vader jan mühren
...toen bond ik een handdoek om zijn linkervoet...
Als op 2 februari 1946 het vierde kind in het gezin Mühren ter
wereld komt is de vader niet alleen zielsgelukkig dat er na drie
meisjes eindelijk een zoon zijn intrede doet, hij kondigt met
nog meer blijdschap en trots de geboorte aan van de eerste
Volendamse Nederlands Elftalspeler. Kenner, als de vader op
het gebied van voetbal was (en nog is) deed hij deze aankondi
ging in volle overtuiging. Het spreekt van zelf dat vele toe
hoorders daaromtrent nog wel enige bedenkingen opperden.
Ten onrechte is nu wel gebleken, want zoon Gerrie mag zich
intussen min of meer vaste keus noemen voor de nationale ploeg.
Deze en nog meer opmerkelijke en historische gebeurtenissen
kwamen aan het licht bij mijn gesprek met Jan Mühren, vader
van Gerrie en Arnold, Volendammer in hart en nieren, ex-wet-
houder van Volendam (,,ik ben dat 20 jaar geweest"), oud-
voetballer, oud (onofficieel) scheidsrechter, oud-voorzitter van
het bedrijfsvoetbal zowel in Volendam als in heel Noord-Holland
enz. enz.
De Mührens staan bekend om hun enthousiasme voor het voet
bal; Jan's broer, Pé Mühren, in dit opzicht b.v. om zijn eigen
manier van omroepen bij wedstrijden van Volendam. Sedert de
komst van Gerrie bij Ajax is Vader Jan bij iedere thuiswedstrijd
aanwezig. En niet een kwartier of een half uur maar meestal
méér dan een uur voor de aftrap bevindt hij zich reeds, tezamen
met zijn schoondochter Grietje, in het Stadion. Over deze en nog
meer opmerkelijke zaken sprak ik met vader Mühren vóór de
wedstrijd AjaxDe Graafschap. Klokslag zes uur zitten we,
zoals afgesproken, tegenover elkaar. Jan Mühren kan beginnen:
,,Ja, ja, ik ben altijd erg vroeg aanwezig. Dat móet ik gewoon,
thuis hou ik het dan niet meer uit. Wat dat betreft ben ik erg
nerveus. Ik wil altijd zo gauw mogelijk bij Ajax zijn. Wanneer ik
eenmaal hier ben voel ik mij op mijn gemak. Ja, zelfs onderweg
ben ik erg gespannen. Als b.v. een stoplicht tegen zit, kan ik mij
daar erg over opwinden. Tja, hoe komt dat misschien is dat
mijn wijze van voorbereiden op hetgeen komen gaat. Altijd erg
gespannen. Tijdens de wedstrijd zeg ik alles. Flap er alles
uiteen soort afreageren op de spanning vooraf. Ik herinner
mij een wedstrijd dat een van onze spelers erg gemeen onderuit
werd gehaald maar de scheidsrechter zag niets en liet gewoon
doorspelen. Nou, man begon ik in m'n eentje keihard te
zingen: ,,lk heb niets gezien, ik heb niets gezien, ik keek ergens
anders naarje kent dat wel. En alle mensen kijken
maar ik zong gewoon door Kijk, zo ben ik. Ik kan mij vreselijk
ergeren aan gemeen spel. Hard spelen, let wel, is wat anders dan
geméén spelen. Wanneer iemand bijvoorbeeld is doorgebroken,
wordt hij veelal onherroepelijk neergelegd. Oh man daar
erger ik mij blauw aan Vaak gebeurt dat ook nog op een
gemene en grove manier, met grote kans op een blessure
Nee, dat vind ik vreselijk.
Tien minuten voor het einde ga ik altijd weg, omdat ik niet in een
file wil staan. Nee, dat heeft niets te maken met spanning of iets
dergelijks. Ik wil gewoon zo snel mogelijk weer naar huis. Als ik
tot het einde blijf ben ik zo lang onderweg.
Ja, ik vind het hier altijd geweldig. Ajax is een vereniging uit
duizenden. De sfeer is zo bijzonder hè allemaal aardige men
sen. Zo door de jaren heen leer je ze allemaal kennen Ja, ik
kom hier erg graag, voel me ook echt wel een Ajacied
Voetbal? Kijk, ik heb drie hobbies: voetbal, fotografie en orgel,
in deze volgorde. Voetbal is dus nummer éért.
Het is toch een heerlijkheid voor de mensen dat er sport is, dat
men aan sport kan doen. Het voetballen^houdt iedere week
duizenden lieden bezig. Is dat even geweldig. Ik moet er niet
aan denken dat er geen voetbal zou zijn. Ik heb al moeite om de
zomervakantie door te komen. Op-zondag-geen-voetballen vind ik
een ramp. Voor mij is het gewoon een levensbehoefte. Ik heb zelf
ook jaren gevoetbald. Als linksbuiten, maar veel bracht ik er niet
van terecht. Een voordeel was wel, dat ik vreselijk snel was,
vaak zo snel dat ik de bal vergat, waardoor ik toch weer terug
moest Mijn vader is jaren lang voorzitter van Volendam ge
weest. Kijk, dan is het ook niet vreemd dat voetbal je erg gaat
bezig houden.
Gerrie en Arnold
In mijn huwelijk waren onze eerste drie kinderen allemaal doch
ters. Ik heb altijd de overtuiging gehad dat de vierde een zoon
zou worden. Gek hè maar ik heb daaraan geen moment ge-
11