'Ik moet nog erg veel leren JOHN VAN 'T SCHIP: Menige club uit het betaalde voetbal in Nederland (maar misschien ook wel daarbuiten) zal met enige jaloerse blikken de komst van die vele eigen begaafden uit de Ajaxschool zien komen. Ogenschijnlijk moeiteloos produceert de club het ene talent na het andere alsof er slechts een blik behoeft te worden opengedraaid om weer een nieuwe naam aan de reeks toe te voegen. Natuurlijk is dat slechts schijn. Achter de schermen wordt door vele mensen keihard gewerkt om deze jong bekwamen op het hoogste plan te brengen. Lang niet iedereen (zoals Willem Kieft) loopt vanaf de pupillen de Ajaxschool door. Sommigen komen als junior naar Ajax, aangetrokken via een instuif of 'gescout' bij andere verenigingen. Opleiding in de eigen voetbalschool en prepareren voor het grote werk. Ajax slaagt daar opmerkelijk goed in en ziet kans talenten op jonge leeftijd aan te trekken en dusdanig op te leiden dat men het eerste elftal weet te bereiken. Kieft, Rijkaard en Vanenburg zijn nu al zeer bekende namen, Silooy misschien iets minder, Van 't Schip is de laatste newcomer' in het geheel. Als op één na de jongste van de totale selectie (alleen Gerald Vanenburg is enige maanden jonger) maakt hij sedert begin dit jaar deel uit van de A-selectie en debuteerde in het eerste elftal tegen Haarlem als invaller in de tweede helft. John van 't Schip komt dus eigenlijk net kijken maar de lichtvoetige rechtsbuiten is in het voetbal zeker geen onbekende. Alle jeugdselectieteams heeft hij meegemaakt, op jeugdtoernooien in binnen- en buitenland maakte hij furore en het is dan eigenlijk weer niet zo'n grote verrassing dat hij nu al deel uitmaakt van de A-selectie bij Ajax. Nog als wisselspeler weliswaar, maar meer mag ook niet worden verwacht. Hij heeft zelfs nog geen kon- trakt maar het spelen in Ajax op dit niveau is voor hem op dit moment iets geweldigs. Doch hij wil meer: profvoetballer worden,het liefst bij Ajax. Daar werkt hij hard voor. Zoals blijkt uit het gesprek met hem, thuis in Amstelveen met vader en moeder Van 't Schip als aandachtige toehoorders. John praat onbevangen over allerlei zaken, ziet de toekomst met vertrou wen tegemoet en beseft ook dat hij nog een lange weg heeft te gaan alvorens hij kan zeggen: nu ben ik er. 'Want', zegt John zelf, 'zelfs Cruijff zal nu nog iedere keer weer leren en die loopt toch al een tijdje mee.' Het verhaal van weer zo'n Ajax-talent. 'Het voetballen ging mij altijd erg makkelijk af. In de pupillen bij NFC had ik vrijwel geen tegenstand. Er vielen doelpunten bij de vleet, passeerde 5 of 6 man en schoot die bal in het doel. Ook in Canada, waar ik geboren ben, voetbalde ik op straat, gewoon met vriendjes. Daar is voetbal nu eenmaal niet sport nummer één; ijshockey, niet voetbal. Toen ik 10 jaar geleden in Nederland kwam te wonen werd ik lid van NFC, omdat we nu eenmaal een huis bewoonden in Amstelveen. Eerst speelde ik een halfjaar in de pupillen B-8, dan langzamerhand hoger in de A-1 pupillen. Het leuke was hier dat we steeds vrijwel hetzelfde elftal behielden. In die tijd was ik al 'fan' van Ajax. Ging daar veel wedstrijden kijken en leerde ook jongens kennen die al in Ajax voetbalden. Zo iemand was ook Mario Wilhelm. Via hem kreeg ik de kans een paar trainingen bij Ajax mee te doen en uiteindelijk na drie keer aldus te zijn beproefd werd ik aan- 4

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1982 | | pagina 4