tjerk de munnik90 jaar
....volbloed amateur
Slotermeerlaan 1 het Gerhardhuis centrum voor bejaar
den. Daar woont Ajax' in leeftijd oudste lid: TJERK DE MUNNIK.
Wordt „oldtimer" Henk Hordijk op 19 september a.s. 80 jaar
(zie elders in dit blad) één dag eerder, op 18 september, viert
Tjerk zijn 90e verjaardag. Reden om eens wat met hem te gaan
praten.
Voor velen onder u, vooral de niet meer zó jongeren, is Tjerk een
vertrouwd beeld bij Ajax. Hoe kan dit eigenlijk ook anders, na
een lidmaatschap van 63 jaar. Het is altijd weer interessant om
te horen en te weten hoe deze mensen, die lief en leed met de
club gedeeld hebben, haar hebben zien opgroeien naar wat ze
nu is, hoe die momenteel over Ajax denken.
Tjerk is niet zo'n uitbundige- maar wel uiterst vriendelijke ver
teller. Hij heeft op veel punten een uitgesproken mening.
In zijn gezellige kamer zittend, antwoordt hij in korte maar
krachtige bewoordingen op mijn vragen. Opmerkelijk is daarbij
zijn grote vitaliteit. De 90 jaren geef je hem beslist niet. Het
door mij in dit opzicht gemaakte compliment beantwoordt hij
bijna op routine: „Ja, ja, dat zeggen er velen. Wat dat betreft
mag ik zeker niet mopperen. Inderdaad word ik op 18 september
90 jaar. Je bent goed ingelicht. Vandaag is ook de fotograaf
geweest. Ja, heel leuk. Hij ging na mij naar Henk Hordijk. Ben
je daar al geweest? Ja, die zit goed daar in het Flevohuis. Moe
ten mooie kamers zijn. Althans groter dan hier. Ja, ja, Henk was
vroeger een enorme voetballer, een echte dribbelaar, zo links,
dan rechts, links mannetje passeren en hard chieten. Goed hoor!
Ik ben al 63 jaar lid van Ajax. Op één na de oudste. Alleen Fons
Pelser is nog langer lid. Hoe ik bij Ajax kwam Als jongen
voetbalde ik in AVV. Ik was daar penningmeester van en ook
nog een tijd voorzitter. Daardoor kwam ik ook in contact met
Ajax. Op een gegeven moment ging AVV over-de-kop. Ik heb mij
toen gelijk als lid van Ajax opgegeven. Dat was in 1910.
Ik ging eens met Ajax naar Breda, naar ,,'t Zesde", zo heette die
club. Een beroemdheid in die dagen. Wanneer we wonnen, ja,
zelfs bij een gelijkspel, zou Ajax promoveren naar de eerste
klasse.
Het werd 00. We waren er dus. 't Jonge wat was dat gewel
dig. Wat een feest hebben de toen gehad.
's Avonds heb ik toen nog van een paar centen, welke er over
waren van AVV, een krans gekocht en die het Ajax-bestuur aan
geboden.
Ongezellig
Tja, in die 63 jaar is er natuurlijk ontzettend veel veranderd.
Kan ook niet anders. Vooral de overgang van amateur- naar
betaald voetbal heeft een belangrijke invloed gehad op het ge
beuren. Het geld staat nu primair. Toch, nog steeds ben ik een
volbloed amateur. Toendertijd, bij de stemming over het al dan
niet overgaan naar het betaalde voetbal, waren Marius Koolhaas
en ik de enigen die tégen stemden. Achteraf gezien is het toch
maar goed geweest dat het zo gegaan is die ontwikkeling
was niet meer tegen te houden. Ajax zou dan nooit zover ge
komen zijn als nu het geval is. Op sommige punten echter is de
club voor mensen als ik lang niet meer wat het geweest is. Ik
bedoel hiermee: het gemis aan gezelligheid.
Kijk, vroeger ging men veel vriendschappelijker met elkaar om.
Vooral na de wedstrijd. Dan gingen velen, al dan niet vergezeld
van de tegenstander(s) nog even een borreltje halen. Er waren
ook andere sporten in Ajax: een zwemafdeling onder Arie de
Wit, een atletiekafdeling onder Frans Couton en een cricket
afdeling onder Jan Grootmeyer en mij. Nu is er niets meer. Ook
de honkbalafdeling is onlangs opgeheven. Dat vind ik erg jam
mer. In Ajax heb ik slechts in het veteranenelftal gespeeld. Als
linksbuiten. Nee, een goeie voetballer was ik niet. Ik liet er ook
niets voor staan. Op z'n tijd m'n borreltje en m'n rokertje. Maar
gezellig. Met mensen als Jan de Boer en Daan Roodenburg. En
gelachen dat we hebben. Dat mis ik. En ik niet alleen!
Als het even kan ga ik naar Ajax. Op zondagmiddag zeker en
's avonds alleen als het niet te koud is. Met de tram en bus is
het altijd nog ruim een uur reizen. Ook ga ik zaterdagsmiddags
naar Jong-Ajax kijken. Maar na iedere wedstrijd gaan de mees
ten snel per auto naar huis. Naar clubavonden ga ik niet, omdat
het té ver weg is. Vergaderingen bezoeken is voor mij ook niet
mogelijk. In de avonduren ben ik altijd thuis.
Hockey
Weet je wat 's winters altijd gezellig waren: de schaatstochten.
Zijn er ook niet meer bij. Wat er nog wel zijn: de bijeenkomsten
van de Bordjesclub. Dan merk je weer iets van hoe het vroeger
was. Dan ontmoet je weer al die mensen waarmee je eigenlijk
bent opgegroeid, leder jaar weer enorm gezellig.
In Ajax heb ik veel functies gehad. In iedere commissie heb ik
praktisch zitting gehad. Van 1916 tot 1920 was ik penning
meester. Ik herinner mij dat de eerste wedstrijd toen Ajax
Blauw-Wit was. Heel Amsterdam stond op z'n kop. Ja, jongen
15