werke
lijkheid was dit zeker 6 mijl. Nou ja, wat doet zo'n Belg op een
Zwitsers schip, die kan beter in de Alpen varen, of nog rustiger
in de Ardennen.
Ik vergeet nog een leuke ervaring in de nacht. De lichtjes die je
in de scheepsroute ziet, leer je steeds duidelijker te onder
scheiden. Van ieder schip zie je er normaal gesproken altijd
meer dan één. Op een gegeven moment zagen we over bak
boord maar steeds één licht en altijd op dezelfde afstand. Zou
dat soms een jacht zijn? Na verloop van tijd kwamen we er
door lichte bewolking achter dat het een laagstaande ster was.
Nou ja, een beetje hoog toplicht. Daar we om de zeilen vol te
houden wat hoger hadden gestuurd, moesten we onze koers
de volgende morgen verleggen. De wind was inmiddels ook
iets minder: gijpen en de genua bij. De windvaan weer in
gesteld, maar werken HO-maar. Na een tijd modderen, opper
de Hennie om, ondanks de zeegang, toch maar de autohelm te
proberen. En gelukkig heeft 'omaatje', zoals wij het apparaat
noemen, ons de rest van Biskaje prima diensten bewezen. Het
is echter van het grootste belang dat de windvaan goed gaat
werken. De wind wordt steeds minder en de zee vlakker
naarmate we de Spaanse kust naderen. 15 mijl voor La Coruna
is de wind geheel weg en de zee volkomen vlak met enkel nog
de deining. Over het water komt dan een vrij dichte nevel en de
'Jojo' gaat in werking. Dichtbij krijgen we een lichte reflektie
en we kijken goed uit. Dan zien we een jacht onder zeil waar
van ze met jassen naar ons zwaaien. Het blijkt een Duits jacht
te zijn met motorstoring, dat al 20 uur hulpeloos rond dreef.
Natuurlijk een sleep gegeven en La Coruna binnengebracht.
De oversteek van Biskaje heeft ons drie en een halve dag en 3
nachten gekost, in 78 uur totaal 383 mijl; een gemiddelde dus
van 4,9 mijl/uur. Wij vinden het niet snel, temeer daar we van
anderen horen dat ze zes tot zeven 'knopen' gelopen hebben.
Maar als we dan vragen hoe lang de overtocht heeft geduurd,
kan krijgen we steevast te horen 'Goed, drie dagen'. Zal Klok
wel niet op klokken aankomen!
Noord-West Spanje is een wereld apart. Schitterend mooi en
ontzettend vriendelijke en 'nette mensen. La Coruna is een
prachtige stad. We lagen afgemeerd aan een drijvende steiger
en zijn hier, ja het is te raden vier nachten blijven liggen.
Voor Boefje was het na Biskaje het absolute einde. Kon hij
frank en vrij piesen en poepen. Ja, dat was wat met hem op
Biskaje. Al die tijd heeft hij niets gedaan, terwijl ik hoogst
persoonlijk tijdens de overtocht voor hem 'voorgepiesd' heb
tegen de kompaspaal. Maar niets hoor, meneer maar ruiken en
likken en verder niets. We hebben van alles geprobeerd: z'n
riem om en een ommetje in de kuip om de kompaspaal; mooi
niks doen!
Eenmaal in La Coruna, op de steiger, alles in één keer. En niet
alleen op de steiger, want toen Hennie en ik een uurtje gingen
stappen, had meneer uit nijd alles in de kajuit gedaan. Enfin,
wij wilden varen en hem hebben we niets gevraagd.
Goed we hadden het over Noord-West Spanje. Wél mensen
kom hier heen en overtuig jezelf. Schitterende baaien waar je
heerlijk voor anker ligt met prachtig helder water. Op 10 meter
zie je je anker liggen en de vissen zwemmen. Op een middag
zwommen in de baai van Lage de dolfijnen op nog geen hon
derd meter afstand. Lage was trouwens onze volgende stek,
een werkelijk heel mooi vissersdorp. Het leven hier is ook
16
bepaald niet duur. We dronken hier op een avond een glas wijn
op een terrasje en moesten na afloop voor 5 wijntjes Dfl. 1,50
betalen. Onze volgende ankerplaats was de baai van Camari-
nos, 15 mijl verderen bijna netzo mooi.
Vóór we deze baai binnen liepen hadden wij, voor onze Neder
landse zeilers begrippen, nog een heel merkwaardige erva
ring. We kwamen aangezeild met een wind uit het N.O., kracht-
plm. 3. Op het moment dat we binnen wilden lopen, kwam
vanuit het westen een nevel opzetten en binnen enkele minu
ten was de wind Zuid-West, kracht 3.
Het snel wegnemen van de zeilen was hier dus niet nodig:
gewoon schoten verzetten. Het is allemaal heel eenvoudig, de
havens ook. Die zijn er nl. niet, dus anker laten vallen en
klaar-is-kees. Althans dat denken wij, eenvoudige zeilers, die
wij zijn.
In de volgende haven komen we echter tot andere gedachten.
Deze volgende haven is Bayona. Om die te bereiken moet je
kaap Finistere ronden, en dat leek ons nogal wat. De laatste tijd
hadden we via de BBC, ja, die) constant stormwaarschuwing
bij Finistere gehoord. We waren dus helemaal voorbereid. We
vertrokken uit Camarinos met West 3-4 en hoopten, na het
ronden van de kaap, halve wind te krijgen. Niets was echter
minder waar: de wind werd Zuid-West kruisen dus en op nog
geen mijl van de kaap was de koek volledig op. Het was in
middels donker en van kaap Finistere hebben we alleen het
licht gezien. Motor bij en schudden maar op de deining.
Hennie werd er bijna zeeziek van. De hele nacht gemoterd. En
overal vissers, die met lichten seinden: stuurboord uit, bak
boord uit. Het leek de Spaanse Armada wel. Bayona bereikten
we in de loop van de morgen. Een meer luxe Spaanse bad
plaats met jachthavens met een drijvende steiger en boeien
om af te meren. Wij gingen voor anker, ja voor een half uur. Het
anker had in de planten niet gepakt en begon te krabben. Snel
wegwezen en een boei gepakt.
Over 'pakken' gesproken, ik ga nu meertje even pakken. Jullie
denken nu weer iets, ik begrijp het al. Maar nee, Meertje is dat
heerlijke kromme pijpje, dat ik van mijn lieve buurvrouw in
Holland, Mary, heb gekregen.
En het rookt lekker. Overigens, mijn pen is opgedroogd en ik
ook
Wordt vervolgd