Don's I haarverzorgers alle vrienden en bekenden en wenst zijn Ajax in alle geledingen veel succes! We gaan dan wel wat jaartjes terug 1938, toen verschillende clubs (o.a. DEC, Wilhelmina Vooruit, Watergraafsmeer, Animo) gevestigd tussen Kruislaan en Middenweg door de Gemeente Amsterdam werden aangezegd in verband met woningbouw plannen binnen een jaar te vertrekken. Dit gold ook voor Ajax met zijn twee Kruislaanvelden, waarop gewoonlijk de jeugdwed strijden werden gespeeld. Na vele (mislukte) onderhandelingen werd uiteindelijk een Stich ting in het leven geroepen, Voorland" geheten, waarvan de Ajax-praeses M. J. Koolhaas voorzitter werd. Wij laten nu hieronder de rede volgen (nog lekker in de oude spelling!), gehouden door Marius op zaterdag 21 oktober 1939, uit welke speech u met betrekking tot het ontstaan van (onze) Voorland-velden het een en ander duidelijk zal worden. Lichten wij de in de aanhef genoemde ,,Heeren militaire autoriteiten" nog toe: het was destijds mobilisatie, als gevolg waarvan een ge deelte van ons Stadion was gevorderd voor inkwartiering; van daar de aanwezige militairen. Koolhaas sprak toen als volgt: Mijnheer de Wethouder, Heeren militaire autoriteiten, Heeren afgevaardigden van den K.N.V.B. en A.V.B., Dames en heeren, Het is met een gevoel van innige voldoening, dat ik namens het Bestuur der Stichting Voorland het voorrecht heb, U hartelijk welkom te heeten bij het in gebruik nemen van ons terreinen complex. Ik moge met een enkel woord er aan herinneren, dat een goed jaar geleden de voetbalclubs, die haar wedstrijden speelden op den welhaast klassieken bodem tusschen de Kruislaan en den Middenweg, werden aangezegd hun terreinen te verlaten, zonder dat eenig uitzicht was op een andere accommodatie in de Water graafsmeer. Na den eersten schrik werd op initiatief van de vereeniging D.E.C. naar goed Hollandsch gebruik een commissie gevormd, om de zaak te bezien. Ook na moeizaam onderhandelen met enkele grondeigenaren kon zij evenwel aanvankelijk niets berei ken, totdat tenslotte met de Vereeniging tot behoud van Natuur monumenten in principe overeenstemming kon worden bereikt over de huur van het complex, dat U straks zult kunnen bezoe ken. Dat was einde 1938 en ik geef U de verzekering, geachte aanwezigen, dat wij op dit moment nog nauwelijks kunnen be grijpen, hoe het mogelijk is geweest, dat ten slotte toch nog alles in orde is gekomen. Daarbij zou ik met zeer groote waardeering willen getuigen van den buitengewonen steun, die ons op zooveel gebied verleend werd en zonder welken steun onze taak niet volbracht had kun nen worden. Ik denk daarbij in de eerste plaats aan het Ge meentebestuur, aan U, wethouder Boekman, die door Uw mede werking den grondslag voor ons succes hebt gelegd. Immers, U was het, die zich onmiddellijk voor onze plannen geïnteresseerd hebt en ze gesteund heeft op een wijze, dat de eerste hindernis kon worden overwonnen. U wist te bereiken, dat het Gemeente bestuur ons een leening van 38.000 heeft willen verstrekken, om de velden om te tooveren in sportterreinen. Ik zeg in Uw persoon het Gemeentebestuur hartelijk dank voor deze geste, waaruit blijkt, dat het een open oog heeft voor de beoefening van de sport, de lichamelijke ontwikkeling van de jonge Amsterdam mers. Daarnaast ook een woord van dank aan de ambtenaren van Uw afdeeling en de vertegenwoordiger van de Gemeente in ons Bestuur, dr. Van Schagen, voor de vlotte en prettige wijze, waarop zij ons behulpzaam zijn geweest. Intusschen: toen de plannen vasteren vorm aannamen, was de Commissie gemetamorphoseerd in een Stichting; het was Notaris Rambonnet, die hierbij geheel belangeloos zijn medewerking ver leende. Dank ook aan den Dienst der Publieke Werken, waarmede wij enkele maanden op de prettigse wijze hebben samengewerkt. Ik wil hierbij in de eerste plaats den directeur noemen, doch hij zal het mij niet euvel duiden, indien ik daarbij nog enkele namen noem; architect Van Eesteren, die een indeeling voor het com plex maakte; de hoofdingenieur Clercq, die de leiding van de werkzaamheden op zich nam en onder wiens toezicht het bestek werd opgemaakt, de heeren Ir. Van Heerde en De Vries, die met het dagelijksch toezicht waren belast en tenslotte de heeren Booyenga en De Ruiter. Ik zeg al deze heeren hartelijk, zeer hartelijk dank voor hun medewerking waardoor hetgeen U straks zult zien, tot stand is kunnen komen. Vervolgens ook erkentelijkheid jegens den aannemer, den heer De Koek, en zijn assistenten. Met groote liefde hebben zij zich aan het werk gegeven om er het beste van te willen maken. Anderen hebben eveneens werken op ons terrein uitgevoerd: de Naaml. Venn. Padox bouwde o.a. een aantal schitterende kleed kamers; de heer Verburgt de fietsenbewaarplaats. Ook hen onzen dank. Voorts nog de Dienst voor het Bouw- en Woningtoezicht, die de kleedkamers had te beoordeelen. Aanwezigen! Bij den aanleg der velden heeft de heer Van Haen- schote van de Nederl. Heide Mij. op de meest welwillende wijze overleg gepleegd en advies gegeven; wij zijn hem hiervoor dank baar, evenals voor het feit, dat hij een zijner opzichters, den heer Blom, heeft willen aanwijzen, om het dagelijksch toezicht uit te oefenen. De heer Blom, die zich op zeer lofwaardige wijze hier van heeft gekweten, betuigen wij eveneens onzen oprechten dank. Voorts was medewerking en samenwerking noodig van de eigen voetbalinstanties; in de eerste plaats de voetbalbonden, die ik tot dusverre nog niet genoemd heb. Zoowel de besturen van den K.N.V.B. als den A.V.B. hebben zich van den beginne af ten zeerste voor de moeilijkheden van de clubs in de Watergraafs meer geïnteresseerd. De K.N.V.B. verleende daadwerkelijk mede werking door een leening uit het Terreinfonds en een bijdrage uit het Crisisfonds. Dank hiervoor, ook den hoofdconsul van dien Bond, den heer Boeljon, voor de vele waardevolle adviezen, die hij ons gegeven heeft, de beide bonden voor hun bereidwilligheid het competitieprogramma zoo in te richten, dat eerst morgen de eerste thuiswedstrijden gespeeld behoeven te worden. Ik zeg ook de aangesloten clubs dank voor de prettige samen werking, die wij gaarne in de toekomst zullen bestendigen. En een bijzonder woord van erkentelijkheid meen ik te moeten rich ten tot mijn mede-bestuursleden van Ajax, op wie ik nimmer een tevergeefsch beroep deed, om de Stichting Voorland op alle mogelijke manieren ter wille te zijn. Wat is een complex sportvelden zonder behoorlijk drink- en waschwater? Er worden verhalen verteld uit een romantischen tijd, toen men zich in een sloot waschte ik weet er zelf alles van doch ik geef de verzekering, dat het toch heel wat hygiënischer en aangenamer is, deze bezigheid in een behoorlijk waschlokaal te kunnen verrichten. Het was Ir. Biemond, de direc- Plantage Middenlaan 66 Amsterdam Telefoon 243220 5

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1975 | | pagina 5