horst blankenburg: voor altijd in nederland Zo vaak als Horst Blankenburg in zijn voetballoopbaan vóór het Ajax-tijdperk in het Duitse sportnieuws kwam, zo weinig haalt hij de sportpagina's in de Hollandse kranten. Op zich is dit wel een wat vreemde zaak, daar Blankenburg zonder te overdrijven gerust gerekend mag worden tot één van 's we relds beste vrije verdedigers. En wanneer dan minder goede spelers om welke reden dan ook, wel de publiciteit halen, is zo iets wel opvallend. Gelukkig maakt Horst zelf daar geen pro bleem van. Het doet hem weinig of er nu wel of niet over hem wordt geschreven. Interviews weggeven wil hij wel, maar be paald niet van harte, hoewel ik weinig van enige tegenzin kon merken toen ik hem in Duivendrecht bezocht. Sedert ongeveer anderhalf jaar is hij de gelukkige bezitter van een prachtige drive-in woning aldaar en samen met zijn vrouw en twee kinde ren voelt hij zich er zowel letterlijk als figuurlijk, best thuis. De reden voor dit vraaggesprek is eigenlijk al gegeven: door de weinige informatie van de persmedia leek het mij een goede gedachte om via ons clubblad wat meer van de blonde Duitser te weten te komen. Uiteindelijk is hij reeds ruim drie jaar bij Ajax onder contract, waar noch de club noch Blankenburg zelf spijt van hebben. Voorlopig maakt Horst danook zeker geen aanstalten om Ajax en Nederland de rug toe te keren. Integen deel, nu reeds is er door het gezin Blankenburg besloten om zich definitief in Nederland te vestigen, dus ook wanneer de voetballoopbaan van Horst is afgelopen. Het waaróm werd tij dens het anderhalf uur durende gesprek uit de doeken gedaan. Zoals ook andere zaken min of meer uitgebreid aan de orde kwamen. Taalproblemen deden zich niet voor. De Hollandse taal verstaat Horst uitstekend, deze spréken daarentegen gaat hem minder goed af. Aldus gingen mijn vragen in de Nederland se- en zijn antwoorden in de Duitse taal. Horst merkte nog op: ,,Dat is nog een probleem; tijdens de training heb ik geen moeite alles goed te volgen, maar iets terug zeggen, dat valt niet mee en gaat dan ook veelal in het Duits. Inderdaad was mijn voetballoopbaan vóór Ajax nogal rumoerig en wisselvallig. We zullen daar niet al te breedvoerig op in gaan. Maar het is inderdaad zoals je zegt, dat mijn begin bij VFL Heidelheim lag. Daarna werd het München 1860, vervolgens FC Nürnberg met Max Merkel om via de Wiener Sport Club weer bij München 1860 terug te keren. Door allerlei omstandig heden probeerde ik bij FC Köln te komen, maar zag daar toch van af omdat München 1860 mij een sportzaak beloofde wan neer ik bij hen zou blijven. Ik deed dat, maar wat er ook kwam, geen sportzaak. Bovendien kwam ik een beetje in de versukke ling en wilde definitief weg. Op een gegeven moment kwam ik in Duitsland hadden zien spelen. Met het bestuur werd ik het al snel eens over een transfer en zo was ik bij München 1860 ver dwenen. De start bij Ajax was, achteraf bekeken, overrompelend, hoewel ik zulks op dat moment niet besefte. Na één week moest ik op zaterdag in het B-elftal tegen Feyenoord-B spelen. Na een mi nuut of twintig al werd ik er uit gehaald en opgenomen in de selectie voor de strijd tegen Feyenoord de volgende dag in Rotterdam. Prompt verving ik Neeskens in de tweede helft en kwam tegenover Willem (v. Hanegem) te staan. Nerveus was ik geloof ik niet, nee. De belangrijkheid van de wedstrijd besefte ik eigenlijk niet. Ik moest gewoon voetballen en liefst zo goed mogelijk. Daarna heb ik ongeveer een half jaar op ,,de bank" gezeten. Natuurlijk was dit van te voren te bezien. Ik mocht niet ver 10 wachten nu maar meteen een vaste plaats in het elftal te krijgen, een elftal dat bestond uit spelers die volkomen op elkaar waren ingespeeld. Maar lang zitten op ,,DE BANK" kan toch funest werken. Het is vaak hoe je zelf bent en hoe je instelling is, maar in het algemeen mag een voetballer m.i. niet langer dan één jaar op de bank zitten. Op den duur gaat dat aan je knagen. Niet voetballen is vreselijk. Want je kunt nóg zo hard trainen, het gaat juist om de WED STRIJD. Wanneer je iedere week reserve staat, ben je voor een wedstrijd niet goed geconcentreerd. Dan speel je weer een minuut of twintig, dan is het weer afgelopen. Je kunt nooit echt bewijzen of je goed in vorm bent. In mijn gevoel speelde ik in de momenten dat ik in het eerste elftal uitkwam, vrij goed, maar toch bleef ik geruime tijd wisselspeler. Dat werkt dan op den duur beslist afbrekend. Of het ook anders kan ja, daar is de trainer voor. Hij bepaalt het beleid rondom een elftal, hij beslist wie wel en wie niet speelt. Men zegt: een winnend elftal nooit te wijzigen. In principe ben ik het daar ook mee eens, maar aan de andere kant doen zich wel eens momenten voor om van dat principe af te wijken. Maar nogmaals, dat beslist de trainer. Wij kunnen hoogstens onze mening kenbaar maken

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1974 | | pagina 10