De voorzitter antwoordt dat er zijns inziens weinig tegen te doen valt.
Het bestuur heeft hieromtrent advies gevraagd aan mr. Voetelink.
Hierna leest hij de volgende brief voor:
Amsterdam, 11 september 1979
Ledenraad en zwijgplicht
Blijkens artikel 8 van de statuten vormt de Ledenraad de hoogste
macht in de vereniging. Het bestuur, dat door de Ledenraad wordt
gekozen, is met drie leden in de Ledenraad vertegenwoordigd. Het
bestuur kan niet eisen, dat de leden van deze raad zich a priori
verplichten t.a.v. bepaalde door het bestuur aan te wijzen onderwer
pen van vertrouwelijke aard volstrekte geheimhouding in acht te zul
len nemen. Dat zou deze leden ook in een moeilijke positie kunnen
brengen tegenover andere leden van Ajax, die geen zitting in de
Ledenraad hebben. Maar natuurlijk, zolang geen geheimhouding
tegenover die andere leden is gewaarborgd, is die er indirect ook niet
tegenover de pers. Langs de navolgende weg zou in deze niettemin
een zekere waarborg kunnen worden verkregen.
De voorzitter kan in een vergadering van de Ledenraad het voorstel
doen, dat de leden van de Ledenraad gezamenlijk overeenkomen dat
over bepaalde nader te behandelen onderwerpen gedurende een
bepaalde tijd generlei ruchtbaarheid naar buiten zal worden gegeven,
ook derhalve niet tegenover andere leden van Ajax. Voorts zou ge
zamenlijk kunnen worde overeengekomen, dat als vervolgens een lid
van de Ledenraad niettemin in strijd met deze afspraak zou blijken te
handelen, dit als het schaden van de belangen van de vereniging mag
worden beschouwd als in artikel 13, sub. d, van het Huishoudelijk
Reglement wordt bedoeld.
Met vriendelijke groet,
hoogachtend,
(w.g. H. M. Voetelink)
De heer Ledegang vindt dat meer service aan het publiek dient te
worden verleend. Hij heeft gelezen dat wordt gedacht aan het schep
pen van een verkoopruimte voor Ferron onder de Reynoldstribune en
vraagt in welk stadium dit zich bevindt.
Naar zijn mening kunnen ruimtes onder de staantribunes worden
verhuurd. Hij schat de opbrengst hiervan op 100.000,per jaar.
Voorzitter Harmsen antwoordt dat het maken van een verkoopruimte
nog in studie is.
De heer H. Timman zegt dat bij verhuur van ruimtes rekening dient te
worden gehouden met het betalen van 48% vennootschapsbelasting.
Voorzitter Harmsen zegt dat er toch eerst ontvangsten moeten zijn,
voordat er sprake kan zijn van het betalen van belasting.
De heer Timman zegt dat voorkomen moet worden, dat Ajax als 'on
dernemer' wordt aangemerkt.
De heer Asbeek Brusse heeft kritiek op de speelwijze van ons eerste
elftal en vraagt het bestuur maatregelen te nemen.
Voorzitter Harmsen zegt, dat hij in Madrid Jong-Ajax uitstekend heeft
zien spelen en dat vele buitenlanders bij hem geweest zijn om te
zeggen dat het vertoonde spel zeer goed was. Hopenlijk dat de ge
wenste verbetering in de A-selectie spoedig komt.
De heer Van Mourik zegt dat het het bestuur wel bekend zal zijn dat de
buitentrap naar het Restaurant in slechte staat verkeert. Kort geleden
is daardoor de heer Bruijnesteijn lelijk ten val gekomen en vraagt de
trap te doen herstellen.
De voorzitter antwoordt dat het herstel van de trap op het lijstje staat
van werkzaamheden die dringend nodig zijn en dat hij aanneemt dat
de nodige voorziening op korte termijn zal plaatsvinden. (Is kort hier
na gerepareerd. Red.)
De heer Koole heeft uit het verslag gehoord marchandising door IF en
vraagt wat dat precies inhoudt. Hij vindt dat Ajax aanwezig had moe
ten zijn op de 'Uitmarkt' die op het Leidseplein is gehouden en daar
reclame had moeten maken omtrent bijvoorbeeld verkoop van sei
zoenkaarten.
Voorzitter Harmsen vraagt of de heer Van Eijden hierop wil antwoor
den.
Deze zegt dat wij daarom niet aanwezig waren op de 'Uitmarkt' omdat
niet bekend was dat deze werd gehouden. IF adviseert Ajax betref
fende zakelijke dingen, die ons geld kunnen opleveren.
De heer Koole vraagt of het volgend jaar Ajax wel met een stand
aanwezig is op de 'Uitmarkt'.
De heer Van Eijden antwoordt dat dit best mogelijk zou kunnen zijn. In
het boekje 'Amsterdam-Uit', dat in alle Hotels ter inzage wordt ver
strekt wordt aandacht besteed aan onze thuiswedstrijden. De samen
werking met IF loopt nu ongeveer 2 maanden. In het 1e jaar zullen
misschien wel schoonheidsfoutjes worden gemaakt, maar gehoopt
wordt dat Ajax er in de toekomst profijt van zal trekken.
De heer Koole vraagt vervolgens of er weieens overleg is met besturen
van andere clubs en of toen is gesproken over het verstrekken van
kaarten aan de tegenpartij. Voor de aanstaande zaterdag te spelen
wedstrijd tegen AZ '67 zijn geen kaarten verkrijgbaar.
De heer Holsheimer antwoordt dat de heer Hulscher de kaarten ont
vangt van onze tegenpartij en zorgt voor de verdeling met de andere
grote voorverkopers, zoals bijvoorbeeld Sacksioni en Muller e.a. Van
AZ hebben we praktisch geen zitplaatsen gekregen, omdat ze veel
seizoenkaarten hebben verkocht. De zitplaatsen die we hadden zijn
uitverkocht.
Mevrouw v. d. Horst-Voogt zegt, dat in de mannenwereld vaak de
gedachte leeft dat vrouwen geen verstand van voetbal hebben. Maar
in werkelijkheid is dat wel anders.
14