barry hulshoff: O'JïhJL cla. „er wordt te weinig geforceerd" MIILOT Mijn eerste rechtstreekse contact met Barry Hulshoff vond plaats in de lente van 1970. In dat jaar organiseerde Ajax bij haar 70ste verjaardag een internationaal jeugdtoernooi. Ik kreeg toen de prettige opdracht met alle „eigen kwekers" uit het eerste elftal een vraaggesprek te hebben over hun jeugdervaringen in Ajax. Die eigen-kweek bestond toen uit: Piet Keizer, Bennie Mul ler, Tonny Pronk, Sjaak Swart, Willem Suurbier, Johan Cruyff én Barry Hulshoff. In de serie interviews was dat met Barry het eerste en vond plaats in zijn ouderlijk huis, in de Pontanus- straat, in Amsterdam-Oost, tegenover overbuurman Sjakie Swart. Toen ook vond ik Barry een aangenaam causeur, waarmee je uren zou kunnen discussiëren over allerlei problemen. Ondanks het betrekkelijk ongecompliceerde onderwerp als: jeugdervarin gen bij Ajax, hebben wij toen zeker ruim twee uur over voet ballen zitten praten. Nu, drie jaar later, het enige verschil dat de tijdsduur voor het gesprek enigszins beperkt was. Omstandigheden noodzaakten daartoe, maar voor het overige is het nog even plezierig luisteren naar Barry Hulshoff. Een speciale aanleiding tot dit interview was er eigenlijk niet. Opvallend is wel, dat Barry niet vaak in de publiciteit komt. Weinig interviews worden over hem gepubli ceerd, in voetbalverslagen valt zelden de naam: Hulshoff, de pers laat hem redelijk met rust. Barry is daar allerminst rouwig om. U leest daar straks verder over, gelijk u iets meer te weten zult komen van de man, waarin de deskundigen in vroegere jaren weinig zagen als toekomstig topvoetballen Met uitzondering van bijvoorbeeld Jannie Veen, destijds oefenmeester (Jeugd en Amateurs) bij Ajax. Die zag wel wat in „die lange" en ongelijk heeft hij zeker niet gekregen. Momenteel is Barry „geborgen" in de elite van Ajax. Maar denk niet dat dit allemaal simpelweg is gelopen. Vele teleurstellingen en twijfels zijn daaraan vooraf gegaan, zoals dat met velen gaat. Over dit alles en nog wat meer ging ons ongeveer vijftig minuten durende gesprek, ergens in de Leidsestraat, vóór de wedstrijd AjaxPSV. „Wat ik van mijzelf vind als voetballer Dat kan beter een ander vertellen. En hoe zo'n ontwikkeling gaat ja, eigenlijk in fases. Iedere keer moet je door een bepaald gedeelte van die ontwikkeling heen. Zo kun je fysiek de top wel al bereikt hebben, PARFUM - LOTION Parfum v.a.f 10.50 Lotion v.a. f5,30 Paris Importeur: B.I.E.O.- Amsterdam terwijl je geestelijk misschien nog maar pas halverwege bent. Ik ben lichamelijk altijd vrij sterk geweest. En door mijn lengte vooral in-de-lucht. Daardoor val je snel op. Maar dan iemand op jonge leeftijd in het eerste elftal laten spelen, betekent nog niet dat die speler daar ook werkelijk al aan toe is. En kan het gebeuren dat hij, door bepaalde teleurstellingen, weer (tijdelijk) terugvalt, door het er mentaal nog niet tegenop gewassen zijn. Geestelijke hardheid heeft iedere voetballer (eigenlijk iedere sportman en sportvrouw - Red.) nodig. Die kweek je door de jaren heen. Dan echter ook niet allen lukt; sommigen kunnen moed en doorzettingsvermogen niet opbrengen. Uiteraard heb ik ook mijn twijfels gehad. In de periode-Michels heb ik zeker wel geestelijke opdoffers gehad die iemand volledig kapot kun nen maken. Neem eens de onzekerheid rond de opstelling van het elftal. Zal je er wél bij zijn of niet? Je hebt je bepaalde ver wachtingen. En als die niet uitkomen Tja Aan 'de bank' kan een speler stuk gaan. De ene week 'er in', de andere week weer 'er uit'. niemand houdt dat lang vol. Komt de onzeker heid Of bijvoorbeeld niet in een kampioenswedstrijd mee spelen Dan ga je wel even bij jezelf te rade! Het laatste seizoen onder Michels is voor mij doorslaggevend geweest. Toen heb ik aan het begin daarvan ook gezegd: dit 10

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1973 | | pagina 10