kortgeding ajax/j. van praag
contra nieuwe revu
DAGVAARDING
In het jaar 1900 vier en zeventig op veertien augustus ten ver
zoeke van
1) de rechtspersoonlijkheid bezittende vereniging, de Amster-
damsche Football Club „Ajax", gevestigd en kantoorhou
dende te Amsterdam, en
2) Jacob van Praag, voorzitter van voormelde vereniging,
wonende te Amsterdam,
beiden te dezer zake te Amsterdam domicilie kiezende aan de
Keizersgracht nr. 497, ten kantore van Mr. H. M. Voetelink, die
door hen tot hun procureur wordt gesteld en die als zodanig in
na te melden geding zal occuperen;
Heb ik, EDMUND VAN DER HOEDEN, wonende te Vinkeveen
en Waverveen, deurwaarder bij de Arrondissements-Rechtbank
te Amsterdam, aldaar kantoorhoudende aan de Marnixstraat
no. 358;
Krachtens mondeling verstrekte last van de E.A. Heer Presi
dent van de Arrondissements-Rechtbank te Amsterdam d.d.
13 augustus 1974;
GEDAGVAARD:
1. Henri Remmers, wonende aan de Koningin Wilhelminalaan
te Voorburg, mitsdien aldaar mijn exploit doende, sprekende
met en afschrift dezer latende aan: hem in persoon te Am
sterdam;
2. Jacob Nicolaas Velt, wonende Hofgeest 78 te Amsterdam-
Bijlmermeer, mijn exploit doende en afschrift dezes latende
aan: hem in persoon te Amsterdam;
3. de naamloze vennootschap De Geïllustreerde Pers B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende aan de Stadhouderskade
nr. 85 te Amsterdam, aldaar te haren kantore mijn exploit
doende en afschrift dezes latende aan: de heer H. Rem
mers, geëmployeerde, aan dat kantoor verbonden;
OM OP:
WOENSdag, de VIERDE SEPTEMBER 1900 vier en zeventig,
des VOOR-middags te ELF uur te verschijnen ter terechtzitting
van de E.A. Heer President der Arrondissements-Rechtbank te
Amsterdam, alsdan gehouden wordende in een der lokalen van
het Paleis van Justitie aan de Prinsengracht nr. 436, aldaar;
teneinde te horen eis doen en concluderen, dat
1. AANGEZIEN gedaagde sub 1 als journalist is verbonden
aan het door gedaagde sub 3 uitgegeven weekblad
„Nieuwe Revu", waarvan gedaagde sub 2 de verantwoor
delijk hoofdredacteur is;
2. AANGEZIEN in het officieel op 9 augustus 1974, maar in
werkelijkheid reeds eerder verschijnende nummer van
„Nieuwe Revu" in de rubriek „Volgende Week", een aan
kondiging voorkomt met als titel „Hoe betrouwbaar is Jaap
van Praag", en met daaronder de navolgende tekst:
„Over de voorzitter van Ajax doen de meest merkwaardige
verhalen de ronde. Henri Remmers heeft het voor „Nieuwe
Revu" eens allemaal uitgeplozen. Gewapend met infor
matie van vrienden en vijanden van Van Praag, ging hij met
voorzitter Jaap in de slag. Een even opwindende als pijn
lijke gebeurtenis."
3. AANGEZIEN in het officieel op 16 augustus 1974, maar
in werkelijkheid reeds eerder verschijnende nummer van
„Nieuwe Revu" een artikel voorkomt, vermeldende „tekst:
Henri Remmers" en met de titel „Hoe betrouwbaar is Jaap
van Praag?".
4. AANGEZIEN dit artikel is voorzien van twee bijlagen onder
de titel „Grafologisch Rapport" en „Schaduwbestuur",
van welke bijlagen het eerste volgens het artikel van
gedaagde sub 1 een grafologisch rapport bevat, betref
fende het handschrift van de voorzitter van eiseres sub 1
dat „Nieuwe Revu" heeft laten maken en buiten voorkennis
van eisers om publiek heeft gemaakt;
5. AANGEZIEN in de tekst van het artikel van gedaagde
sub 1 en kennelijk ter adstructie van de door de titel van
het artikel gesuggereerde beperkte betrouwbaarheid van
de voorzitter van eiseres sub 1, als een der conclusies van
het rapport wordt aangegeven: „verliest nooit zijn eigen
belang uit het oog bij het nemen van welke beslissing dan
ook", hoewel die conclusie in het grafologische rapport zelf
niet is terug te vinden;
6. AANGEZIEN het artikel van gedaagde sub 1 gewaagt van
verduisteringen bij Ajax en geld, dat eiser sub 2 een
ongehonoreerd verenigingsvoorzitter bij Ajax verdiend
zou hebben en waarvan de lezers gesuggereerd wordt dat
eiser sub 2 daarmee belangrlijke onroerend-goed-aankopen
voor zichzelf gefinancierd zou hebben;
7. AANGEZIEN door gedaagden, althans gedaagde sub 3 in
dagbladen als Het Parool van vrijdag 9 en De Telegraaf
van zaterdag 10 augustus 1974 sensationele advertenties
zijn geplaatst, met het doel de belangstelling voor het num
mer van Nieuwe Revu, waarin het artikel van gedaagde
sub 1 voorkomt, zoveel mogelijk te stimuleren;
8. AANGEZIEN in deze advertenties, verlucht met een groot
portret van eiser sub 2, het Nieuwe Revu-artikel van ge
daagde sub 1 wordt aangeprezen met passages over eisers
als „er duiken geruchten op over verduisteringen" en meer
in het bijzonder ten aanzien van eiser sub 2 „Hij belooft
teveel" en „Hij liegt zoals hij ademt".;
9. AANGEZIEN de door gedaagden in hun publicaties aan
het adres van eisers geuite beschuldigingen waarvoor zij
ieder in hun bij dagvaarding sub 1 opgesomde kwaliteiten
verantwoordelijkheid dragen, niet op deugdelijke grondslag
berusten, de goede naam van eisers ten onrechte beklad
den en onrechtmatige gedragingen jegens eisers inhouden,
die eisers schade berokkenen, welke schade veroorzaakt
wordt door schuld van gedaagden sub 1, 2 en 3;
10. AANGEZIEN geen betoog behoeft, dat gedaagden zonder
voorziening in kort geding, daarmee kunnen doorgaan en
eisers er derhalve een dringend en spoedeisend belang bij
hebben na te melden voorzieningen van U.E. Heer Presi
dent te vorderen;
MITSDIEN het de Heer President moge behagen bij vonnis,
behalve voor wat de kosten betreft, uitvoerbaar bij voorraad
a) gedaagden te verbieden verder over eisers te schrijven of
te laten schrijven op een wijze, waarbij tegenover het
lezerspubliek gesteld, althans gesuggereerd wordt dat bij
eiseres sub 1 verduisteringen, althans financiële onregel
matigheden plaatsvinden en dat eiser sub 2 zich daarmee
ten koste van zijn club verrijkt;
b) gedaagden te bevelen voormelde beschuldigingen in te
trekken door aan het A.N.P. onder toezending aan de
advocaat van eisers van een doorslag van de betreffende
opdracht de navolgende mededeling als persbericht te
zenden en door in het eerstvolgende nummer van Nieuwe
Revu, waarin zulks redelijkerwijs mogelijk is op een in het
6