jaarverslag (verkort) van de secretaris
over de periode 1 juli 1974 tot en met 30 juni 1975
Geachte clubgenoten,
Het is reeds voor de twaalfde keer dat ik er voor ga zitten om
een aanvang te maken met een jaarverslag, deze keer betref
fende het verenigingsjaar 1 juli 1974 tot en met 30 juni 1975.
ALGEMEEN
Evenals het voorgaande jaar werd de competitie beëindigd op de
derde plaats. Hoewel misschien de spelers, die hadden deel
genomen aan de wedstrijden om het wereldkampioenschap,
daarvan nog enigszins de naweeën ondervonden en wij voor ons
doen geconfronteerd werden met een vrij groot aantal blessures
(onder meer Hulshoff, Krol, Mulder, Blankenburg en Schrijvers),
kan naar mijn mening toch niet worden gesteld, dat daardoor
noch het kampioenschap, noch enig ander succes in het afge
lopen verenigingsjaar werd behaald.
Op zondag 13 april 1975, met nog vier wedstrijden te spelen,
hadden we 2 punten achterstand op PSV en 1 punt op Feyen-
oord, met de thuiswedstrijd tegen PSV nog voor de boeg, zodat
op dat tijdstip toch zeker niet kon worden gezegd dat de kans
op het kampioenschap geheel was verkeken. Temeer niet, omdat
op die zondag PSV in een slechte wedstrijd 11 speelde tegen
De Graafschap en wijzelf in een goede wedstrijd met 40
wonnen van AZ '67.
Door de slechte resultaten in de laatste vier wedstrijden (we
behaalden daarin maar 4 punten) bedroeg de achterstand aan
het eind van de competitie op PSV 6 punten en op Feyenoord
4 punten. De thuiswedstrijd tegen PSV werd door onbegrijpelijk
weinig inzet van een aantal spelers met 42 verloren.
Vooral december 1974 kan worden aangemerkt als een zwarte
rhaand in de Ajax-geschiedenis, want voor de competitie werd op
1 december in Alkmaar met 30 van AZ '67 verloren en op
22 december met 10 van FC Den Haag. Op 11 december
werden we door Juventus (later door FC Twente verslagen) uit
de UEFA-Cup en op 29 december door Heracles (42 neder
laag, na verlenging) uit de KNVB-Beker gewipt.
Op het groene veld werd in het afgelopen verenigingsjaar dus
geen enkel succes geboekt, hetgeen de laatste 10 jaren niet of
niet vaak is voorgekomen.
Het belangrijkste feit naast het voetbalgebeuren, was uiteraard
ons 75-jarig bestaan op 18 maart 1975.
Ter gelegenheid hiervan werd op 22 maart een receptie gehouden
in de Diamantzaal van het Hilton-Hotel, waarvoor grote belang
stelling was, vele sprekers het woord voerden en geschenken
aanboden. De grote afwezige was de afgevaardigde van het
Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk.
Bij monde van de voorzitter van het Comité ,,75 jaar Ajax", de
heer W. F. Volkers, overhandigde deze een enveloppe met inhoud
namens allen, die Ajax een warm hart toedragen en waarvan de
inhoud was bestemd voor de aanschaf van een Astroturf kunst-
grasvloer in de sportzaal van ons Stadion.
Voorzitter Van Praag sprak woorden van dank.
Ook een woord van dank aan ceremoniemeester, de heer A
Brandsteder, alsmede de heer H. A. Smit en zijn beide dochters
voor de ontvangst van de gasten.
Vanwege het 75-jarig bestaan werden bovendien nog de volgende
toernooien georganiseerd:
3 mei 1975: Pupillen
8 mei 1975: Amateur-seniores
25-31 mei 1975: Internationaal Jeugdtoernooi
6
Nieuw in de ere-divisie was dat daarin ook het periodensysteem
zou worden toegepast. Na afloop van de competitie moesten de
vier periodekampioenen in een na-competitie uitmaken welke club
in aanmerking kwam om door de KNVB als tweede deelnemer te
worden ingeschreven voor het UEFA-Cup-toernooi.
Dit besluit is mijns inziens net zo slechts als indertijd het een
zijdige besluit om het transfersysteem af te schaffen en te ver
vangen door een vergoedingsstelsel, zónder te wachten op een
algehele Europese regeling. Voor het betaald voetbal was dit
besluit geen goede zaak.
Ter voorkoming van de thans ontstane moeilijkheden zou het
mijns inziens een juister beleid zijn geweest indien het sectie-
bestuur Betaald Voetbal van te voren contact had opgenomen
met het bestuur van de UEFA om te informeren óf het er mede
akkoord ging dat de winnaar van deze na-competitie door de
KNVB zou worden ingeschreven voor het UEFA-Cup-toernooi.
Uit het feit dat het sectiebestuur heeft besloten om in het sei
zoen 1975-1976 in de ere-divisie het periodensysteem niet meer
toe te passen, zou men kunnen afleiden dat men achteraf zelf
ook niet zo gelukkig is met de indertijd genomen beslissing.
Of we tijdens het seizoen 1975-1976 zullen deelnemen aan de
wedstrijden om de UEFA-Cup is op dit ogenblik nog niet defi
nitief bekend. Nadat de UEFA het besluit had genomen dat Ajax,
geëindigd als nummer 3 in de nationale competitie, door de
KNVB als tweede Nederlandse club behoorde te worden inge
schreven, werd door het sectiebestuur Betaald Voetbal tegen dit
besluit verzet aangetekend. Na afwijzing van dit protest door
de UEFA, besloot het sectiebestuur toen arbitrage aan te vragen,
waarvan de uitspraak nog moet volgen.
Indien het sectiebestuur door de Arbitragecommissie in het gelijk
wordt gesteld, dan zullen op de data 13, 20 en 26 augustus 1975
de clubs Ajax, AZ '67, Sparta en de FC Twente uit moeten
maken welke club aan de wedstrijden om de UEFA-Cup mag
deelnemen.
De vier periodekampioenen waren PSV, Feyenoord, AZ '67 en
Ajax, maar PSV speelt als kampioen in het toernooi om de
Europa-Cup 1 en Feyenoord werd als nummer 2 in de competitie
door de KNVB ingeschreven voor het UEFA-Cup-toernooi. Hun
plaatsen worden ingenomen door de FC Twente en Sparta.
De FC Den Haag, winnaar van de KNVB-Beker, neemt deel aan
het toernooi om de Europa-Cup 2.
De heer M. Caransa, penningmeester van de Stichting „Van
Ganser Harte", deelde Ajax bij brief van 10 juli 1974 mede, dat
het benodigde geld bijeen was om bij Ajax een zogenaamde
hartkamer in te richten.
Helaas moest het bestuur mededelen, dat daarvoor niet eerder
een kamer ter beschikking kon worden gesteld dan na het gereed
komen van de verbouwing der arcade.
In het afgelopen verenigingsjaar werden door een televisieploeg
van de AVRO vele opnamen gemaakt voor het samenstellen van
een film over Ajax. De film werd op 28 juli 1975 via de TV uit
gezonden.
De Scheidsrechterscommissie kwam met volgende nieuwe be
sluit:
De grensrechters in het betaald voetbal zullen in het vervolg
beslissen over het strafbaar buitenspel staan. Indien de grens
rechter vlagt, betekent dit automatisch dat de scheidsrechter
moet fluiten. Dit houdt bovendien in, dat de scheidsrechter niet
zal fluiten indien de grensrechter niet vlagt.