Waarde clubgenoten, Mag ik beginnen met U allen hartelijk welkom te heten op de 50ste vergadering van onze vereniging. Een speciaal woord van welkom tot onzen Ere-president, den Heer W. F. Egeman. Voor hem moet het vandaag wel een bijzondere dag zijn, nu het hem gegund is, niettegenstaande zijn hoge leeftijd, de feesten van ons geliefd Rood-Wit te mogen medemaken. Mijne Heren een opsomming van alle wapenfeiten van onze vereniging zal ik U besparen, daar het Gouden Boek" dat U straks ter hand gesteld zal worden een prachtig overzicht geeft van de gehele Ajax-geschiedenis. Nu ik het toch over ons „Gouden Boek" heb, wil ik de Heren de Bruyn, Schoevaart en Desmit namens ons allen hartelijk dank zeggen voor het enorme werk door hen verricht. Het samenstellen van een boek van 400 bladzijden is geen sinicure. Ik ben ervan overtuigd, dat de Bruyn en Schoevaart het mij niet kwalijk zullen nemen, dat ik speciaal Adé (Desmit) hier hulde breng voor de grote opofferingen die hij zich getroost heeft om dit prachtige Jubileumboek, voorzien van honderden foto's, welke uit zijn camera zijn voortgekomen, op tijd te doen verschijnen. Dolf, je verdient in de geest van Dagboekenier te schrijven „het Eikenloof met de dubbele Ajax-zwaarden"Nogmaals hartelijk dank. Wij zijn trots op je. En thans wil ik even in herinnering brengen, dat juist 50 jaar geleden C. B. Reeser, H. D. Dade en F. Stempel aan een clubje jongelui, welke niet ouder waren dan 15 en 18 jaar, een uitnodiging zonden voor het oprichten van een voetbalclub. Het resultaat van deze bijeenkomst was, dat Ajax op 18 Maart 1900 werd geboren. In 1900-1901 werd voor het eerst deelgenomen aan de competitie van den A.V.B. In 1902 hebben de jongens van Dade reeds de N.V.B. bereikt. Einde 1907-1908 werd een fusie aangegaan met „Holland" en kwamen de gebroeders Pelser onze gelederen versterken. Vanaf dit ogenblik was de lijn der Ajax-prestaties steeds stijgende en in 1910-1911 gaf Ajax Mokum weer een le Klasser. Door onderlinge kwesties enz. vlotte het niet meer in onze vereniging en moest er eerst sloperswerk worden verricht. Een nieuw Bestuur werd gevormd met namen als Frans Schoevaart, Dade, Holst en andere. Energiek werden de zaken aangepakt en via een nood-competitie in 1914-1915 werd Ajax weder in de gelegenheid gesteld met D.V.S., Blauw-Wit en Haarlem mede te dingen naar een plaats in het voetbalwalhalla. Door de beroemde reglementsuitlegging promoveerde niet Ajax maar onze zustervereniging Blauw-Wit naar de le klasse van den N.V.B. Thans werd het sein gegeven tot wreking van het gepleegde onrecht. Ajax had in dien tijd een elftal, dat in vriendschappelijke wedstrijden alle le Klassers klopte. Glansperioden waren 1916-1917 en 1917-1918. Van alle kanten werd er bij den N.V.B. op aangedrongen dit prachtige elftal in de le klasse op te nemen. Wijlen Frans Pigge en Mr. Pius Arts konden in 1916-1917 de algemene vergadering van den N.V.B. bewegen Ajax bij keuze te doen promoveren. Vanaf dien tijd is het Ajax steeds crescendo gegaan. Mannen als Egeman, Dade, Grootmeyer, de Munnik e.a. hebben als officials in dien tijd Ajax groot gemaakt; dat de naam „Ajax" echter op ieders lippen was, hebben wij te danken aan de z.g. „Gouden Ploeg" met mannen als Fons en Joop Pelser, J. Smit, F. Couton, H. Hordijk, G. B. Terwee, J. de Natris, J. van Dort, Theo Brockmann (de ijverige Voorzitter van de Elftallencommissie), M. Lucas en W. H. A. Gupffert, die zich nog elke Woensdag en Zondag beschikbaar stelt om onze adspiranten het voetbalspel bij te brengen. 8 maal werden wij Kampioen van Nederland, 16 maal Afdelingskampioen. Ongetwijfeld een prachtige staat van dienst. Aan al deze mooie resultaten hebben zeer vele Ajacieden medegewerkt als officials o.a. Elzenga, Volkers, J. Schoevaart, Desmit, A. de Wit, F. Dukker, R. Vunderink, J. de Boer, Delsen, H. Anderiessen, Couton, Schubert, Bruynesteyn en niet te vergeten onze jeugdcommissieleden als van Os, Koomen, Wijting, Schetters e.a. als spelers Frans de Hctan, Delsen, Volkers, Joop van Stoffelen, J. de Boer, Beumer, Potharst, P. van Renen, Corrie van der Hoeven, van 't Hart, Fischer, Michels, Theo Brockmann Jr., Bruins, van Dijk en Guus Drager. Denk echter niet, dat wij de prestaties van onze andere elftallen lager aanslaan. Wij zijn een grote organisatie met een raderwerk waarin elk radertje zijn groot nut heeft. Wij zijn de spelers van de verschillende elftallen dan ook hoogst dankbaar, dat zij de belofte bij het 49-jarig bestaan gedaan, zijn nagekomen. Ajax 1, 2, 5 en Junioren 2 hebben het kampioenschap reeds behaald en van de Junioren kunnen nog 2 elftallen voor een kampioenschap in aanmerking komen, terwijl van de 8 adspirantenelftallen zeker 4 teams de hoogste titel zullen behalen. Leden, Donateurs, Adspiranten en Juniores viert dit feest op correcte wijze en met opgewektheid. Er is alle reden voor. Laat geen wanklank gehoord worden opdat wij met trots kunnen zeggen Ajax heeft op waardige wijze haar 50-jarig bestaan gevierd. In het buitengewoon keurige verslag over onze feesten in het Handelsblad trof mij een zin en wel deze „hoe kan ooit iemand, die geen lid is van Ajax, begrijpen wat Ajax voor ons betekent." Weest evenals Uw voorzitter trots er op lid van Ajax te mogen zijn, dan kan het niet anders of het zal Ajax goed gaan. Een juichtoon da'vre langs de velden voor ons dierbaar Rood en Wit, laat dit in de feestweek schallen. Het zij zo.

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1975 | | pagina 47