Internationale
collectie
modebrillen
Oogmeting
winnen, nooit verliezen. Niet alleen bij voetbal, ook met spelletjes.
Ik kan wel tegen mijn verlies, als dat maar ontstaat doordat de
tegenstander beter is. Kijk, om te winnen moet je 1) beter voet
ballen en 2) harder werken. Ik ga er van uit dat een elftal zo ge
motiveerd is dat het altijd harder werkt dan de tegenstander. Door
én harder te werken én beter te voetballen win je een wedstrijd.
Bij mij staat goed voetbal nummer één, dat is het belangrijkste.
Harder werken beschouw ik als normaal; dat verwacht ik ook
zonder meer. Goed voetbal is moeilijker omdat er altijd een tegen
stander is die juist andersom wil.
Mijn bewondering voor voetballers met een mentaliteit van altijd
keihard werken én daarbij een groot talent aan voetbal. Inderdaad,
een type als Johan Neeskens. Die speler zou ik, bij wijze van
spreken, zo in m'n armen willen sluiten. Spelers, die hard werken
maar ook nog harder dan de tegenstander, zijn goud waard.
Ik verwacht dat bij Ajax altijd harder wordt gewerkt dan bij de
tegenstander en verder het individuele talent de doorslag geeft.
En iedere week moet weer die prestatie geleverd worden. Con
centratie, voorbereiding, zelfdiscipline, met je vak bezig zijn, kon-
stant. Bij Ajax zie je dat inderdaad. Zo is de hele club. Toen ik
voor het eerst bij Ajax kwam proefde ik onmiddellijk die aparte
sfeer, die stemming, die er ook voor zorgt dat iedereen weer bij
Ajax terugkomt. Spelers keren na jaren terug op het nest, Johan
Cruyff traint af bij Ajax en niet bij een andere club. Anderen
komen terug, kunnen Ajax niet los laten. Wanneer iemand die
sfeer heeft geproefd laat die je ook niet meer los. Alles bij Ajax
ademt voetbal. Dat is het. Ajax is een ideale profclub. Dat treft je
nergens anders. Ook niet bij Feijenoord en zeker nu niet bij
de huidige (re-)organisatie met een scheiding tussen profs en
amateurs. Ik heb bij clubs in een stichtingsvorm gewerkt. Allemaal
zo onpersoonlijk. Daarom zeg ik: Ajax, hou' tot in lengte van
„Betaald voetbal is van het publiek
en van niemand anders"
dagen de huidige organisatievorm als „gemengde vereniging" in
stand. Maak nooit een splitsing. Een voorbeeld: er vindt een instuif
plaats. (Jonge spelers komen hun talenten tonen, red.) Ik heb hulp
nodig om die spelers te beoordelen. En daar staan ze: Johan
Cruyff, Piet Keizer, Tonny Pronk, Piet Schrijvers en verder prak
tisch het gehele eerste elftal en vele anderen, bereid om te helpen.
Ik vind dat grandioos. Iets dergelijks is bij Feijenoord ondenkbaar.
Ik kan bij Ajax optimaal werken, ledereen is immers bezig met
voetbal. Een geweldige organisatie en daarom zeg ik nogmaals
en met nadruk: Ajax, hou' alsjeblieft deze organisatie en wijzig
nooit. Presteren, dat is Ajax. Iedere week weer. Bij Go-Ahead-
Eagles presteerden we zes keer per jaar. Als Ajax, Feijenoord,
PSV e.a. „toppers" op bezoek kwamen. Andere wedstrijden werden
verloren. Nou ja, wat gaf dat nou, werd er gezegd. Ik zei dan, beste
mensen, waar zijn we nu mee bezig Er moet iedere week
gepresteerd worden.
Betaald voetbal gaat nooit kapot. Als je de wedstrijd tegen Honved
ziet. Een geweldig spectakel. De spelers moeten ook beseffen dat
het profvoetbal van het publiek is en van niemand anders. Het zal
niet buiten subsidie en sponsering kunnen, maar het blijft van het
publiek. Shirtreclame moet er komen. Iedere sport kent reclame.
Waarom voetbal niet? Nu zegt de VVCS dat 50% van de opbrengst
voor de spelers moet zijn. Onjuist. Het belangrijkste is dat het
betaalde voetbal in stand blijft.
Tja, dat mallotige voetbal hé, dat krankzinnige voetbal. On
gelooflijk, in voetbal vind je het hele leven terug. Kijk, het leven
bestaat uit gemoedstoestanden. Iemand is blij, treurig, humeurig,
lacht, huilt enz. Dat is leven. Iemand is altijd in een bepaalde ge
moedstoestand. Al die situaties vind je terug in het voetbal. Dat
boeit mij enorm. Zien hoe topvoetballers naar een wedstrijd toe
leven, groeiend naar die topprestatie. Kijk naar Ruud Krol, altijd
met zijn vak bezig, hoe hij zich voorbereid op een ontmoeting,
volkomen geconcentreerd bezig is met de wedstrijd, de gang
langzaam door loopt. Kijk, hoe zo'n ploeg dan van Bilbao wint
met 30. Ik erken eerlijk dat ik dan wel eens de tranen in mijn
ogen krijg van ontroering, hoe dezelfde Krol na Honved naar Cor
Brom toestapt en hem alleen maar een hand geeft met een blik
in zijn ogen van: sorry, trainer, we hebben het geprobeerd maar
het is niet gelukt en hoe hij, ondanks deze moeilijke momenten,
toch weer zijn spelers probeert op te peppen, onmiddellijk positief
bezig is. Krol is geen vedette büiten het veld, hij is een grote er
binnenin. Zie ook hoe een Cruyff nog zo enorm met zijn vak bezig
is bij het aftrainen een paar keer per week. Praten, aanwijzingen
geven, niet even een uurtje meelopen, nee volkomen geconcen-
„De jeugd laat zich niets afdwingen"
treerd bezig zijn, hoewel hij het helemaal niet meer hoeft te doen,
praten met Ray Clarke, aanwijzingen geven, grandioos; dat zijn
voorbeelden voor de jongeren. Zo moet het gebeuren.
Een trainer moet emoties kennen. Anders houdt hij het niet vol.
Hij moet gevoelig zijn voor sfeer, voor gevoelsmatige zaken, zien
hoe een speler zich concentreert, de één zeer veel praat, de ander
doodstil in een hoekje zit, hij moet dat allemaal meemaken en
kunnen aanvoelen. Die paar minuten voor een wedstrijd, hoe bij
voorbeeld Dick Schoenaker door een zeer ongelukkig toeval in
de „warming-up" een blessure krijgt en tegen Bilbao niet kan spe
len, hoe hij staat te huilen in de gang en dan een Cees Jansma
hem wil interviewen, dan zeg ik: man, laat die jongen g.v.d. met
rust. Hoe een Hans Erkens zonder enig wedstrijdritme moet in
vallen en na afloop volkomen „stuk" zit, hoe een Lerby tegen
Bilbao aan het einde kramp krijgt en toch doorbijtDie enorme
vreugde na de winst op Bilbao en de kapotte zaak na Honved.
Dat zijn emoties die je als trainer moet meebeleven. Dat is het
boeiende van het voetbal. Het hele leven vind je er in terug. Ik
zei het: ik kan niet buiten voetbal. Dat onberekenbare trekt mij
geweldig. Ik heb een enorme hekel aan sleur.
Het beoordelen van spelers is natuurlijk vreselijk moeilijk. Je weet
het namelijk nooit. Laatst bij die jeugdinstuif moet je uit zo'n grote
groep jongens de besten er uit pikken. Dat iemand wel of niet kan
voetballen, zie je erg gauw. Ja, waaraan Hoe hij een bal trapt,
hoe hij het spel bekijkt, hoe hij loopt, ja soms zie je het zelfs
wanneer de jongen nog geen bal heeft aangeraakt. Maar over de
mentaliteit kun je eigenlijk niets zeggen. Dat merk je ook bij de
Contactlenzenadviseur
Ziekenfondsleverancier
Foto- en filmartikelen
le klas kleur- en zwart-wit
afwerking
JAVASTRAAT 117 - TELEFOON 350117
13