henk timman „ik ben wei zuinig maar niet gierig" Het zal voor iedereen een duidelijke zaak zijn dat geld in het betaalde voetbal een zeer belangrijke rol speelt. Voor een ver eniging met een goed gevulde kas bestaan uiteraard meer moge lijkheden met betrekking tot o.a. de aanschaf van goede spelers dan een club die nauwelijks kan rondkomen. Veel geld bezitten geeft in het betaalde voetbal een zekere macht, maar die macht kan ook zo verdwenen zijn wanneer men niet kan beschikken over bepaalde mensen, die op deskundige wijze met grote sommen geld kunnen omgaan. Daarom is het van bijzonder belang, dat een professioneel geleide club in het gelukkige bezit is van iemand die in het dagelijks leven veel met financiën te maken heeft. Een goed financieel beleid is zonder meer een ver eiste voor iedere club, vooral in het betaalde voetbal. De laatste jaren zijn de bedragen, waarmee in deze sector wordt omge sprongen, min of meer astronomisch geworden, leder jaar weer wordt een nieuw record gevestigd met betrekking tot een trans ferbedrag en terecht vragen velen zich af waar het allemaal naar toe zal gaan. Loopt het niet een beetje uit de hand? Graven de clubs op de manier, zoals het nu gaat, niet hun eigen graf? Ajax speelt uiteraard in de hele ontwikkeling van het nationale en internationale voetbal een belangrijke rol. Voor velen is Ajax een rijke club. En misschien is dat ook wel zo. Maar óók rijk aangaande de mensen, die Ajax hebben gebracht waar het nu is, de mensen die er zelf geen cent wijzer van worden. Over dit punt en nog vele andere onderwerpen had ik op de avond van de 19e oktober ten huize van Ajax-penningmeester Henk Timman een gesprek. Want wie zou mij beter uit de doeken kunnen doen hoe het is, de financiën te beheren van een club als Ajax, dan de penningmeester zelf? Ajax' trésorier geeft alle gelegenheid te vragen wat mij op het hart ligt. In een drie uur durend gesprek (de van vakantie terugkerende voorzitter Jaap van Praag zorgt er voor dat het niet later dan elf uur wordt) verliep het gesprek ongeveer als volgt: ,,Nou, zeg het maar. Wat wil je van mij weten. Over mijn werk zaamheden voor Ajax? Die zijn toch wel bekend, dacht ik. Niet dan? Nou ja, ik meldde mij bij Ajax, samen met mijn broers Cor en Jan, ik meen zo rond 1928. Maar het leuke is, dat ik nooit in Ajax heb gevoetbald. Daar kwam Jan Westrik onlangs achter. Precies weet ik het niet meer, maar ik was blijkbaar niet goed genoeg om in Ajax te spelen. Net zo 'goed' als mijn broer Jan. Hij ging naar Swift en ik naar WA. Cor heeft wel in Ajax gespeeld. Jaren ben ik donateur geweest. Mede door toedoen van mijn grote vriend Wim Volkers werd ik in 1954 werkend lid. Hierdoor kon ik eventueel in een commissie zitting nemen. Dat gebeurde in 1958 toen de Financiële Commissie in het leven werd geroepen. Andere leden waren toen Jan de Boer en Gerard de Jong. Penningmeester ben ik geworden in 1964. Dat was na de, laat ik het noemen, Melchers-periode. Er werd toen in die tijd een Commissie van Goede Diensten in het leven geroepen waarin o.m. Kick Geudeker zitting had. Hij vroeg mij of ik bereid was de taak van penningmeester op mij te nemen. Aanvankelijk had ik wel enige bezwaren, maar uiteindelijk heb ik mij toen toch bereid verklaard deze functie te aanvaarden. In de ledenraadvergadering van 16 juli 1964 werd het huidige dagelijkse bestuur gekozen: Jaap van Praag voorzitter en Jan Westrik secretaris. Ontwikkeling Ik kan natuurlijk niet zeggen dat ik spijt heb gehad deze functie te aanvaarden; want zo gauw dat er is kun je onmogelijk je werk naar behoren uitvoeren. Het moet zeker een hobby zijn, anders lukt het niet. Zodra ik er geen zin meer in zou hebben, ga ik er onmiddellijk mee stoppen. Maar zolang dat gevoel uitblijft, doe ik alles ook zo goed mogelijk. Gemiddeld besteed ik zo'n vier uur per dag aan Ajax. Dat vind ik vrij veel, maar niet erg. Het is gewoon nodig; ik zou het b.v. niet afkunnen met twee uur. In de twee bestuursperiodes van elk vier jaar, die nu achter mij liggen, kan niet worden ontkend dat het voetbal zich op ieder terrein in Nederland behoorlijk heeft ontwikkeld. Ajax is zeker niet achter gebleven. Integendeel, in veel zaken gingen we ande ren voor. Al die veranderingen in bijvoorbeeld salarissen, orga nisatie, speelwijze enz. enz. zijn m.i. het logische gevolg van de overgang van amateur naar eerst semi-professionalisme en daar na volledig betaald voetbal. Het contact met het buitenland werd intensiever. Men kwam in aanraking met buitenlandse clubs waar men eerst wel tegenop zag, omdat die al jarenlang betaalcli voetbal speelden en men tot de ontdekking kwam dat Nederland op voetbalgebied ver achter liep. Met als gevolg, dat veel clubs in een versneld tempo de salarissen en premies moesten aanpassen want anders waren de goede spelers naar het buitenland vertrokken. Vooral in die tijd was het van levens- 19

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1972 | | pagina 19