HAARUITVAL? KALEND? KAAL?
STAR TOP HAARWERKSTUDIO'S
i/aarding dat gedaagden buiten voorkennis van eisers om een
grafologisch rapport betreffende het handschrift van Van Praag
publiceerden, hebben laten vallen als grondslag van hun vorde
ringen, omdat Van Praag naar ter terechtzitting is gebleken, er
destijds in heeft toegestemd dat een brief van zijn hand basis
zou zijn voor een door gedaagden aan te vragen grafologisch
onderzoek, en Van Praag er mitsdien onder de gegeven omstan
digheden van uit diende te gaan dat gedaagden de uitslag van
een dergelijk onderzoek eventueel in hun publicaties zouden
kunnen betrekken.
De aantijgingen jegens eisers welke als vorenoverwogen in de
genoemde publicaties voorkomen, zijn echter ook, afgezien
van de verwijzingen naar het grafologisch onderzoek, zonder
meer als beledigend voor hen te beschouwen, waaraan niet af
doet gelijk gedaagden wensen staande te houden dat een en
ander in de vorm van geruchten wordt gepresenteerd, waartegen
Van Praag zich in een interview heeft kunnen verweren.
De door gedaagden in deze aangehangen theorie heeft immers
tot consequentie dat het de pers zou vrijstaan om tegen een
ieder de meest grove verdachtmakingen te publiceren, mits zij
de betrokkene tevoren maar in de gelegenheid stelt om zich
daartegen te verdedigen in een interview en zij het resultaat
van dit laatste maar ter kennis van het publiek brengt.
Gedaagden draaien aldus redenerende de zaak om: Het is in
casu niet aan Van Praag om tegenover willekeurige beschul
digingen van een journalist in een interview feiten en omstandig
heden aan te voeren welke deze beschuldigingen ontzenuwen,
maar aan de betreffende journalist om over een en ander eerst
te publiceren wanneer hij op de grondslag van duidelijke aan
wijzingen in redelijkheid mag aannemen, er zonodig in te zullen
slagen de juistheid van grove aantijgingen als in deze gedaan,
in grote trekken aannemelijk te zullen kunnen maken.
Met betrekking tot dit laatste nu zijn gedaagden echter naar ter
terechtzitting is gebleken, volledig in gebreke gebleven.
Weliswaar noemen zij in het gewraakte artikel gelijk vorenover
wogen een aantal klinkende namen van personen waaraan zij
hun informaties zouden hebben ontleend, maar ter terechtzitting
hebben zij de juistheid van hun beweerdelijke inlichtingen ter
zake op geen enkele wijze aannemelijk weten te maken. Integen
deel, door hetgeen eisers in dit verband aan schriftelijke reac
ties van een groot aantal der bedoelde personen hebben gepro
duceerd, wordt het door gedaagden in deze gesuggereerde af
doende ontzenuwd.
Gedaagden werpen als verweer verder nog wel op, dat Van
Praag niet te kennen heeft gegeven tegenover hen dat hij be
zwaar had tegen openbaarmaking van het interview en niet
heeft geëist dat de publicatie hem tevoren ter goedkeuring zou
worden voorgelegd, maar zulks is Ons inziens onder de gegeven
omstandigheden niet relevant te achten.
Slechts in geval aan Van Praag de volledige tekst tevoren zou
zijn toegezonden en hij daarmee uitdrukkelijk accoord zou zijn
gegaan, zou gedaagden uiteraard geen verwijt treffen in deze.
De gewraakte publicatie levert mitsdien een onrechtmatig han
delen jegens beide eisende partijen op en wel zijdens elk der
drie gedaagden, welke gelijk zij ook niet weerspreken, voor de
inhoud daarvan aansprakelijk zijn te achten.
De gevorderde voorzieningen komen op grond van al het voren-
overwegene voor toewijzing in aanmerking.
RECHTDOENDE:
1Verklaart eisers ontvankelijk in hun vorderingen.
Met een STAR TOP herstellen wij
uw uiterlijk!
(Oude pasfoto's meenemen)
2. Verbiedt gedaagden verder over eisers te schrijven of te
laten schrijven op een wijze, waarbij tegenover het lezerspubliek
gesteld, althans gesuggereerd wordt dat bij eiseres sub 1 ver
duisteringen althans financiële onregelmatigheden plaatsvinden
en dat eiser sub 2 zich daarmee ten koste van de club verrijkt.
3. Beveelt gedaagden voormelde beschuldigingen in te trekken
door aan het A.N.P. onder toezending aan de advocaat van
eisers van een doorslag van de betreffende opdracht de na
volgende mededeling als persbericht te zenden en door in het
tweede na betekening van dit vonnis uitkomende nummer van
Nieuwe Revu (waarin zulks redelijkerwijs mogelijk is) op een
in het oog vallende plaats en in het in die uitgave gebruikte
lettertype de navolgende mededeling te plaatsen:
Nogmaals: Hoe betrouwbaar is Jaap van Praag?
In ons nummer van 9 augustus 1974 hebben wij voor het
nummer van de week daarop een artikel aangekondigd over
de voorzitter van Ajax onder de titel ,,Hoe betrouwbaar is
Jaap van Praag?".
Dit artikel werd geschreven door de stafmedewerker Rem
mers onder verantwoordelijkheid van hoofdredacteur Velt en
uitgegeven door De Geïllustreerde Pers B.V. In de aankon
diging van het artikel, het artikel zelf en de dagbladreclame
die ten behoeve van het artikel werd gemaakt, wordt in
strijd met de waarheid gesteld, althans gesuggereerd dat
bij Ajax verduisteringen, althans financiële onregelmatig
heden plaatsvinden, en dat haar voorzitter Jaap van Praag
zich daarmee ten koste van zijn club verrijkt.
In een door Ajax en Jaap van Praag tegen ons ingesteld
kort geding heeft de President van de Amsterdamse Recht
bank ons veroordeeld deze beschuldigingen in te trekken,
hetgeen wij hierbij doen."
4. Veroordeelt ieder van gedaagden om aan eisers als dwang
som te betalen een bedrag van f 25.000,— (VIJF EN TWINTIG
DUIZEND GULDENvoor iedere overtreding van het voor
gaande verbod sub 2 en voor elke dag dat ieder der gedaagden
nalatig mocht zijn het bevel sub 3 na te komen.
5. Verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
6. Veroordeelt gedaagden in de kosten van dit geding voor
zover aan de zijde van eisers gevallen en tot op deze uitspraak
begroot op f 106,50 (HONDERD ZES GULDEN EN DERTIG
CENT) aan verschotten en f 1.000,— (EEN DUIZEND GUL
DEN) aan salaris procureur.
Gewezen door mr. W. J. BORGERHOFF MULDER, President
van de arrondissementsrechtbank te Amsterdam en door deze
als zodanig uitgesproken ter openbare terechtzitting van woens
dag 11 september 1974 in aanwezigheid van de waarnemend
griffier mr. R. van Os-Lang.
(get.) W. J. Borgerhoff Mulder
R. van Os-Lang
DANKBETUIGING
Nu u uit bovenstaande regelen nauwkeurig hebt kunnen ver
nemen, hoe die nare zaak rond het kort geding tegen „Nieuwe
Revu" tot een rechtvaardig einde is gekomen, is het mij een
behoefte jegens u allen, die in die bewogen dagen zovele blijken
van belangstelling en sympathie hebt gegeven, daarvoor har
telijk dank te zeggen. Wat dat onze club Ajax aangaat, betuig
ik mede namens mijn mede-bestuursleden onze grote erkente
lijkheid. Persoonlijk gaat de oprechte dank mede namens mijn
gezin naar u uit, waaraan ik nog wil toevoegen dat wij zeer
getroffen waren door de gelukwensen in velerlei vorm, die ons
na de uitspraak bereikten.
J. VAN PRAAG
Plantage
Middenlaan 66
de Clercqstraat 104
Amsterdam
Telefoon
229002
10