Voorzitter Van Praag herinnert eraan dat in de vergadering van
1 juni 1977 een door de heer Kraan gedaan voorstel met alge
mene stemmen is aangenomen. Hij zou normaal tot de datum van
zijn aftreden in functie blijven. Verkiezing van een nieuwe voor
zitter zou plaatsvinden in de jaarvergadering van de ledenraad,
die in augustus/september 1978 zal worden gehouden. Mocht de
nieuwe voorzitter het nodig achten om ingewerkt te worden, dan
was hij bereid dat te doen.
De heer Lambregts is van mening dat het bestuur de bereidheid
moet hebben om de kandidaat de bestuursvergadering te laten
bijwonen.
De heer Van Praag deelt dan verder mede, dat hij bij zijn laatste
verkiezing inderdaad heeft gezegd, dat het zijn laatste periode
zou zijn. Jongstleden vrijdag hebben de 4 overige bestuursleden
een beroep op hem gedaan om zich toch herkiesbaar te stellen.
Hierover geeft hij het woord aan de heer Brandsteden
Deze zegt dat hij in 't bijzonder een beroep op de voorzitter
heeft gedaan om op zijn besluit terug te komen en zich toch
herkiesbaar te stellen, zelfs als hij geen 3 jaar zou willen blijven.
De financiële toestand in de club is geen ideale uitgangspositie
voor een nieuwe penningmeester. We beleven een moeilijke tijd,
al gelooft hij dat het op 't ogenblik weer iets beter gaat. De
nieuwe voorzitter kent hij niet, hij kan goed zijn, maar hij mist
ervaring.
Het is daarom dat hij een beroep op de heer Van Praag heeft
gedaan om tenminste nog een jaar te blijven.
De heer Van Praag heeft daarop nog geen definitief antwoord
gegeven, maar hij, Brandsteder, zou graag willen dat zijn ver
zoek door de ledenraad werd gesteund.
De heer Van Wijk is van mening dat na 1 jaar exact dezelfde
toestand zou ontstaan, uitgezonderd dat de heer Brandsteder
meer ervaring zou hebben opgedaan en daardoor de nieuwe
voorzitter meer steun zou kunnen verlenen.
De heer Potharst zegt dat hij wel begrip heeft voor het standpunt
van de heer Brandsteder.
De heer Van Dijk is het met de heer Potharst eens. Het penning
meesterschap is een zware functie. Het verzoek van de 4 be
stuursleden aan de voorzitter om langer te blijven schept een
probleem.
De heer Caransa zegt dat het niet niks is om een kandidaat
voor de functie van voorzitter te vinden. Een naam zegt niet
zoveel. Het verzoek van de 4 zittende bestuursleden aan de
voorzitter om tenminste nog 1 jaar te blijven is ook niet niks en
verdient daarom aandacht. Door het weggaan van penning
meester Timman en de Commissaris Amateurvoetbal Kraan is
pas een wijziging in het bestuur gekomen. Nu zou dat weer
gebeuren, terwijl de nieuwe penningmeester mededeelt nog niet
geheel ingewerkt te zijn. Dan toch nog een nieuwe voorzitter er
bij benoemen vindt hij toch wel een zware belasting.
De heer Fischer zegt dat de ledenraad hedenavond is geconfron
teerd met het verzoek gedaan door 4 bestuursleden. Hierdoor is
een geheel andere situatie ontstaan, waardoor het (L.R.) voorstel
misschien in de ijskast moet worden gezet. Maar daarover wil de
L.R. eerst eens rustig praten.
De heer Brandsteder stelt voor om de discussie betreffende dit
punt te sluiten en de leden in de eerstvolgende vergadering
van de ledenraad te laten beslissen.
In onderling overleg wordt de datum van deze vergadering vast
gesteld op donderdagavond 12 januari 1978.
10. Rondvraag.
Aan de rondvraag namen deel de heren Middendorp (Gluic), Van
der Zwaag (interview Leo Horn), Caransa (eigenlijk een mede
deling inzake het beschikbaar hebben van een bedrag voor de
inrichting van een hartkamer), Hordijk (receptie aftredende be
stuursleden), Vischschoonmaker (Ajax-krant), Schoevaart (on
elegante woorden van de voorzitter jegens seniores/jeugdcom
missies tijdens afscheidsreceptie van de heer Kraan), Pil (ver
koop van bier in blik op de tribunes), met commentaar hierop
van de heren Caransa en Lambregts. Ook van de heer Pil (inter
view Parool/lvic), Klok (huishoudelijk reglement), Van der Zwaag
(scorebord), Boering (étiquette persoonlijk gesprek met de heer
Middendorp inzake voorzitterschap), Van Praag (gaat met jeugd
commissie praten).
11. Sluiting.
Vergadering, gehouden op 12 januari 1978
1. Opening.
Aangezien de installatie van de heer Timman in de voorgaande
vergadering niet heeft kunnen plaatsvinden wegens zijn afwezig
heid, vlecht de voorzitter de entree van de ex-penningmeester
in de ledenraad in zijn openingsrede.
Verder maakte hij gewag van het onverwachte overlijden van ons
lid de heer F. Louwaard, die met enige ogenblikken stilte staande
wordt herdacht.
2. Ingekomen stukken - Geen.
3. Notulen van de vergadering van 21 november 1977.
Op verzoek van de leden Van Dijk, Fischer, Pil en Caransa
worden enige kleine wijzigingen hierin aangebracht, waarna ze
door voorzitter Van Praag worden vastgesteld.
4. Bestuursmededelingen en wat verder ter tafel komt.
Voorzitter Van Praag licht de vergadering in omtrent de moeilijk
heden die worden ondervonden bij de contractbesprekingen.
Met belangstelling - en vaak niet zonder verwondering wat be
treft bepaalde eisen die worden gesteld - neemt de vergadering
kennis van de bestuursverklaring.
Aan de hierover ontstaande discussie wordt deelgenomen door
de leden Caransa, Timman en Van Dijk.
Voorzitter Van Praag zegt dat in de vergadering van 21 november
1977 nog duister was of hij zou voldoen aan het verzoek van de
overige 4 bestuursleden om zich toch nog herkiesbaar te stellen.
Inmiddels heeft hij bekend gemaakt, dat hij na rijp beraad heeft
besloten om bij zijn eerder genomen besluit tot aftreden te
blijven.
Hij vraagt of de heer Potharst of de heer Fischer hierover nog
het woord wenst.
De heer Fischer zegt dat bekend is dat de ledenraad, zonder de
bestuursleden, nog bijeen is geweest. Hij heeft het bestuur in
gelicht omtrent hetgeen in die vergadering werd behandeld.
Zijns inziens dient nu te worden gesproken over de verder te
volgen procedure, die uiteraard reglementair verantwoord moet
zijn. Hij denkt hierbij aan het punt vervroegde kandidaatstelling,
indien daartoe tenminste wordt besloten.
Voorzitter Van Praag zegt dat op bladzijde 8 van de notulen van
de vergadering van 21 november 1977 staat genotuleerd, dat hij
niet kon beoordelen of hetgeen werd voorgesteld (vervroegde
kandidaatstelling) reglementair mogelijk was, maar dat hij daar
omtrent juridisch advies zou inwinnen.
Hij heeft zich daarvoor gewend tot Mr. Voetelink van het Advo
catenkantoor Worst Haersolte.
Hij leest hierna de brief voor van 9 januari 1978 van Mr. Voete
link.
Uit deze brief blijkt dat het voorstel van de ledenraad juridisch
niet kan worden verwezenlijkt.
Natuurlijk mogen twee stemgerechtigde leden langer dan veer
tien dagen van te voren hun kandidaat aan de secretaris op
geven, maar alle overige leden dienen het recht te blijven houden
om tot veertien dagen voor de vergadering een of meer kandi
daten aan de secretaris op te geven. Een verbod om na 1 maart,
maar vóór 17 augustus 1978 nog met een kandidaatstelling te
komen, zou in strijd zijn met het huishoudelijk reglement.
Nadat hierover nog de heren Van Wijk, Lambregts, Timman en
Kraan het woord hebben gevoerd, wordt besloten via een schrij
ven de leden in te lichten.
6. Rondvraag.
Vele leden maakten gebruik van de rondvraag, te weten: Van
Dijk (I2V2 jaar notulen in boekvorm voor de secretaris), Boerkoel
(kosten Hoogenboom's Bewakingsdienst). Over dit punt voerden
ook het woord de leden: Fischer, Potharst, Caransa, Timman,
Neefjes, Van Eijden en Pil. Kamlag (reclame, seizoenkaarten, over
dit laatste punt ook Neefjes en Boering), Fischer (I.F.-man), Pe-