't bordspektakel (in Vondeliaans gekakel) Anders dan ik (in proza) had beloofd, Heb ik u een kool gestoofd, Want 't hoort tot d'allerduurste plichten Hier wat te rijmen en te dichten. Wekenlang had ik er op gevlast: 'k Zou worden plots uw bordjesgast. Toen ik ten tonele kwam Bij Sweering, matador van Amsterdam Inzake 't groene laken, Alwaar mij wachtten vele snaken, Had ik de situatie snel gesnopen ('k Hoefde niet met 'n bord voor 't hoofd te lopen Men keuvelde er, fris van de lever, Met pilsjes en piep-jonge genever, Men zette zich vervolgens fris Tesaam aan d'uitgelezen dis. En Willem Volkers ongestoord, Nam vele malen vlot het woord, Hanteerde man uit vorige eeuw De hamer krachtig, als een leeuw, Vertelde rondweg waar 't op stond En snoerde niemand ooit de mond, Die 't nodig vond, zij 't soms in nevelen, Wat feestelijks voor zich uit te prevelen. Terwijl de edele heer Van Praag, (Mag ik nu ,,Jaap" zeggen, ja? héél graag!) Zich roerde met zijn spreektrompet, Nog jeugdig, hups, bijkans koket, Zwelgend in wijn of seven up, Want: ,,Ajax hééft de wereldcup!" Terwijl Martinus overdacht: ,,Wat gaaN ik schrijven" Over die mannen (heus geen oude wijven). Men zong eendrachtig urenlang De club ter eer een feestgezang Ze konden 't heus niet jonger doen Van een slof en d'oude voetbalschoen. Iemand limmerickte (hinnikte) tussendoor En werd bejubeld door het koor. De vele spijzen en de wijnen Noopten tot buld'rende refreinen En dewijl men dronk, terwijl men eet Speelde de band luid, up to date, Ik moet u daaromtrent vermelden: ,,Een juichkreet daav're langs de velden" (gij kent de tekst waar pit in zit) ,,Voor ons dierbaar rood en wit". Thans ben ik lichtlijk uitgeslapen, Grijp naar de pen, als edel wapen, Om dank te zeggen voor 't banket En tien okshoofden veteranen pret. 'k Zie alle beelden scherp nog, zonder dimmen, Henk S. mocht niet ter tafel klimmen, Opvlamde 't jolijtvuur ondertussen, Zelfs Jan de Boer kon dat niet blussen. 'k Zou gaarne allen loven, maar Ik ben geen Ti-ta-tovenaar, Hoewel voor Ajax steeds paraat, Uw clubgenoot en kameraad. Doch niettemin laat mij 't belijden Tenslotte ook nog wat bescheiden. Veel heeft mij de bordjesleut geleerd, Met vreugd heb ik bij u verkeerd, Maar moet ik 't nog eens herhalen? Nodigt mij niet uit ten tweeden male, Van uw standpunt ware dat vrij dom En zeer riskant, want heus IK KOM!!! E. W. CATZ 10

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1973 | | pagina 10