vergadering ledenraad
voetbal-antecedenten
van technisch-directeur h. j. kraay
Donderdag 27 juni jl. vergaderde de bijna voltallige Ledenraad;
alleen Mr. Catz (ziek zoals bekend, maar inmiddels weer uit het
ziekenhuis ontslagen en flink aan de beterende hand) en de
heren A. W. van Dijk en G. Fischer (vakantie) waren absent.
De Ere-leden J. de Boer Sr., C. H. Geudeker, G. de Jongh en
R. P. J. Vunderink gaven van hun belangstelling blijk; de heer
W. F. Volkers had laten weten dat hij, met vakantie zijnde, niet
aanwezig kon zijn.
In zijn openingswoord memoreerde voorzitter Van Praag aller
eerst het heengaan van Ferry Dukker. Staande verwijlden de
aanwezigen enkele ogenblikken bij hun overleden clubmakker.
Bij de ingekomen stukken was o.m. een brief van Mr. Catz vanuit
de Boerhaave Kliniek, waaruit bleek dat de patiënt zich goed
vooruit voelde gaan en weer spoedig in de huiselijke kring hoopte
te verkeren.
De ditmaal wel zeer uitvoerige notulen van de bijeenkomst d.d.
9 mei jl. gaven geen aanleiding tot op- of aanmerkingen, hetgeen
zeker een compliment betekent aan de (ditmaal) samenstellers.
De vergadering was nl. op de band opgenomen en dit gaf secre
taris Jan Westrik aanleiding zijn schriftuur te besluiten met een
woord van dank aan de voorzitter en zijn secretaresse mej. K.
Tromp voor het van de band teruglezen der notulen. Gaarne
sluiten we ons ook aan bij de lof van de heer Brandsteder aan
gaande de keurige uitvoering van het verslag.
Technisch-Directeur de heer Kraay werd hierna aan de Ledenraad
voorgesteld. Door reeds eerdere contacten met o.a. de diverse
commissies e.a. was hij voor de meesten al geen onbekende
meer, doch het was juist hem officieel met ons Opperste College
te laten kennismaken.
Van de zijde van de heer Kraay werd deze gelegenheid benut de
Ledenraad zeer openhartig zijn taakopvatting weer te geven, dui
delijk zijn verantwoordelijkheid te stellen en de aanwezigen on
omwonden inlichtingen te verstrekken van zijn werkzaamheden
tot nu toe, hetgeen dan voornamelijk het terrein van nieuwe
aankopen c.q. transfers e.d. betrof.
De verschillende vragen die hierna gesteld werden alsmede de
beantwoording daarvan geven o.i. aanleiding dit (eerste) con
tact tussen de Technisch-Directeur en de Ledenraad te mogen
beschouwen als zijnde zeer zeker een positief karakter dragend.
Na een korte pauze kwam de bespreking aan de orde aangaande
het interview dat de heer A. de Wit toe stond aan Vrij Nederland
(d.d. 8 juni 1974) en waarvan de inhoud het Bestuur aanleiding
gaf deze in de Ledenraad ter discussie te stellen.
Na de vergadering van 9 mei jl. was afgesproken dat noch van
de zijde van het Bestuur of de Ledenraad, noch door de heer
De Wit althans naar buiten verder over de betreffende
kwestie gesproken zou worden.
Nadat de voorzitter de aanwezigen op de hoogte had gebracht
van de inhoud van een door de heer De Wit ingezonden brief, is
er uitvoerig van gedachten gewisseld. Men kwam uiteindelijk
tot het besluit, dat het bestuur zich schriftelijk tot de heer De Wit
zou wenden na goedkeuring van de inhoud van de brief door drie
afgevaardigden van de Ledenraad, t.w. de heren J. Potharst
(2e plv. voorzitter), A. Brandsteder en Ir. J. Lambregts.
De heer Nico Klok, hierna het woord van de voorzitter verkrij
gend aangaande de bouw van ons nieuwe clubhuis op Voorland,
kon daarover prettige mededelingen doen. De aanvang van de
bouw kan op zeer korte termijn tegemoet worden gezien. Niette
min zal het bij het begin van het nieuwe seizoen voor de
Jeugd-elftallen nog wel wat behelpen worden (gelet op de be
schikbare kleedruimte), doch dat zal men er graag voor over
hebben met het vooruitzicht op een straks werkelijk voortreffelijk
nieuwe accommodatie.
Verder gaven de berichten over parkeer-moeilijkheden reden tot
optimisme. Zoals ook reeds uit de Pers bekend is, is de bouw
van het NS-station Diemen ophanden. Van hieruit zal een brug
worden gebouwd, die uitkomt aan de achterzijde van ons Sta
dion. Daar komt een nieuwe ingang. Verder kan, zulks in over
leg met het Gemeentelijk Vervoerbedrijf en Publieke Werken,
voortaan op de Wenckebachweg (vlak achter de Duivendrechtse
brug) worden geparkeerd, waarna de loop naar ons Stadion
slechts ,,een wipje" genoemd kan worden.
Ook over de verbouwing van de zgn. Arpade werd nog gespro
ken; hier komt eveneens schot in de zaak; een bespreking met
de nodige instanties heeft inmiddels plaatsgehad.
Het slot van de bestuursmededelingen was voor penningmeester
Henk Timman: de toegangsprijzen zullen (reeds goedgekeurd
door het Ministerie van Economische Zaken) met 15% worden
verhoogd. De plaatsen van 10,worden derhalve 11,50 en
die van 4,worden f 4,50 4,60 kan „technisch" niet; dat
zou dan moeten worden óf 4,50 óf 5,vandaar 4,50).
Voor de rondvraag bestond weinig belangstelling. Er waren ook
al vele belangrijke punten behandeld.
Het was tegen half twaalf toen de aanwezigen zich nog wat in
de „wandelgangen" gingen ophouden
De heer Kraay, geboren 14 september 1936, startte zijn voetbal
loopbaan in DOS (nu FC Utrecht geheten).
In de periode 1953-1954 speelde hij in het Nederlands Jeugd-
elftal (16-18 jaar) tegelijk met o.a. Kreyermaat, Moulijn, Bout en
Bals in wedstrijden tegen Ierland, Zwitserland, Frankrijk, Argen
tinië, Oost-Duitsland, Portugal en Engeland.
Daarna regelmatig in het Nederlands Jeugdelftal (18-20 jaar),
o.a. met Jos Vonhof, Veen en Hoogerman (Ajax).
In Jong-Oranje (onder 23 jaar) o.a. tegen Schotland, Curapao-
Suriname en Engeland trof hij mede-spelers als Henk Groot,
Bouwmeester, Laseroms, Moulijn, Bennie Muller, Sjaak Swart
en Co Prins.
Met het Nederlands B-elftal trad hij aan tegen Noorwegen en
Luxemburg A met o.a. Andriessen Jr., Piet Fransen, Piet Kerk-
hoffs, Cees Groot en Henk Schouten (Feyenoord).
In het Nederlands A-elftal komen wij zijn naam vijfmaal tegen
als speler van DOS: in 1957: NederlandBelgië en Noor
wegenNederland, in 1958: BelgiëNederland, in 1959: Neder
landSchotland en West-DuitslandNederland.
Na zijn entree in Feyenoord laat hij in 1964 driemaal het Oranje
shirt over de schouders glijden, nl. bij BelgiëNederland, Neder
landOostenrijk en NederlandAlbanië.
Wel, we dachten zo, een internationale staat van dienst die er
zijn mag.
5