grote opgave om de trainingen constant te bezoeken én de school niet te verwaarlozen. Ik stel altijd duidelijk, dat de school priori teit heeft boven het voetbal, vooral bij die jongens in de leeftijd tussen de 14 en 16 jaar. Ik ben echter ook van mening dat school en topsport goed zijn te combineren. De sport hoeft niet te lijden onder de school en omgekeerd, maar dan komen wel instelling en mentaliteit van de jongen om de hoek kijken. Belangrijk! Karakter Ik zeg altijd: jeugdtrainer is een beroep apart. Het is absoluut dankbaar werk. Vooral als je ziet dat de jongens bereid zijn om keihard voor je te werken. Dat doen ze niet zó maar. Daarvoor moet een bepaalde binding ontstaan tussen trainer en spelers. Er moet vertrouwen zijn en ook ontzag. Je moet je als trainer van Ajax wel eens hard opstellen. Ik ben een man van ijzeren dis cipline. Aan dingen doen tijdens een training, die niets met voet bal te maken hebben, heb ik een verschrikkelijke hekel. Ik weet dat sommigen mij wel eens té hard vinden; de mensen moeten echter goed beseffen waar het om gaat. Dat is: topsport. Ajax is geen gezelligheidsvereniging. We moeten ons professioneel opstellen en de jongens zullen op deze leeftijd weten wat er van een speler geëist wordt wil hij de top halen. Het betekent: keihard en geconcentreerd trainen. Iedere keer weer. Tijdens die anderhalf uur constant beseffen waar je mee bezig bent. En ik moet zeggen: de jongens hébben ook graag dat er stevig wordt aangepakt. Natuurlijk wordt er wel eens gescholden, maar na afloop heeft men toch het voldane gevoel dat er flink gewerkt is. Ajax is een voetbalschool waar jonge spelers worden opgeleid voor het professionele werk. En daar komt heel veel voor kijken. Niet alleen voetbaltechnisch maar ook psychisch. Kunnen incas seren, teleurstellingen verwerken, inzet tonen, blijven knokken voor een goed resultaat, enz. enz. Kijk, iemand moet talent bezit ten, anders leert hij het nooit. En talent moet verder worden ontwikkeld door de techniek bij te schaven en de conditie te verbeteren. Mentaliteit is een andere zaak. Die móet er zijn. Zo ook zelfdiscipline. Men moet automatisch weten wat er in het veld gedaan moet worden. Bijvoorbeeld: bij balverlies moet on middellijk achter die bal worden aangegaan, het willen herstellen van de fout. Echter niet alleen in een wedstrijd, óók op training. Want wanneer iemand dat tijdens een trainingspartijtje niet doet, gebeurt het óók niet in een wedstrijd. Een jongen die maar 60 meter sprint als het 100 meter moet zijn, mist dat ook tijdens een wedstrijd. En dat moet ook gezegd worden: De jongens moeten op de harde feiten worden gedrukt. Ze moeten weten waar ze aan toe zijn. Gelukkig lukt het aardig. Mijn contact met de jongens is heel goed. Ik zie dat in onze jeugd steeds meer talent naar voren komt, waar in de toekomst veel van te verwachten is. Je ziet weer dat type speler ontstaan waar Ajax groot van geworden is: dat echte Amsterdamse schoffie, brutaal op het veld, brutaal op de training maar keihard werken. Dat soort voetballer doet mij wat; en er lopen er velen zo in onze jeugd rond. Vandaar mijn mening, dat we op de goede weg zijn. De Ajax-jeugd is in opmars en ik geloof zeker dat we over een jaar of twee a drie weer een elftal hebben en dan bedoel ik Ajax 1 waarmede weer grote successen kunnen worden behaald. Maar we moeten het thans aanwezige talent de tijd gunnen om te rijpen voor het prof voetbal. Daar wordt achter de schermen hard aan gewerkt. En de resultaten bij de jeugdelftallen wijzen dat uit. Het vorig jaar ook werd het grootste deel van de Ajax-jeugd kampioen, waarbij o.a. alle selectie-teams. Bijzonder verheugend. Maar iedereen had er ook veel voor over om dat resultaat te bereiken. Zoals ik nu die B-jeugd onder handen heb, dus die leeftijd van 14 tot 16 jaar, dat houdt voor deze categorie spelers in, een zekere leefwijze in te stellen, waarbij ik zei het al eerder de sport met de school wordt gecombineerd. Want dit is de leeftijd van een wisseling in het leven, een 'breakpoint' waarbij bepaald wordt of iemand er al of niet komt, in dit geval: wat zijn voetballerij betreft. Dan zal moeten blijken in hoeverre jonge spelers mentaal sterk genoeg zijn om, laten we zeggen, de ge bruikelijke ontspanningen van de gemiddelde jeugdigen te ruilen voor die andere leefwijze, nodig om de top te bereiken. Je weet hoe dat gaat op die leeftijd: het eerste vriendinnetje, glaasje bier etc. Er zijn duidelijke voorbeelden van, dat we dan niet zonder meer dóórgaat, onherroepelijk afvalt. Wat natuurlijk ook voorkomt zijn de gevallen, waarbij wel vele opofferingen worden getroost, maar de top toch niet gehaald wordt om wat voor reden ook. Dan blijft in ieder geval een gezonde en sterke body over en daarnaast komt zo'n speler altijd wel goed terecht bij een betaalde club op wat minder niveau of houdt hij het uiteindelijk dan maar bij de goede ama teurs. Je zou dus kunnen zeggen: baat het niet, het schaadt ook niet. Begeleiding Ik heb het, geloof ik, al gezegd: het jeugdtrainer-zijn houdt niet op met alleen maar de trainingen te verzorgen. Er komen zo enorm veel randwerkzaamheden bij, die wel degelijk belangrijk zijn voor de totaal-prestatie van de groep. Het praten met spe lers, problemen aanhoren en zo mogelijk oplossen, het contact met de ouders, wat enorm belangrijk is om de jonge voetballer ook van huis uit te stimuleren. Anders ontbreekt er iets aan het geheel. De spelers moeten de trainer vertrouwen en omgekeerd. Je merkt onmiddellijk of dat vertrouwen er is of niet. Tijdens de wedstrijd is het heerlijk om te zien hoe die jongens keihard wer ken voor een goed resultaat, ondanks dat ik bepaald niet de makkelijkste voor hen ben. We hebben van die, ik noemde ze al, „Amsterdamse schoffies" in het elftal, waaraan je kunt zien dat ze eigenlijk voor de trainer lopen te voetballen. Dat geeft een enorm voldaan gevoel, wat eigenlijk het fijnste in ons trainersvak is. Je moet er wel enorm veel voor doen, het neemt ook veel tijd in beslag, maar het moet gewoon gebeuren wil je goede resul taten behalen. Eigenlijk ben ik constant met voetbal bezig. Altijd weer denken: moet ik dat doen of niet, moet ik die speler wel of niet opstellen, en zo niet wie dan wel en waar, de oefenstof bij trainingen enz. Je moet er gewoon van bezeten zijn. Het geeft je ook de inspiratie om verder te gaan. Natuurlijk wordt niet altijd gewonnen. Ook verlies, hoe dan ook, moet je verwerken en uiteraard de spelers ook. Na een verloren wedstrijd zeg ik nooit veel, maar dat doe ik ook niet als er ge wonnen is. Ik feliciteer de aanvoerder, en meer niet. Pas 's maan- dag's wordt er op de wedstrijd van zondag teruggekomen. En als er verloren is uiteraard uitgebreider dan bij winst. Vóór de wed strijd is de concentratie erg belangrijk. De jongens moeten weten en beseffen wat er gedaan moet worden. Negentig minuten lang. Vóór de spelers uit de kleedkamer naar buiten gaan, wil ik altijd dat het één minuut doodstil is. ledereen kan zich dan voor zich zelf op de wedstrijd concentreren. Het is dan absoluut één minuut lang doodstil. Daarna het veld op. Ja, en dan komt weer je gevoel als trainer naar voren, want op dat moment zie ik eigenlijk al hoe het elftal die wedstrijd zal spelen. De manier waarop de kleedkamer wordt verlaten en het veld wordt opgegaan is voor mij daartoe een teken. Ik heb ze wel eens teruggeroepen. Had je moeten zien: na die ene minuut concentratie zag je, bij het naar buiten gaan, die z'n moeder „dag" zwaaien en een ander z'n vader een hand geven en weer een ander deed iets wat niets te maken had met de wedstrijd, ledereen terug in de kleedkamer. Ga ik enorm te keer. Moet je ze daarna het veld in zien gaan. Volkomen geconcentreerd op de wedstrijd, en zo hoort het ook. Een trainer moet spelers jong leren zich op een wedstrijd voor te bereiden. Wanneer iemand dat op jonge leeftijd niet leert, gebeurt dat ook later niet. Anderen vinden dit misschien over dreven. Ik niet. Bij Ajax wordt topsport bedreven en als zodanig moet er ook gewerkt worden. Wie daar niet tegen opgewassen is valt af. Keihard maar reéel. Het profvoetbal is nog veel harder. De jongens van mijn selectie staan pas aan het begin van een keiharde voetballoopbaan. Wie nu al problemen heeft met deze aanpak, haalt de top niet. Het bekendmaken van de opstelling bijvoorbeeld is voor veel spelers soms een keiharde zaak, hoewel ik altijd iemand vooraf 7

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1977 | | pagina 7