Van de bestuurstafel Trainer LEO BEENHAKKER heeft op 10 maart jl. het Ajax-bestuur gevraagd hem met onmiddellijke ingang van zijn functie te ontheffen. Het Ajax-bestuur heeft dat verzoek in gewilligd. Jeugdtrainer A. DE MOS zal ad inte rim de werkzaamheden van de heer Beenhakker, in samenwerking met trai ner BOB HAARMS voorlopig (tot 1 juli a.s.) voortzetten. Bestuur AFC 'AJAX' In antwoord op... Enige weken geleden zijn de nieuwe kleedkameraccommo daties onder de eretribune in gebruik genomen. Deze gehele operatie heeft AJAX zéér veel geld gekost, doch gezien in het licht van hoe-het-vroeger-was, beslist geen overbodige luxe. Het is voor het Bestuur en de mensen die zich daarvoor hebben ingezet een vreugde om te zien hoe mooi het geworden is. Helaas na enkele weken reeds moeten wij constateren dat enige spelers van AJAX, die in de mooiste kleedkamers en gangen van Holland verblijven, deze ruimten niet weten te waarderen en zich reeds schuldig hebben gemaakt aan beschadigingen c.q. vernielingen. Het Bestuur wil dan ook de gebruikers van deze accommoda ties dringend verzoeken zich aan de volgende regels te houden: 1niet met de handen aan de muren komen, 2. geen ballen laten stuiteren of tegen de muren gooien, 3. niet met voetbalschoenen aan in de doucheruimte lopen, 4. niet de voetbalschoenen tegen de muren schoonkloppen, 5. niet de doucheknoppen er af draaien, 6. vuil in de geplaatste papierbakken deponeren. Mocht aan dit verzoek niet worden voldaan, dan zal het Bestuur zich genoodzaakt zien maatregelen te nemen tegen de vandalen. Namens het Bestuur der A.F C. 'AJAX' A.J. van Eijden, Comm. Alg. Zaken. Naar aanleiding van het artikel omtrent de Studie- en Begelei dingscommissie in het Ajax-Nieuws van november j.l. werd een schrijven ontvangen van de heer Teunissen met enige opmerkingen en vragen. Het ingezonden stuk werd in het laatst verschenen clubblad geplaatst. Onderstaand het ant woord van de commissie op de brief. Verdere reacties worden met belangstelling tegemoet gezien. Uit die brief: 'de adviezen van de commissie zijn bindend. Wat gebeurt er als de betrokkene zo'n advies niet opvolgt?' Vooropgesteld dient te worden dat een speler vrijwel altijd dat advies zal volgen, omdat hij betrokken is geweest bij de besluitvorming rond dat advies en hij daarbij inzicht heeft gekregen in de argumenten die leiden tot een voor zijn maat schappelijke c.q. sportieve carrière noodzakelijk toekomst plan. Tot nu toe is het 'overtuigend vermogen' altijd voldoende geweest om te vermijden dat de bindendheid van adviezen niet in sancties behoefde te worden uitgedrukt Kortom: er zijn (nog) geen gevallen geweest waarin adviezen niet werden opgevolgd. Nu is dat niet alleen de verdienste van de overredingskracht van de commissie. Het wordt tevens bepaald door de sfeer, waarin technische staf (trainers) en leiders de spelers duidelijk maken dat voetbal in de jeugdjaren nooit de eerste plaats kan innemen in de opbouw van een maatschappelijke carrière. Wat zich wel voordoet, is het geval waarin spelers zich welis waar neerleggen bij een advies, maar bij de uitvoering ervan 'er de kantjes aflopen'. Dan blijkt echter het samenspel met trainers en jeugdleiders voldoende om dat onmiddellijk te corrigeren, waarbij sanctiesals niet-trainen of plaatsing in een lager elftal wel degelijk toegepast worden. Een ander voorbeeld dat de hr. Teunissen geeft m.b.t. een veel belovend speler, die, indien hij minder studeerde, voor Ajax sneller rendement zou opleveren, is heel concreet, maar ook zeer snel weerlegbaar. In zo'n geval worden faciliteiten gecre- eerd en onderwijsvormen gezocht en gevonden, waarbij de garanties voor het maatschappelijk welslagen van de betrok kenen ten volle prioriteit krijgen. En dat klinkt misschien vreemd in de oren van een buitenstaander, die Ajax ziet als een striks zakelijk en op voetbal gericht instituut, maar de betrok kenheid van bestuuren trainers bij het maatschappelijk belang van de speler, blijkt iedere keer dermate groot, dat voetbal- belangen het afleggen tegenover privé-maatschappelijke be langen. Met name trainer Beenhakker blijkt steeds weer bereid verregaande consequenties te trekken als het maatschappe lijk belang van een speler in het geding is en ondervindt daarbij van het bestuur alleen maar medewerking. Naast de spelerscontracten is het bestuur altijd bereid aan zienlijke financiële beloningen te verbinden aan de studie resultaten van jeugdige contractspelers. Daarnaast is geen onkostenpost te hoog als het gaat om b.v. aanstelling van privé docenten voor spelers die daar behoefte aan hebben. 6

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1981 | | pagina 6