marius koolhaas:
18
De Bestuurskamer 1934
Dames en Heeren,
Mag ik u namens het bestuur der A.F.C.
,,Ajax" hartelijk welkom heeten in ons
nieuwe Ajaxstadion. Dat zoo velen naar
hier zijn gekomen om met ons te vieren
den groot sten feestdag van onze vereeni-
ging n.l. DE OPENING VAN ONS
NIEUWE HOME, dat stellen wij op zeer
hoogen prijs. Een speciaal woord van wel
kom tot U, Dr. Vos, die als vertegenwoor
diger van het Gemeente Bestuur zoo vrien
delijk zijt het Stadion officieel te openen,
het bestuur van het I.C.A. met aan haar
hoofd Dr. De Hartogh aan wien Ajax van
daag zeer zeker een woord van hartelijken
dank mag richten voor den grooten stoot,
die hij gegeven heeft om Ajax in de Ge
meente Amsterdam te behouden. Bestuur-
deren van den K.N.V.B., A.V.B., A.K.V.B.,
Zustervereenigingen enz., wij danken U
hartelijk voor Uwe tegenwoordigheid.
Dames en Heeren, over de Ajaxgeschiede-
nis zal ik hier niet uitweiden, die is U
allen reeds voldoende bekend, daar dit te
veel tijd in beslag zou nemen en ik bang
zou zijn, dat de wedstrijd AjaxStade
Frangais in verband met de duisternis niet
uitgespeeld zou kunnen worden. Ik wil
hier slechts uiting geven aan onzen groo
ten dank aan onzen Architect, den Heer
J. Roodenburgh, die in zoo'n kort tijdstip,
in April n.l. viel mij de groots eer te beurt
de eerste paal te slaan, op de plaats waar
een zestal maanden geleden nog een boer
derij stond, dit prachtige gebouw te doen
verrijzen. En zooals U ziet heeft dezen be
kwamen Architect, die bij den bouw in de
eerste plaats zijn groote liefde voor zijn
Ajax liet spreken, ervoor zorggedragen,
dat het knusse, het intieme van ons oude
veldje, waar wij zooveel lief maar ook wel
leed met elkander gedeeld hebben, be
waard is gebleven.
Natuurlijk moeten wij Uwe clementie in
roepen, dat nog niet alles geheel voltooid
is, maar wij meenden met de opening niet
1974