artikel 1639 w bw en het beroepsvoetbal BRILLEN Oogmeting door mr. dr. E. W. CATZ De tijd is aangebroken een tussenbalans op te maken na de twee arbitrale uitspraken resp. in de zaak van de beroepsvoetballer N. tegen Ajax en van R.N. tegen Twente. In het eerste geval werd de ontbinding toegewezen (zie SMA sept. 1974), met een vergoeding van twee en een kwart miljoen ten behoeve van Ajax en ten laste van de speler, in het tweede geval werd het verzoek van de speler tot ontbinding afgewezen. In beide gevallen stonden de belangen van Ajax in het middel punt. Daar ondergetekende met deze club bijzonder verknocht is, wenst hij zich van iedere beoordeling van deze twee uit spraken te onthouden en dit aan anderen over te laten. Ik wens hier slechts het zoeklicht te richten op art. 1639 w BW in zijn samenhang tot de huidige beroepsmatige voetbaldynamiek. Het valt immers niet te loochenen dat geliefde voetballers, als de contanten meer of minder onweerstaanbaar lokken, spoedig ge neigd zijn te trachten via bedoeld wettelijk voorschrift van hun contractuele binding met vereniging X of IJ af te komen. Wat malen zij om het beginsel vastgelegd in artikel 1374 van gelijke codex, hun voorhoudende: Alle wettiglijk gemaakte overeen komsten strekken dengenen die dezelve hebben aangegaan tot wet"? Het is immers veel spannender het woord „sportiever" komt hun misschien ook nog op de lippen het spel der ont krachting van verbintenissen via artikel 1639 w te beoefenen. Gaat immers daarvan voor hen geen grote bekoring, zelfs ver leiding uit? De wetsteksten al zijn voor hen doorgaans een grote aantrekkingskracht. Oordeelt zelve maar. I j Bent u kwaliteits- en prijs bewust? Al drie generaties lang een begrip in Amsterdam Grote internationale collectie brilmonturen Alles wordt in eigen werk plaats gemaakt, waardoor snelle aflevering Vakmanschap en perfectie een eerste vereiste lob Foto-artikelen Ie klas kleur- zwart-wit afwerkina JAVASTRAAT 117 - TELEFOON 350117 Leverancier van alle ziekenfondsen 14 Eerste lid: „leder der partijen is te allen tijde bevoegd zich wegens gewichtige redenen tot de rechter te wenden met het schriftelijk verzoek de arbeidsovereenkomst ontbonden te ver klaren. Elk beding, waardoor deze bevoegdheid wordt uitge sloten of beperkt, is nietig." En dan de volgende alinea, als het ware een juridieke uitstalkast zo van het systeem: (bijna) altijd prijs. Want: „Als gewichtige redenen worden beschouwd omstandigheden, die een dringende reden, als bedoeld in artikel 1639 o, eerste lid, zouden hebben opgeleverd, indien de dienstbetrekking deswege onverwijld be ëindigd ware, alsook veranderingen in de omstandigheden, welke van dien aard zijn, dat de dienstbetrekking billijkheidshalve dadelijk of na korte tijd behoort te eindigen." Wie zou niet zijn geluk willen beproeven in dat casino des rechts? Duidelijker weergegeven: somtijds langjarige overeen komsten kunnen op die wijze worden omgezet in een volstrekt waardeloos vodje papier. Er valt alleen te winnen zo luidt de gedachtengang behoudens dan de kans op een vergoedings plicht. Als het lukt, komt deze of gene wellicht de uitlating van menig Duits duikbootkapitein tijdens de laatste wereldoorlog in gedachten, na een geslaagde aanval op een machtig vaartuig van de tegenstander: „spurlos versenkt." Het komt mij nu voor, dat de kwetsbaarheid van het voetbal prof.voetbalcontract goeddeels kan worden verholpen door in het eerste lid van artikel 1639 w BW een nieuwe tweede zin in te lassen, mogelijkerwijze van de navolgende inhoud: „Deze regel mist toepassing op arbeidsovereenkomsten door of namens organisaties, die onder meer beroepsmatig de voetbal sport beoefenen of bevorderen, met haar contractspelers ge sloten." Ik schreef: „goeddeels" kan worden verholpen, en zulks met voordacht. Want: professionals, die plotseling (vermenen te) ontdekken, dat zij door één of meer uitschieters ietwat beroemd of onmisbaar wat niet hetzelfde is zijn geworden, hebben dikwijls nog een ander ijzer in het vuur. Zij, casu quo de waar nemers hunner belangen men miskenne geenszins de invloed van dezulken wensen bestaande overeenkomsten van zekere stabiliteit open te breken, om er dus ineens beter van te worden. Waarbij, zo nodig, de potentiële Nederlandse geldgevers wordt voorgespiegeld, dat buitenlandse verenigingen van zekere allure snakken naar hun onmiddellijke overkomst, „als 't effe kan". De beminnelijke taxatie van het eigen-ik gaat een enkele maal nog heel wat verder. In een club hier te lande is in eigen kweek een blijkbaar zeer getalenteerde speler van 19 jaar naar voren ge komen, van wie een drager van het oranjeshirt in gelijke organi satie heeft gemeld, dat hij over een jaar een miljoen waard zou wezen. Naar aanleiding van bedoelde ontdekking heeft zijn eigen vereniging betrokkene recentelijk een contract als full prof aan geboden, hetwelk hij, indien een desbetreffend persbericht als juist kan worden aanvaard, doende is te bestuderen Op het voorgaande sluiten twee andere onderwerpen aan. Het eerste betreft de uitsluiting van rechtsmiddelen in het laatste lid van 1639 w, behoudens cassatie i.h.b. der wet, het tweede raakt de arbitrale rechtspleging in sportzaken meer in het al gemeen. ad 1: Dit voorschrift is niet meer van deze tijd. Zie mijn „Ar beidsovereenkomst" pag. 132b 2, waarbij ik met instemming heb aangehaald Menalda, Slagter en De Rijke (NJB 1957 resp. p. 364/5, 465/9 en 469/70. Ik citeer Slagter: „Juist omdat van de mogelijkheid om aan de Kantonrechter de

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1975 | | pagina 14