nieuwjaarsrede gehouden op 3 januari 1976 door voorzitter j. van praag Dames en Heren, Gaarne heet ik u, mede namens de andere bestuursleden, van harte welkom op deze Nieuwjaarsreceptie - ik dacht dat deze zo lang zamerhand een traditie geworden is waarbij ik er mijn verheu genis over uitspreek, dat u ook ditmaal weer in zo'n grote getale aan onze uitnodiging gevolg hebt gegeven. Verder dan in de eerste plaats u allen uit naam van het Ajax-bestuur, alsook de Technische Leiding een in alle opzichten gelukkig en voor spoedig 1976 toegewenst, daarbij in het bijzonder een goede gezond heid voor u en de uwen, dit laatste altijd nog behorende tot een groot, zoniet hét grootste geluk. Tot slot van mijn inleidende woorden zou ik hier willen gedenken hen, die ons in het afgelopen jaar ontvielen; zij, behorende tot onze werkende en/of ondersteunende leden, doch ook de supporters, de voor ons veelal naamlozen, die niettemin door hun trouw, door hun belangstelling voor Ajax vele jaren van hun leven ons gesteund hebben Ik zou hen willen eren en danken in de persoon van onze ere-voorzitter Marinus Koolhaas, de Ajacied die in een veertigjarige bestuursloopbaan, waarvan 25 jaar als voorzitter, zóveel voor zijn en ons Ajax heeft gedaan Dames en Heren een blik terug in 1975 ik moge u daarbij in herinnering brengen, dat mijn nieuwjaarsrede van het vorig jaar besloten werd met de woorden: Blijf, zoals ik, geloven in betere resultaten voor 1975 Nu ben ik - dat mag als bekend worden verondersteld - altijd optimistisch, een standpunt, dat helaas niet steeds bewaarheid wordt. Zo werd o.a. ons eerste elftal in de competitie 1974-1975 géén landskampioen maar bleef opnieuw op de derde plaats. Op zich zelf voor elke andere club, althans de meeste, een eervol resultaat, maar u weet: Ajax eist nu eenmaal van zichzelf het beste de TOP! Een teleurstelling was mede, dat o.a. aan bepaalde verwachtingen niet werd voldaan, waarbij ik o.m. denk aan nieuwe spelers, die met aanpassingmoeilijkheden te kampen hadden. Bij dit alles natuurlijk wel de realiteit, dat de tijd van het „wereld team" niet meer aanwezig was en ik heb daar in ons clubblad ook uitvoerig op gewezen - dat begonnen was aan de opbouw van een hernieuwd Ajax-elftal, dat andermaal door de groei-naar- klasse en ervaring, de faam van het verleden zou weten te her overen. Een succes boekten we dit jaar let wel, ik spreek over 1975 in de zgn. na-competitie tussen de periode-kampioenen, een competitie waartegen wij overigens, mét andere prominente clubs, van het begin af bezwaren hadden gemaakt en waaraan wij uiteindelijk onder protest deelnamen. In deze na-competitie dan slaagden wij als win naar en konden daardoor (met Feyenoord) als deelnemer aan de strijd om de UEFA-beker worden ingeschreven. Het absolute hoogtepunt in verenigingsverband was de viering van ons 75-jarig bestaan, maar daarover later. Een ander hoogtepunt in 1975 was ook onze Indonesische reis. En dit niet direct hoewel belangrijk om de sportieve successen, als wel om de belevenis dit land te mogen zien, zijn mensen te spreken. Wij hebben daar een geweldige goodwill gekweekt en het is niet uitgesloten, dat binnen afzienbare tijd ons andermaal een uitnodiging zal bereiken, waarbij het evenwel van vele zaken zal afhangen of we aan deze overigens vriendelijke geste gevolg zullen kunnen geven. Gelet op de nadelige gevolgen van vaccinaties, die spelers van andere clubs ondervonden na de terugkeer van hun reizen naar verre landen e.d., mag ik, op grond van de ervaringen ten aanzien daar van bij ons, hier zeker hulde brengen aan onze medische staf, in het bijzonder dr. Rolink, voor de voortreffelijke geneeskundige begelei ding in deze. Tot de grote evenementen in 1975 meen ik ook te mogen rekenen het Internationale Jubileum-toernooi ter gelegenheid van het 700- jarig bestaan van ons goede Amsterdam. U weet, daar waren aanvankelijk nogal wat „troubles" wat betreft deelname daaraan, doch dankzij een uiterst gewaardeerde gemid deling van ons lid de heer Brandsteder werden de moeilijkheden opgelost. Vooral de strijd van onze mensen tegen de FC Barcelona bracht het propvolle Olympisch Stadion in extase; we versloegen de Span jaarden op volle oorlogssterkte, dus met de twee Johannen, met 3-1. Al werden we in de finale door een toen uitstekend spelend RWD Molenbeek uitgeschakeld voor de eerste plaats, in zijn geheel gezien was er veel te genieten geweest. 6

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1976 | | pagina 6