LEO BEENHAKKER „BIJ AJAX ADEMT ALLES VOETBAL..." „Natuurlijk was iedereen behoorlijk aangeslagen na onze uit schakeling voor Europa Cup 3 door Honved. Ook ik. Maar je blijft positief; tegenover de spelers, de trainer, anderen. Je hebt ons elftal zien knokken voor een goed resultaat, het wint die wedstrijd, maar het is allemaal niet genoeg, ledereen is er dagen mee bezig geweest, alles doorgesproken, tot in details en dan lukt het tóch niet. Om je heen zie je dan die verslagenheid, die enorme teleur stelling. Je voelt precies wat er wordt doorgemaakt en probeert opbeurende woorden te spreken. Positief! Maar toen ik woens dagsavonds naar huis ging was ook ik flink kapot. Tja, dat is voet bal, het is allemaal eenmalig, je draait het niet meer terug en alles moet weer verder gaan. De volgende wedstrijd wacht weer Dat publiek hègeweldig hoe zo'n vol stadion enorm achter het elftal ging staan. Men zag de jongens knokken voor die derde goal, het lukte niet en als de wedstrijd dan is afgelopen blijft het publiek voor Ajax schreeuwen. Waardering vanaf de tribunes. Zoiets is voor de spelers ongelooflijk; ze praten er nog over. Dat geeft toch weer zó veel motivatie om dóór te gaan. Grandioos!" Het is vrijdagavond, 8 december, twee dagen na die uitschakeling van Ajax (UEFA-beker) door Honved. Ik praat in de bestuurskamer met Leo Beenhakker, 36 jaar, dit seizoen in dienst getreden bij Ajax als opvolger van Jan van Daal. Ondanks zijn jonge leeftijd heeft hij een trainerservaring van dertien jaar. Zijn bezetenheid voor het voetbal straalt van hem af. Dag en nacht is hij met z'n vak bezig. Van jongs af aan wist hij zeker dat voetbaltrainer zijn vak zou worden; zijn huidige staat van dienst liegt daar niet om. Vrijwel alles heeft hij meegemaakt, behalve internationaal voetbal. Dat vindt hij nu bij Ajax. Op alle niveaus heeft hij de voetballerij beleefd. Ook enorm veel om zich heen gekeken; de belangstelling gaat primair uit naar het opleiden van jeugdspelers. Zijn functie bij Ajax heet dan ook: hoofd jeugdopleiding. Zorgen dat vanuit de jeugd spelers worden „klaargestoomd" voor het eerste elftal. Ik praat met hem over die jeugd, over zijn ervaringen, over Ajax waar hij nog maar zo kort bij betrokken is, en over allerlei zaken welke voetbal tot een zo boeiende zaak maken. Ook voor Leo Beenhakker, die zegt het voetbal nooit meer te zullen kunnen loslaten en het bij Ajax bijzonder naar z'n zin te hebben. Zijn manier van praten typeert de echte voetbaltrainer: doordacht, gemotiveerd en zeer zorgvuldig de juiste woorden kiezend: „Het is inderdaad zo, dat ik zelf nooit op hoog niveau heb gevoetbald. Ik ken de stelling van sommigen die beweren dat, om een goede trainer te zijn, het een vereiste is dat je zelf ook topvoetbal gespeeld moet hebben. Natuurlijk mis je daarvan iets en hebben trainers die wél op zo'n hoog niveau hebben vertoefd een voorsprong, maar ik geloof dat je dat eventuele „gemis" erg goed kunt compenseren door het opdoen van veel ervaring. Ik heb wat dat betreft in dertien jaar alle niveaus van het voetbal mee gemaakt en ben daarbuiten overal in Europa geweest. Ik heb in de keuken van Bayern-München geneusd, ben in Spanje gaan kijken, regelmatig in Engeland geweest, ik heb alles gezien wat er op voetbalgebied maar te zien is en zou de stelling juist zijn dat een trainer om tot „de top" te kunnen opleiden, die „top" zelf moet hebben gespeeld, dan vind ik dat hij dat gemis kan compenseren door vroeg te beginnen als trainer, om zodoende op jonge leeftijd reeds veel ervaring op te doen. Door omstandigheden ben ik er eigenlijk nooit toe gekomen om topvoetbal te gaan spelen. Op mijn 18de jaar ging ik in militaire dienst, kwam bij de „parate hap" (luchtmacht) en in die periode is mijn voetbal eigenlijk een beetje in het slob geraakt. Na de dienst ging ik naar CIOS (ook dus een hele week van huis), behaalde daar mijn B-diploma en toen moest er gewerkt worden. Van de lucht kun je niet leven en thuis moesten er centjes binnenkomen. Vervolgens het A-diploma gehaald onder leiding van George Kessler. Geen gemakkelijke opgave. Je kent Kessler? Hoe die is en vooral in die tijd was. Ik had toen veel kontakt met Hanny Grijzenhout. Erg leuk. Ik kan niet beoordelen of men het nu makkelijker heeft. Ik geloof het niet, maar in mijn tijd was het in ieder geval geen eenvoudige zaak. Je leerde veel, enorm veel. Dat was in 1967. Toen werd ik jeugd trainer bij de Go-Ahead-Eagles onder Joop Brand. En via via dan nu Ajax. Waarom Ajax? Tja, waarom Ajax. Het is eigenlijk geen geheim. In mijn Go-Ahead-Eagles-tijd als hoofdtrainer had ik te maken met de manager Peter Stephan, die nu dus bij Feijenoord is. Ik heb met die man zeer slechte ervaringen gehad. Hij weet dat ook. Wij liggen elkaar erg slecht. Toen ik dus vernam dat hij manager van Feijenoord zou worden, besloot ik onmiddellijk deze club te ver laten. Stephan kwam eerst om aan het handje van Brox te lopen, waardoor ik het nog een jaar heb uitgehouden, omdat ik met Brox wel goed kon werken. Maar mijn besluit om Feijenoord te verlaten stond vast. Daarnaast heb ik altijd erge goeie kontakten gehad met Cor (Brom). Wij liggen elkaar erg goed, denken ongeveer het zelfde over voetbal, zijn manier van werken spreekt mij erg aan en toen Cor dan ook vroeg om mee te gaan naar Amsterdam heb ik geen moment getwijfeld. Als Stephan niet bij Feijenoord zou zijn gekomen was ik vermoedelijk nu nog bij de Rotterdammers geweest. En ik moet zeggen: het bevalt mij hier momenteel erg goed. Heb geen problemen gehad. Ik pas mij trouwens overal erg snel aan omdat je nu eenmaal steeds met datzelfde bezig bent: voetbal." 10

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1979 | | pagina 10