ning van het Duitse elftal, waar door het
ontstaan van de Eerste Wereldoorlog nu
niets van kwam, werd hij hier in Holland ge
ïntroduceerd door een Engelse scheidsrech
ter mr. Howcrofft. Met een korte onder
breking zou Jack DERTIG jaar bij ons
blijven. Een record
Jaren van opbloei kondigden zich aan. Ja,
in die dagen vormde zich geleidelijk een
elftal, HET elftab dat Ajax grote roem zou
brengen. Vele jaren lang. Door de oorlog en
voornamelijk reglementaire onvolkomenheden
bij de Bond bleef de poort van de eerste
klasse vooralsnog voor Ajax gesloten. Maar
als tweede klasser was het team in de jaren
1916-1917 zo weergaloos sterk, dat het
iedere éérste klasser op verlies zette. Een
uitdaging van de toenmalige kampioen van
Nederland, Go Ahead, werd aangenomen om
in een tweekamp uit te maken, wie nu wer
kelijk de sterkste was. Want, zoals de Pers
toen zei: „Om je werkelijk kampioen van
Nederland te mogen noemen, moet je eerst
Ajax geslagen hebben
Thuis speelden we in het Amsterdamse Sta
dion (met de vier torens, gelegen tegenover
het huidige Olympische Stadion). Er waren
25.000 toeschouwers. Realiseert u zich dat
eens even in 1917! Dat was ook een
record Ajax won met 2 - 1 en hield
het in de return op een gelijkspel.
Hadden we nog niet voldoende bewezen in
de eerste klasse thuis te behoren, moesten we
nog langer de dupe worden van fouten van
anderen?
Op 15 juli 1917 hielden de heren Pigge
(EDO, Haarlem) en Arts (Willem II) grote
betogen op de bondsvergadering te Utrecht
voor de rechtvaardige zaak van Ajax. „Ge
zien de grote staat van dienst van deze club,
haar bij keuze te doen promoveren naar de
eerste klasse."
Met bijna algemene stemmen werd dit voor
stel aangenomen. Het onrecht was ongedaan
gemaakt.
Datzelfde jaar promoveerde Ajax 2 naar de
reserve le klasse.
Het le elftal dat reeds zoveel roem vergaard
had en in dat opzicht nog niet aan het einde
bleek te zijn, bestond uit: J. Smit (d); Fons
Pelser en Frans Couton (a); Henk Hordijk,
Joop Pelser en Terwee Jr. (m); Jan de
Natris, Jan van Dort, Theo Brockmann,
Lucas en Wim Guppfert (v).
Het bestuur: W. F. Egeman, president; H.
Dade, 2e voorzitter; Jan Grootmeyer, secre
taris; Marius Koolhaas, 2e secrcetaris; Tjerk
de Munnik, le penningmeester; Reyenga, 2e
penningmeester; J. Ph. Geerlings, F. Schoe-
vaart en Joop Pelser, commissarissen.
Sprekende over het seizoen 1917-1918
kunnen we eerst nog vermelden dat op 27
mei 1917 Ajax voor de eerste keer de
(K)NVB-beker won door in de finale in het
Stadion VSV met 5 - 0 te kloppen. Dan zijn
we aangeland bij de periode van „De Gou
den Ploeg", de jaren 1917-1918 en 1918-
1919. Hadden we in de competitie om het
afdelingskampioenschap nog drie gelijke
spelen en drie nederlagen, om desondanks
toch met 5 punten voorsprong kampioen te
worden, in de strijd om het landskampioen
schap behaalden we drie punten meer dan
concurrent Go Ahead en daarmede voor de
eerste maal het kampioenschap van Neder
land. Op 8 juni 1918. In de laatste wedstrijd
tegen Willem II in Tilburg.
Een daverende ontvangst in Good-old Mo-
HET AJAX-BESTUUR BIJ HET 50-JARIG
BESTAAN
J. Elzenga, F. Dukker, J. de Boer,
W. Volkers, M. Koolhaas, R. Vunderink,
A. de Wit, J. Schoevaart, Th. Qrockmann
AJAX 50 JAAR
Op een Buitengewone Algemene Vergadering
overhandigt President MARIUS KOOLHAAS
het eerste exemplaar van het
„Gouden Boek" aan Ere-voorzitter
W. F. EGEMAN
24